doorzoek de gehele Leestrommel

Leestrommel
Leestrommel
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Beata van Helsdingen-Schoevers:
Causerieën uit Indische kranten en ander werk


Inhoudsopgave *

boekomslag

Eind 2004 verscheen de biografie met een bijbehorende bloemlezing. Geschreven door de bezorgster van de Leestrommel.

De encyclopedie der liefde. Damescauserie in het Soerabaiasch Handelsblad, vierde blad, vrijdag 30 augustus 1918. Lezen

2. De Huwelijksadvertentie. Feuilleton onder het pseudoniem 'Anna Beata' Deel 1 in Weekblad voor Indië, no 14, 29 juli 1906. Deel 2 en slot in idem, no. 15, 5 augustus 1906) Lezen

3. Dewi Angreni. Een Javaansche sage. Vertelling in De Locomotief, 12-11-'19, notitie in familiearchief 12 november 1919). Lezen

4. Wat zusje van den kebon hoorde. Jeugdproza in Voor onze jeugd, geill. tijdschrift voor jongens en meisjes v.j. Scholte en Baas, 3de jaargang 1906: blz 21 e.v.) Lezen

5. Van een dichterziel in Indië. Damescauserie onder het pseudoniem 'Vanna' in het Soerabaiasch Handelsblad, zaterdag 12 juli 1919 Lezen


Beata van Helsdingen-Schoevers: Indië en Europa. Fragmenten.Causerieë n en beschouwingen over het leven in Ned.Indië over de vrouw en het kind en hun belangrijke problemen., ed. Johan Koning

Leiden: N.V. Leidsche Uitgeversmaatschappij, 1929

Hieruit:

 

I. Het leven in Indië

Brieven uit Indië I: "Het is een speciale taak, die ik op me ga nemen; u daarginds in Holland in te lichten over het leven, dat wij, Europeesche vrouwen, hier in de tropen leiden. Het is geen gemakkelijke opgaaf — en vooral — een héél verantwoordelijke. Daarom zou ik u vooruit willen zeggen: ik zal u geven mijn persoonlijke, mijn subjectieve indrukken. Ik zou niet anders kunnen, ik zou niet anders willen." Lezen

Brieven uit Indië II: "Wanneer voor ons, in Nederland, het Indische perspectief zich opent, als het om een of andere reden ter sprake komt, dat we gaan zullen naar dat verre, vreemde land, waar we uit den aard der zaak een beetje tegen opzien, dan komen er vrienden, en kennissen van vrienden, die „Indië kennen" en die vertellen ons massa's van daarginds, en alles zoo goed, zoo goed... Goddelijk land. Geen dienstbodenplaag. Onbezorgde financiën. Alles even goedkoop." Lezen

Brieven uit Indië III: "Bezuiniging. Het is een mooi en makkelijk woord! Maar, o! het is in Indië niet licht tot werkelijkheid gemaakt. Een voorbeeld. Stel eens, dat we in een klein plaatsje zijn terecht gekomen — op een cultuuronderneming in het gebergte of in een binnelandsch dorpje. Dat is geen uitzonderingsgeval, want aangezien er maar enkele „steden" in Indië zijn, is het overige noodwendig alles in mindere of sterkere mate: ..binnenland". Dat moge voor natuurminnaars zijn charmes hebben — zijn nadeelen heeft het ook." Lezen

Brieven uit Indië IV: "In Indië kent men, sterker nog dan elders in de wereld, enkel den adel van de brandkast. Geestesbeschaving, superioriteit of artisticiteit zijn weinig in tel. Men mag ze voor een enkele keer wel „graag eens zien", maar men wil er toch niet lang mee te maken hebben, ze zijn après tout niet practisch genoeg! Men is in Indië om geld te verdienen, zoo gauw en zooveel mogelijk, en men is „Hollander" die immers de teekenende zegswijze heeft van „alles aan zijn laars te lappen!"" Lezen

Brieven uit Indië V: "Het werkwoord „verindischen" heeft, sedert de scheepvaartverbindingen zoo snel en goed geregeld zijn (laten wij hierbij aan normale tijden blijven denken!), veel van zijn kwaadaardigen klank verloren. Men behoeft thans niet meer te „verindischen" — in den geijkt en zin van het woord! Men kan zich op de hoogte houden van de geestelijke stroomingen elders, men kan zich ervoor blijven interesseeren." Lezen

