doorzoek de gehele Leestrommel

Leestrommel
Leestrommel
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Thérèse Hoven: Op eigen verantwoording
Apeldoorn: A.F. van Wieringen, [1895]
Uitgegeven tot bevordering van de verspreiding van het heilserum legen Diphtherie.


[37:]

"Het is diphtheritis en wel waarschijnlijk wat de Franschen: "diphterie aviaire" noemen".
Het was de ingeroepen geneesheer - die sprak. "Mijn collega hier heeft mij verteld - dat de kinderen - reeds ziek zijnde, met een paar kippen gespeeld hebben; 't kan zijn - dat ze 't daardoor gekregen hebben. De diphtherie-bacil wordt zeer «sterk gepropageerd door vogels, vooral door hoenderachtige. Bijna 1/6 der diphtherie-gevallen ontstaan er door. We zullen de dieren in quaestie eens onderzoeken en tevens de vorming op de amandelen ontleden. Op 't oogenblik is er echter geen gevaar.... U moet maar voortgaan met 'tgeen dokter Vermeulen voor heeft geschreven. 't Beste zou wezen het nieuwe middel - maar daar is u tegen - naar ik hoor".
"Ik niet, dokter - maar mijn man".
"En kunt u meneer niet schrijven".
"Hij is in Indië - dokter".
"Ai - dat is leelijker - en u durft niet ?"....
Snel viel ze hem in de rede. "O! dat nooit, «ik heb 't hem zoo plechtig beloofd. Maar u denkt toch nog wel"...
"Zooals ik u zoo even zei - op 't oogenblik is er «geen gevaar"...
Och! dat herhaalden ze telkens in de volgende dagen - zelfs toen zus en Hanneman ook ziek warén en toén de aandoening zich bij Taco reeds

[38:]

verspreid had in de neusholte, in 't strottenhoofd - - in de luchtpijp ....
Toen 't ventje doodsbenauwd ter neder lag en er een pleegzuster was om te helpen in de-oppassing van de vier zieken.
O! God en toen — 't was de vierde dag toen kwamen ze weer en nu met hun drieën en ook de derde zei: "een inspuiting met heilserum" maar hij voegde er niet meer bij - "er is geen gevaar".
En weer antwoordde ze 't zelfde: "mijn man "is er zoo tegen - ik heb hem moeten beloven"
"Maar mevrouw -'t is hier force majeure".
"Ik mag mijn belofte niet breken".
O! ze mocht niet en ze durfde niet, ze had 't hem beloofd bij hun liefde en als ze haar belofte brak en ze deed 't toch en 't liep eens niet goed af .... dan zou hij er haar een verwijt van kunnen maken en hij zou haar niet meer liefhebben en haar leven zou dof en kleurloos zijn.
Maar de kinderen .... en driftig stroomde haar bloed door heur aderen de kinderen .... ze waren toch ook van haar - ze had ze met zooveel angst onder 't hart gedragen, met zooveel moeite verzorgd ....
Maar hij had 't verboden en zij, had zij dan niets te zeggen?....
De stem van den dokter verbrak haar gedachten-

[39:]

loop: "Mevrouw - wij mogen er natuurlijk niet op aandringen - en wij kunnen zoo iets niet doen zonder de toestemming der ouders - maar als u die niet durft geven - laten we dan telegraplieeren naar meneer - dat heeft u er toch zeker voor over"....
En grootmoeder, die zich tot nu toe - strict onzijdig - had gehouden en niets had gezegd, viel op eens in: "0 ! ik betaal 't met liefde - wat 't ook kost - al is 't honderd gulden, ik heb 'ter graag voor over - en 't is zeker 't beste - dan is Mary van de verantwoording af. Maak 't telegram op, kind-ik ga 't geld halen-een van de heeren zal misschien wel zoo beleefd willen zijn het telegram te bezorgen".... en 't oudje,met jonge kracht bezield, - wilde reeds de kamer verlaten.
Mary hield haar terug: "moede r't helpt immers niets"..
"Toch wel mevrouw", hernam de dokter, "tegenswoordig gaat 't snel genoeg, binnen vier-en twintig uur hebben we antwoord, zoo lang moeten we dan, in vrede's naam, maar wachten. In elk geval zal 't voor de drie jongsten niet te laat zijn. De ziekte is bij den oudste helaas! reeds "'t stadium ingetreden, waarin 't heilserum niet "meer helpt".
"God, dokter - is hij verloren?"

