doorzoek de gehele Leestrommel

Leestrommel
Leestrommel
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

De Leestrommel - bestaat sinds september 2005


van Helsdingen-Schoevers, Beata: Varia (verschillende jaren)
Geen enkele Indische literaire verzameling is compleet zonder Beata van Helsdingen-Schoevers. Lees vooral haar venijnig commentaar op het gedweep met oosterse diepgang, haar hervertelling van Dewi Angreni, haar eigen literaire werk of commentaar op verliefdheid en liefde. Een unieke en altijd onderhoudende stem.
Zie ook: Aleid in de Leestrommel: de rubriek Krasjes en Praatjes uit het Bataviaasch Nieuwsblad(1914) en P voor Causerieën uit de binnenlanden'. In: Soerabaiasch-Handelsblad

van Helsdingen-Schoevers, Beata: "P.:' Causerieën uit de binnenlanden'. In: Soerabaiasch-Handelsblad, 1905-1908
Causerieën zijn de voorlopers van de moderne columns. Onder het pseudoniem P. publiceerde Beata van Helsdingen-Schoevers twintig stuks over haar leven in het kleine plaatsje Kertosono. Toen ze ermee begon, was ze een jonge vrouw van 19 jaar. Dan al is haar pen scherp. Ze beschrijft wat ze ziet, en dat zijn ook gebeurtenissen buiten de Europese gemeenschap. Kertosono is een stadje vol Chinezen, er is een heilig Inheems graf, het is een komen en gaan van mensen en dan zijn er nog de perikelen rondom de suikerfabriek. Ze spot met alles en iedereen, steeds wijzend op de kleinheid van mensen. Geestig en nog altijd herkenbaar.

Hoven, Thérèse: Vrouwen lief en leed onder de tropen.. Utrecht: Beijers, 1892
Rijke roman over jonge mensen in de kolonie, Indische huwelijken, concubines en voorkinderen. Vol desilusie en toch met een happy ending, in zekere zin. Wie iets wil weten over relaties in de koloniale maatschappij, leze deze roman. Wegens gewaagde observaties verscheen de eerste druk onder het pseudoniem Adinda. Wegens succes trad de schrijfster bij de tweede druk onder haar eigen naam naar voren.

Hoven, Thérèse: 'Bij onze gestaarte broeders op visite'. In: De Huisvriend, Geïllustreerd Maandblad Lectuur voor iedereen. Schiedam: H.A.M. Roelants, 1891
Waarin de schrijfster een deel van het grote feest bijwoont, dat in Soerabaia werd gegeven voor de oud-Majoor der Chineezen The Boen Keh. Met beschrijving van de aanwezigen, informatie over de optocht en het menu en vele interessante details. Duizend uitnodigingen gingen de deur uit, achthonderd gasten kwamen. Geen wanklank, of het moest de verhouding met de Europeanen zijn.

Hoven, Thérèse: Op eigen verantwoording (1895)
Novelle ter promotie van een geneesmiddel tegen difterie. Henk en Mary zijn gelukkig met hun kinderen. Wanneer hij als zee-officier- met de dienst in Indië zit, moet zij op enig moment zelf beslissen of ze een experimenteel geneesmiddel voor de kinderen gebruikt. Meeslepend. Opvallend ook hoe vanzelfsprekend ooit de factor Indië in het leven was. Met korte impressies uit het Indische leven, vooral positief over de geneeskunde van Chinezen.

Hoven, Thérèse: Kleine Gerrit (ca. 1895) In: Een Krijgsraadzaak. Novellen van
Gijs van Vlonderen, gepensioneerd majoor, woont met eega Emilie en zoon Albert in de Haagse Madoerastraat. Er moet een dagmeisje komen en dat wordt de taak van de majoor. Vermakelijke, op het kluchtige af, vertelde geschiedenis, met een optreden van een Indisch gepensioneerd ambtenaar, en de onvergetelijke verschijning van "Sjenetje" en haar moeder, tegen wie de majoor het aflegt.

Hoven, Thérèse: Nonnie Hubrechts. Indische roman (1900)
Het is drama op drama in deze onthutsende roman, en toch eindigt het met een tafereel van wijsheid, liefde en berusting. Maar daar is lang geen uitzicht op, Er is de geschiedenis van Nonnie, het Indische meisje dat niet weet bij wie ze hoort: haar moeder is dood, haar vader stierf ook en dat ze onder de hoede van haar stoefmoder staat, weet ze eigenlijk niet. Dan is er het verhaal van juffrouw Wouter, die gecharmeerd raakt van de advocaat Hamme. Er zijn familieverwikkelingen, niet in het minst die van Toetie - zuster van mevrouw Hubrechts- die dan weer in de koeien zit en dan weer in de geldproblemen. Ja, het is een tjokvolle roman, waarin de heren er niet best vaanf komen. Dom, ijdel, overspelig of alles tegelijk. Een Indische roman die tot nadenken stemt. Er verschenen twee drukken, wat weinig is gezien deze verbazende en boeiende inhoud.