Brieven uit Indië VI: "De vorige maal sprak ik over de Indische kinderen, en ik beloofde er deze keer mee door te gaan. Heel sterk missen hier de kinderen de zoogenaamde „éducation de la rue", de heel gewone dagelijksche dingen, van wie een opvoedenden invloed uitgaat. Welk Indisch kind ziet er nu eens iets leuks of iets moois in een winkelraam bijv.? Wanneer hoort het eens muziek, al was 't maar een gezellig vroolijk draaiorgel, dat zoo opwekkend in de zonnige straat kan staan spelen?"Lezen

Brieven uit Indië VII: "Naast onze Hollandsche kinderen hier staat de Indische jeugd, de jonge Javanen... Ik dacht eraan, toen ik onlangs een „Congres" bijwoonde van „Jong Java" — dat zijn de scholieren der Javaansche Middelbaar-Onderwijsinrichtingen. Aardig en interessant, zoo'n congres van die jonge jongens — meisjes waren er helaas nog niet bij — maar dat komt wel!" Lezen

Brieven uit Indië VIII: "Ik lees in de bladen, dat er in Den Haag besloten is tot de oprichting eener Koloniale School voor Vrouwen. Een heel nuttige en ongetwijfeld noodige instelling. Als de uitvoering aan te stellen verwachtingen voldoet, zal deze school een zegen kunnen zijn voor vele vrouwen, die naar Indië moeten. Haar zullen het land, het volk en de gebruiken minder vreemd vallen en daarom minder teleurstelling brengen." Lezen

Het kind in Indië. "„Ik zou wel eens graag willen weten", zei iemand naast me in den trein, „waarom de kinderen hier zich nooit eens kunnen bezighouden..."
De wagon was overvol, het einde der vacantie had reeksen ouders met nog meer kinderen op reis gebracht. En daar zaten nu de jeugdige scholieren en vulden de wagens van den langen, langen trein. Ze hingen en lagen en keken wat, en zanikten tegen hun ouders, vertoonden onmogelijke humeur-nuances, zeurden over de warmte en om limonade, verveelden zichzelf en anderen in den overvollen trein." Lezen

De „bedorven kinderen": "Nergens zooveel als in Indië, hoort men spreken over „bedorven kinderen".
"Een echt bedorven kind!" „Zijn vader bederft hem schandelijk!" Heel gewone uitdrukkingen, die in elk gesprek rondzweven. En niemand bedenkt, welk een tragedie er eigenlijk in deze woorden schuilt. Als men het woord niet zoo gedachteloos gebruikte, zou men van de juiste beteekenis reeds terugschrikken. „Bedorven" — verknoeid, mislukt, verminkt, — en dat ter bepaling van een schepsel, dat eens een mensch, een goed mensch moet worden." Lezen

De goedkoope opvoeding. "Er werd eens, somewhere in Indië, gesproken over meisjes en meisjesopvoeding.
Een moeder zei: „ik ben heel blij, dat ik maar 'n dochter heb, die kost lang zooveel niet aan opvoeding, en later behoef je ze niet uit huis te sturen om verder te studeeren — komt ze bij me thuis om het huishouden zoowat te leeren..."
En daar was iedereen het mee eens." Lezen

 

Over de Nederlandsche taal in Nederlandsch-Indië "Welk een treurig onderwerp! Hè, hoor ik u uitroepen, treurig? Ja zeker! Geef uw ooren maar eens den kost en kom dan eens niet tot dezelfde conclusie, als waartoe ik gekomen ben: dat het taaltje, dat hier voor Nederlandsch moet doorgaan, gewoonlijk slechts een allermiserabelst restantje is van onze mooie taal. Of is het geen treurig feit, dat men zoo zelden door hiergeborenen (zij het dan ook uit echt Europeesche ouders) zuiver Nederlandsch hoort spreken? Altijd een tintje Indisch er door, de Indische tongval, de intonatie, de woordzetting, de klemtoon, kortom, alles begoten met het Indische sausje." Lezen

De Hollandsche vrouw, en wat zij voor onze taal kan doen. "Men zegt dat wij vrouwen de bewaaksters zijn van het „heilig huiselijke"; van den huiselijken haard, van de kern der samenleving, of welke namen men het geven wil. Men noemt ons vrouwen behoudend, der traditie trouw, wanneer er ethnologisch, folkloristisch, iets nageplozen moet worden, dan wendt men zich tot de vrouw, zij is meestal degene, bij wie veel, wat nergens meer geweten of begrepen wordt, bewaard is gebleven, zuiverder vaak dan men het in welk museum of welke encyclopedie ook, vinden kan." Lezen

