doorzoek de gehele Leestrommel

Leestrommel
Leestrommel
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

De Leestrommel - bestaat sinds september 2005


Ravenstein, Max van (ps. Melati van Java): Aan d'overkant (1911)
Provocerende roman over de betekenissen van godsdienst, de kloof tussen katholiek en protestant en over de tragedie van Indische Tom Hardy, die zichzelf doodt omdat Lucy niet van hem houdt. Is het wel zelfmoord? Hoe reageert Lucy erop? Een Indische jongen, slechts kort aanwezig in de roman, blijkt de intrige te sturen. Een verbazende roman, die enkele jaren later herdrukt werd. Niemand wist wie Max van Ravestein was...

Ranoe, Mas: zie; Overduyn-Heiligers, mevrouw

Reyneke van Stuwe, Jeanne: Gerda (1902), Meta (1902), Verbloeide hoop (1903)
Drie prachtige feuilletons zijn het, met dezelfde elementen: illusie en desillusie, mellancholie en eenzaamheid. En dat voor een jonge, pasgetrouwde romanschrijfster. Jeanne was enkele jaren gehuwd met de dichter Willem Kloos. Waarom schreef zij zulke pijnlijke diep-doorvoelde geschiedenissen? Niet geschikt voor depressieven.

Reyneke van Stuwe, Jeanne: 'Liefdeswaan' in De Biecht (1914)
Twee jaren is Madelon van haar man Jacques gescheiden. Hij in Indië, zij in Den Haag. Omwille van de gezondheid van hun zoon moest het. Ze missen elkaar hartstochtelijk en leven op hun correspondentie en dagdromen. Dan komt het bericht dat Jacques met verlof mag. Madelon is al snel over haar zenuwen. Hoe zal het wederzien zijn? Een onthutsend verhaal dat akelig waarheidsgetrouw overkomt.

Reyneke van Stuwe, Jeanne: Met den handschoen. Indische schetsen (1915)
Het zijn schetsen die pijn doen aan de gevoelige ziel. Angst, desillusie, onvermogen kunnen in elk leven verschijnen, zomaar. In verschillende situaties, met een oog voor detail en schoonheid, beschrijft Jeanne Reyneke van Stuwe hoe het noodlot verschijnt in deze levens in de kolonie. Mooi en indringend. Niet lezen voor het slapen gaan.

Reyneke van Stuwe, Jeanne: "Alarm!" Militaire roman (1919) Eerste deel. Tweede deel.
Het is een overweldigende roman, vol oorlog en tederheid, gesitueerd tijdens de tweede Lombok-expeditie 1894. Otto Berghem is een gevoelige man, die niet zeker weet of hij wil leven of sterven. Hij zoekt naar een plaats in deze wereld, en juist dankzij deze oorlog en dankzij het KNIL krijgt hij een antwoord op zijn levensvragen. Een psychologische indringende tekening van twijfel en schoonheidsbeleving. Voor velen een uiterst herkenbaar portret.

Roux, Pauline de: 'Baboe'. In: Nederland (1919)
Kort maar interessant verhaal over een familie die een zeebaboe nodig heeft, maar dat in feite gaat over de vooroordelen van een Hollandse familie. Vermoedelijk geestig bedoeld, maar toch wrang. Dat deze baboe het leuk vindt dat er in Indië veel Hollanders ziek worden, valt eigenlijk uitstekend te begrijpen. "En er volgde, door baboe, een snelle opsomming van niet te herhalen Maleische namen van allerlei ziektes. Mies verstond er niets van. Verschrikt keek ze naar baboe, die demonisch lachte bij iedere gruwelijke ziekte, die ze opnoemde. [...] Wat een zwarte oogen! Toen ze klaar was, herkreeg baboe haar gewone kalmte, haar onderworpen houding, en gedwee stapte ze voort, alsof ze niets had gezegd."