Hoven, Thérèse: Naar Holland en terug. Indische roman (1905)
De eigenlijke hoofdpersoon in deze roman is Majin, een Indonesische vrouw. Zij is naar Holland gereisd, trouwde daar met een Hollandse officier en werd vervolgens ongelukkig. Door de koloniale typeringen heen is toch iets anders zichtbaar: onverzettelijkheid, trouw en vergevingsgezindheid zijn eigenschappen die Majin in goede en slechte omstandigheden vasthoudt. Veel gaat er mis en verkeerd in de familie, vooral dankzij de Hollandse invloed, maar alles keert uiteindelijk ten goede dankzij de manier waarop Majin nassi tim maakt. Zoals ze zelf zegt: ""is toch 't allerbeste". En dat is waar.

Hoven, Thérèse: Artisten-droom (1905)
Toontje droomt ervan om artieste te worden, net als haar muziekleares juffrouw van Baerle dat ooit deed. Viool spelen, op een podium staan, bewonderd worden door de hogere kringen. Van Oom Chris uit Indië kreeg Toontje een viool. Thérèse Hoven beschrijft op geestig-moralistische wijze hoe Toontje een Tonia wilde worden en uiteindelijk het geluk vond als Toontje. Een weinig bekende novelle van deze schrijfster, eindelijk weer te lezen in de Leestrommel.

Hoven,Thérèse: Vervreemd. Indische roman (1906)
De Hollandse Corrie is voor het geld getrouwd met de rijke Indische man Lucas Reewald. Niet voor de liefde. Als zij hem uitscheldt voor "sinjo" knapt er iets in hem. Hij stuurt haar naar Nederland. Daar merkt ze vervreemd te zijn geraakt, en eenmaal weer terug in Soerabaia is ze vervreemd van haar man. Tussendoor allerlei nevenintriges die deze tweedelige roman even amusant als informatief maken. Een aanrader!

Hoven, Thérèse: Nonnie. Een Indische schets. In: Op de hoogte. Maandschrift voor de huiskamer (maart 1909)
Een onderwijzeres (in wie wij de schrijfster herkennen) brengt het Indische meisje Nonnie Verdam naar Nederland. Haar vader had zich zijn dochter toch anders voorgesteld, de stiefmoeder wil haar niet, haar eigen moeder is ongelukkig en Nonnie ook al. Wie was hiermee nu eigenlijk gebaat? Met racistische opmerkingen en venijnige opmerkingen over het concubinaat. Opmerkelijk verhaal dat gepubliceerd werd ten tijde van de ethische beweging.

Hoven, Thérèse: Zuster Linda (1912)
Na twaalf jaar gescheiden te hebben geleefd, volgt de hereniging tussen Gustaaf en Constance Zuidhoff. Zij heeft al die tijd in Nederland voor de kinderen gezorgd, hij had in Soerabaja een verhouding met de jonge Linda Joosten. De bedienden vergelijken haar positie met die van een njai, maar Linda is misschien toch anders. Als Gustaaf buiten haar bereik lijkt te komen, schaft ze zich een verpleesgterskostuum aan en reist hem na. Zij heeft rechten vindt ze, zeker na twaalf jaar zorg en liefde. Dat Constance er uiteindelijk anders over denkt, is geen verrassing. Een originele invalshoek, een onverwachte ontknoping en vragen die ieder voor zich moet beantwoorden, dat is de roman Zuster Linda.

Hoven, Thérèse: De passagiers van de "Rembrandt" (1919)
Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog reist een groot aantal passagiers van Indië naar Nederland, elk met een andere achtergrond en met andere plannen. Ze kijken terug en vooruit, en enkelen delen zelfs hun ervaringen wanneer de oorlog uitbreekt en veel onmogelijk maakt. Feitelijk is deze roman een verhaal over de oorlog in Nederland, gezien door de ogen van verlofgangers in vooral Den Haag. Het valt tegen, op ele manieren, en degenen die kunnen, gaan dan ook graag terug. Een caleidoscopische roman, die veel meer te bieden heeft dan de titel suggerreert. De auteur moet dit in de nadagen van de oorlog of meteen erna hebben geschreven: heet van de naald dus.