Het Indische dienstpersoneel "Als ik in m'n bakvischjaren op ,,'n avondje" was gevraagd en thuiskomend getrouwelijk „verslag" moest doen aan moeder over „wat ze aan hadden" en „waarover er gepraat was" dan laschte ik strijk en zet in: „de dames hadden het natuurlijk over de dienstboden..." en ik zei dit met een tikje minachtende bakvischinsolentie.
Met de jaren is mijn afschuw toegenomen voor de dienstbodenpraatjes." Lezen

De vrouw en kolonisatie "Het is typisch eens op te merken, hoe in de oorlogvoerende landen de belangstelling voor hun koloniën gewekt wordt als gevolg van den wereldstrijd. Het heeft zijn heel natuurlijke reden: de getinte strijders uit overzeesche gewesten, die hun intocht doen in de Europeesche centra trekken vanzelfsprekend ieders aandacht — men vraagt zich af: „Waar komen zij vandaan? Hoe leeft men ginds in dat land?" en nog honderd dingen meer." Lezen

De Hollandsche vrouw en de Inlandsche beweging "Daar is één ding, dat u, nauw aangekomen uit Nederland in Indië, als iets heel merkwaardigs aandoet.
Nog heeft men in Priok den voet niet op het land gezet, öf van alle zijden gonst het langs u heen: „de S. I.... inlandsche beweging... excessen...".
De eerste Indische courant, die men inziet: „S. I.... inlandsche beweging... hetzelfde menu." Lezen

De vrouw in onze geschiedenis I: "In vroegere tijden leefden er ook vrouwen, die werkten en leden en vreugde hadden, net als wij.
Dat is iets, waaraan wij, die gansch haar erfenisse aan ziel, gemoed en geest toch meekregen, bijna nooit denken. Wij lezen over Piet Hein, over Rembrandt, over Stadhouder-Koning Willem III, wij lezen over alsoortige lieden tot zij een begrip voor ons geworden zijn, maar het zijn allemaal mannen!" Lezen

De vrouw in onze geschiedenis II: "De man van-alle-eeuwen heeft de vrouw-van-alle-eeuwen altijd beschouwd met ietwat schuwe blikken om haar sfinxige geheimzinnigheid... Ze mochten nog zoo'n groot woord hebben, de heeren der Schepping, voor de Vrouw bleven ze in hun diepste zelf altijd toch een klein beetje beducht. Vooral voor „de wijze vrouw". Lezen

De evolutie in het vrouwenleven "Een man heeft in Leven en Werken gezegd, hoe hij zich de vrouw der toekomst dacht. Met opzet gebruik ik hier de klem op de „man", omdat dat artikeltje vaak een goed inzicht in een facet der vrouwelijke ziel aantoont. En dit is, vooral bij een man, uiterst zeldzaam. De man, de exacte, weet alles zeer precies, en berekent volgens wiskundige formules — en daarmede zal hij de vrouw nooit een stap nader komen." Lezen

De vrouwenbeweging "Bij dit woord krijgt ieder een verscheiden beeld voor den geest. Hier in de Koloniën, meen ik. Niet, dat ze in Holland allemaal zoo „bij" zijn. — niet, dat ze daar in Vlachtwedde en Waspik precies weten, wat vrouwenbeweging is. Maar — laten we heel voorzichtig zijn! — over het algemeen komt het ons voor, dat men zich uiteraard daar ginds een beter beeld vormt van het begrip — dan hier. " Lezen

De onafhankelijkheid der vrouw "„Het wijfje van het geslacht „mensch" is afhankelijk van het mannetje. Hij voorziet haar van voedsel."
Dat staat in een oud boekje van de bekende Amerikaansche schrijfster mevrouw Perkins. En nu mogen wij hoog of laag springen, ontkennen of boos worden - gelijk heeft zij. Prettig aanhooren is het niet, zoo'n waarheid! Welk mensch erkent er graag zijn hulpeloosheid? In dat opzicht zijn wij nog misdeeld — als wij eerlijk zijn moet de waardeering van ons eigen-zeil heel. heel klein zijn, — en dat is een droevige erkentenis." Lezen

Over het solidariteitsgevoel bij de vrouw "„Wat ik zoo jammer vind van de vrouwen — is haar nog weinig ontwikkeld solidariteitsgevoel", zegt Hanna van Lingen in de Groene. Jawel, kom daar nu speciaal bij de dames om, om solidariteitsgevoel. Als er nu één zwakke plek is, is het deze... Vrouwelijke camaraderie bestaat er niet of nog heel embryonaal. Het is waar: een man verraadt geen anderen man. Nooit vertelt een man over de „ongeregeldheden" van zijn vrienden aan een vrouw — zij het zijn liefste, zijn moeder of zijn zuster." Lezen