[40:]

"Zoolang er leven is, mevrouw, mogen wij niet wanhopen - maar telegrapheert u toch maar, zoo spoedig u kunt, aan meneer. Zijn adres is"....
"Dat ging ik u juist zeggen - daar straks,-ik weet 't niet, hij wist 't zelf niet in zijn laatsten brief. Ik moest schrijven: Batavia of elders, dat zou immers niets helpen met een telegram".
Diep verslagen zat ze ter neder.
Een dier doktoren zei: "maar mevrouw - als u meneer niet telegraphisch bereiken kunt om zijn raad in te winnen, dan zou ik maar op eigen verantwoording handelen zonder zijn sanctie, 't Is niet om u bang te maken, maar werkelijk, elk uur wordt 't erger - de oudste jongen zou mogelijk vandaag nog te redden zijn met een inspuiting morgen niet meer."
Mary schudde 't hoofd: "ik mag niet, ik heb 't hem zoo beloofd - als 't kind".... ze wachtte een oogenblik - - ze durfde 't vreeselijke woord niet uitspreken, .... "als 't eens verkeerd zou gaan, zou hij denken - dat 't daardoor was gekomen .... hij zei 't zoo uitdrukkelijk : geen nieuwe middelen - geen proefnemingen, en ik heb 't hem beloofd .... hij zou me nooit meer vertrouwen"....
"Maar is uw man u dan meer dan uw kinderen mevrouw?"
"Hem heb ik iets beloofd - dokter .... hun niet,

[41:]

"o! als ik 't niet beloofd had - zou ik 't dadelijk «laten doen .... nu mag ik niet".
Dienzelfden avond was Taco .... haar oudste haar eerste .... tot stikkens toe - benauwd. Met plotselinge verwoedheid was de ziekte toegenomen.
Vaalbleek stond ze bij zijn bed - naast de doctoren.
"Zou 't heilserum nog helpen?"vroeg ze, met heesche stem.
De doctoren schudden 't hoofd - als uit één beweging.
"Is er niets meer aan te doen?"Haar knieën knikten - ter nauwernood hield ze zich staande. De geleerden mompelden iets - de huisdokter voerde haar weg naar den anderen kant van de kamer: "mevrouw - er is nog één middel - dat is de tracheotomie - de opening der keel - om het zieke gedeelte te verwijderen en lucht te geven. Geeft u daartoe uw toestemming?"
"O! tot alles .... om hem te redden".
"Dan zullen we er terstond toe overgaan - we zullen 't kind hiernaast brengen - gaat u zoolang naar beneden."
"Laat me er bij - dokter"..
"Neen - mevrouw - 't is beter van niet - als we «klaar zijn, zullen we u roepen".
"En denkt u?"
"Ik mag u niet vleien.... we zullen ons best doen".

[42:]

Snikkend ging ze naar beneden.
Grootmoeder zat voor 't theeblad, ze zou niets zeggen - niets vertellen van wat ze gingen doen waarom 't oudje noodeloos te bedroeven?
"Kom, kind, een kopje thee, hè? Dat zal je «goed doen. Hoe is 't er nu mee? Zijn de doctoren er nog alle drie?"
Mary knikte: "Er is nog hoop, moeder"...
"Ja, zeker - och! kinderen doorstaan zooveel; weet-je, dat jou eigen man - die flinke man, - als kind herhaaldelijk croup heeft gehad nu.... en hij is 't toch goed te boven gekomen. En croup en diphtherie - dat is een zusje en een broertje".
"Ik dacht, dat u er toch een kind aan verloren hadt?"
«Ja - dat is zoo - dat was Piet, de oudste, ze hebben hem nog geopereerd op 't laatst, maar zie-je daar ben ik nu tegen .... dat is martelen voor niets .... dat helpt nooit meer".
God .... ook dat nog .... werd haar dan niets gespaard? en daar boven .... vlak boven haar waren ze op 't zelfde oogenblik bezig - haar kind te opereeren .... te martelen voor niets .... zooals haar schoonmoeder 't had genoemd. En toch zweeg ze .... ze wilde die goede, oude vrouw geen leed doen.
"Daar Mary .... neem een kopje thee".
Ze nam 't aan .... werktuigelijk, maar ze kon

[43:]

" t niet vasthouden — 't viel uit haar handen gebroken.
"Hoe jammer - nu is 't stel geschonden".
"0! God .... was haar stel .... haar lief vierspan .... ook niet op 't punt van geschonden te worden?"
Daar hoorde ze een deur openen en stappen .... neen, ze kon niet blijven zitten en ze durfde ook niet ....
"Kindlief, wees toch kalm, 't zal een der dokters zijn, die weggaat-ik zal 'm wel uitlaten".
"Nee moeder laat ik wil zelve."
"Dokter"....
"Bedaar .... mevrouw bedaar u moet u bedwingen."
"Maar zeg dan .... neen .... zeg niets .... ik weet t al .... hij is dood .... mijn kind is dood.... mijn stel is geschonden o! laat me na 'm toegaan ik wil 'm zien, ik wil 'm kussen .... op zijn mond op zijn keel overal. ik wil 't gif inzuigen, ik wil ook sterven.. ik wil met men jongen in 't graf".
"En uw andere kinderen, mevrouw?"
"O! die zullen ook wel sterven .... die zullen ook wel voor niets gemarteld worden".
Ze snelde naar boven de dokter wilde haar volgen maar de oude vrouw hield hem tegen :
"zeg, dokter - is 'twaar?"