 

Wat er alzoo in „de" vrouw geeischt wordt De nieuwsgierige redactrice van een Haagsch weekblad wilde 'n paar maanden geleden absoluut weten, wat „men" in de vrouw het hoogst schat. Welke deugd of eigenschap het meest geapprecieerd wordt! Uit den stapel ingekomen antwoorden bleek, dat niemand recht begrepen had, waar het om ging, en dat iedereen maar als „der vrouwen hoogste goed" had beschreven, wat hij (of zij) zelf wel wenschelijk achtte, of — pijnlijk miste in de naaste omgeving.Lezen

Lezen is levensverrijking Wij lezen hier in Indië heel veel... Die reputatie hebben wij tenminste. Wij blijven daardoor erg op beschavingspeil... zeggen zij, die een tournéetje over het eilandenrijk maakten en overal vriendelijk te logeeren werden gevraagd. En zij wijzen wijzen op de „trommel" in den hoek van de eetkamer, die pa en ma 's avonds als de kinderen naar bed zijn, tusschen zich in nemen. In dit eigenaardig Indisch meubel bevinden zich hooggebergten van litteratuur. En alle weken krijgen we er een thuis, maar de meeste weken is men in deze bestaan somstandigheden niet geporteerd tot bergtochten. In het lage land kan het immers ook amusant wezen — en wij zijn het stijgen zoo ontwend: hoogten maken ons duizelig en kortademig — ook is het lastig, dat van bovenaf proportie's anders zijn, dan waaraan wij gewoon zijn geworden.Lezen

Liefdegedichten van de moderne vrouw In „Den Gulden Winckel" staat een studie afgedrukt van Winkler Prins over de Modern-Duitsche Minnezang, meer speciaal van vrouwen en meisjes. Dit essay van onzen grooten Winkler Prins wordt eerst nu, na zijn dood, gepubliceerd, terwijl het toch reeds voor tien jaar geschreven werd.
Om verschillende redenen verkoos de schrijver het in portefeuille te houden, liever, dan het geplaatst te zien niet juist als hij dat wenschte.
De studie werd geschreven naar aanleiding van een Duitsch boekje — Liebeslieder Moderner Frauen, uitg. Hermann Costenoble, Berlin.Lezen

Over verzen van Annie Salomons „Verlos ons van den spreektoon, Heer Geef ons natuur en waarheid weer..."
bad de Genestet reeds. Wat niet verhoedde, dat de brave de Genestet dikwijls reusachtig aan het preeken sloeg, — al is het dan ook blijmoedigjes weg, niet zoo zwaar-op-de-hand als anderen uit dien tijd, toen de kunst immers in de eerste en eigenlijk eenige plaats opvoeden moest. De Genestet was voor zijn tijd een stoutmoedige — hij durfde inderdaad wat met zijn fantasie! Wel liet hij alles weer zoet en braaf in het gareel komen — maar die ondeugende fantasie, die hij zoo goelijklachend beschreef, was dan toch een rakker.Lezen

 

Het beeld van de vrouw in de nieuwste Fransche litteratuur Om één ding weet ik zeker den oorlog dank — dat hij, zij het ongewild, de wereld een anderen kijk heeft gegeven op de Fransche vrouwen. Dat dit „andere" inhoudt „betere" begrijpt men zonder zeggen — slechter kon immers niet? Welke gedachtenloop volgde men bij het hooren van het woord „Francaise", vooral van „Parisienne"! Lichtzinnig in de leelijke beteekenis was de uitgangsterm — en de minst straffe. Dat die zoo meenden bijna zeker zelfs geen Fransche vrouw kénden — meest niet eens de taal voldoende! — was wel waar, maar het gezichtpunt was er nu eenmaal en iedereen haastte zich mee te klauteren op het slijkbergje en daar te roepen: Ja, 't is zoo, hoor!Lezen