[44:]

quot;Helaas! ja, mevrouw - 't kind is bezweken".
"En de anderen?"
De dokter haalde de schouders op.
En Mary stond in de kamer bij 't doode kind en ze vatte het stijve handje en duisterde: "nu is 't genoeg - mijn offer is groot genoeg"en zich naar de beide geneesheeren wendende, zei ze met bevelende stem: "dien de anderen dadelijk 't heilserum toe - dadelijk - geen minuut verliezen-ik heb hem beloofd dat ik 't niet zou doen - bij mijn liefde als vrouw .... maar ik ben ook «moeder ... 't is nu genoeg. Eén offer kon mijn liefde brengen, meer niet .... spuit ze in"....
En toen zeeg ze in elkander .... ze kon niet meer .... ze had genoeg geleden.

"Paatje komt terug!"jubelden de kinderen, ze mochten alle drie opblijven en zus vroeg aldoor maar hoe Pa er toch wel uitzag en of hij werkelijk geen beenen had - zooals op 't portret en Hanneman - 't lieve zachte ventje - vroeg stilletjes aan grootmama: «of ze niet dacht-dat Taco meteen met Paatje mee zou komen - want die was ook al zoo lang weg."Grootje schudde droevig 't hoofd.
Daar werd gebeld: "zou dat Paatje zijn moesje - zeg?"

[45:]

"Neen - liefje - 't kan nog niet, de trein is amper aan".
"Maatje - wat bent u stil, 't is net of u 't niet prettig vindt - dat Papa thuiskomt".
Grootmoeder ging naar haar toe — "arm kind";.
"O! moeder - ik zie er zoo tegen op - ik heb nu spijt, dat ik hem in al dien tijd niet geschreven heb, maar ik kon niet .... telkens als «ik een velletje voor me had liggen - zag ik Taco's arm, lief gezichtje. Zou hij boos zijn, denkt u?"
"Wel neen - hij zal te veel verlangen .... jij toch ook .... Mary?"
Maar in haar oogen flikkerde een toornig licht. "Nee, ik verlang niet naar hem, alleen naar mijn jongen".
Er werd weer gebeld .... de kinderen stoven naar buiten naar de straatdeur en ook 't oudje ging mee en zij bleef alleen achter — bij 't portret van haar kind neen - ze wilde niet naar hem toe .... ze verlangde immers niet ....
Maar toen "en waar is Mama?"klonk het.... en toen .... zijn armen omklemden haar .... ze snikte tegen zijn borst.
"O Henk!"'t was alles, wat ze zeggen kon — maar voor hem was 't voldoende .... hij had haar liefde weer. Ze had hem vergeven.
"Mary, arme engel - wat een thuiskomst, wat

[46:]

een verdriet ik verlangde zoo, kind!"
"Was-je niet boos, Henk, omdat ik je niet meer schreef nadat..."
"Wel neen, kind, je hadt zooveel geleden, ik dacht er niet aan om boos te zijn".
"En ook niet omdat ik, op eigen verantwoording, toch de anderen had laten behandelen met 't heilserum?"
"Goddank - dat je het deedt, kind, ik ben genezen van mijn dwaling, maar 't is een harde les geweest."
Er was geen taart dien avond, geen feestelijke ontvangst en 't was met een vreeselijk gevoel van smart en berouw, dat Henk, vóór hij slapen ging, de kinderkamer binnentrad, waar nu slechts drie bedjes stonden in plaats van vier.
"Morgen gaan we samen naar onzen vierden lieveling, Mary ga-je weieens naar 't kerk«hof, kind?"
Ze boog 't hoofd en fluisterde: "nog niet, ik was nog te oproerig - ik wilde er niet gaan, vóór ik vrede had - vóór ik je vergeven had Henk".
"Arme lieveling, 't was een dwaling, ik kon niet weten voor mij is 't ook zoo hard, Mary ik hield zoo innig van mijn oudste, ik had er mij zoo op verheugd hem terug te zien. En te denken, dat ik in jou oogen schuldig ben en deel heb aan zijn dood".

[47:]

Ze sloeg haar arm om zijn hals: "Henk, man — "ik heb ongelijk .... je kon ook niet weten .... niet zoo huilen Henk .... morgen gaan we naar hem toe .... samen"
En toen na een oogenhlik .... "Kom, man, "geef de kinderen een nachtkus .... we hebben nog zooveel over.".
"En dat heb ik aan jou te danken, Mary - liefste".


inhoud | eerste pagina