De vrouw in het nieuw-Romantisme Het Nieuw-Romantisme wordt geacht zich ontwikkeld te hebben uit, in zekeren zin de voortzetting te zijn van het Naturalisme, de groote literatuur-strooming, die als reactie kwam op de oude conventioneele frasen-letterkunde. De Naturalisten zochten juist, preciese weergave, zurver-omlijnde uiterlijke uitbeelding, en hun geest waaide als een frissche wind door de vermufte, in zichzelf verkalkende wereldliteratuur, sloeg de conventie te gruizels en joeg een nieuwe jeugdbruisende stroom door de oude verzande bedding. De uitbeelding van het tastbare, het menschelijke, het aldagelijksche, dat werd het Naturalisme.Lezen

De zee is universeel als de vrouw In eindelooze deining... Universeel als de vrouw...
„Want in haar is alle goed en kwaad in aanleg, en van de omstandigheden hangt het af, wat zij worden zal: goed of slecht!"
Is zóó de vrouw? Als de zee? Maar als zóó de vrouw is, dan is, als velen haar zoo gezien hebben, hoe is dan de vrouw, die kalm is en wetend haar weg gaat en werkt en gelijk alle dagen haar pad betreedt? Toch óók vrouw. Gedegenereerd? In goede of in kwade richting? Of beheerscht? Of... dood-gekneld? , Wat al vragen! Moeilijk is de vrouw, onvolgbaar, onwerkelijk,onbegrijpelijk als... de zee.Lezen

De moderne vrouw en Ada Gerlo's jammerende klachten „De Vrouw zoekt...
Er is misschien geen periode in de geschiedenis aan te wijzen, waarin de Vrouw zóó zoekt en tast als in die van den Nieuwen Tijd, welken wij thans beleven. De Vrouw, die dit mocht willen tegenspreken, zou bewijzen, dat zij nog niet gevonden heeft, wat door haar innerlijkste wezen het hevigst werd verlangd.
De moderne vrouw heeft op het oogenblik vrijwel alles bereikt, waarom zij den strijd jaren geleden begonnen is. Lezen

De moderne vrouw en Ada Gerlo's jammerende klachten Ik las de bespreking van mijn vriend Van Hildevoort over Ada Gerlo's Daadlooze Droomen... En dadelijk sprong in mij het protest te voorschijn. Niet om de recensie als zoodanig te weerleggen schrijf ik dit stuk — dit ligt niet op mijn weg, en ik zou er ook niets voor voelen — doch om te spreken over de zéér mannelijke zienswijze, die in Hildevoort's artikel tot uiting komt — een bijna algemeen gangbare opinie onder mannen en... onder vrouwen. Het over groote deel der menschheid denkt immers nooit zelf — kauwt gemakshalve anderen, die eenige autoriteit bezitten, en vooral niets anders verkondigen dan men lange jaren gewend is te hooren, na, en dit wordt de „algemeene inzichten" genoemd... Lezen

 

Over huwelijk en liefde Wanneer wij in de samenleving om ons heen zien, in wijden of in beperkten kring, naar boven of naar beneden — altijd treft ons een zekere neiging van elk mensch naar het huwelijk.
Van man zoowel als vrouw gaat deze drang uit — de seksen zijn ook hierin, zooals in de meeste andere algemeen menschelijke eigenschappen, absoluut gelijk!
Dit verschijnsel is vooral zeer eigenaardig in onzen, door retrograde naturen zoozeer gelaakten, modernen tijd, waarin men telkens opnieuw hooren kan: „néén, als ik er nog eens vóór stond — dan zou ik wel wijzer wezen, dan trouwde ik niet meer!" (van hen, die het reeds zijn!) En toch... en tóch...Lezen

Van man en vrouw Ik zal het hebben ditmaal over een schrijver, wiens naam bij vele Indië-dweepers geen gunstigen klank heeft. Oud-Indisch gasten verwenschen Bas Veth, omdat hij— op gevaar af heel veel van mijn vrienden en vriendinnen tegen me te keeren, kan ik mijn opinie in deze niet verzwijgen — omdat hij onder een min aangenamen vorm de waarheid zei, in veel opzichten. Soms wat donker gekleurd, maar eerlijk, eerlijk zooals hij het zag en zooals het helaas was en meest nog is. Dat het den Indiërs zoo onaangenaam aandeed verklaar ik hierdoor, dat Veth's noodkreet zoo eenvoudig was, dat hij het kenmerk van het ware droeg, dat hij daarom véél geloof vond, en bij degenen met Indië onbekend, een soort van afkeer wekteLezen

De encyclopaedie der liefde Er zou een goed, een verdienstelijk, een roemvol werk te verrichten zijn met het schrijven van een Encyclopaedie over de Liefde, speciaal ten gebruike van pas- en langer-gehuwden of van hen, die eens hopen te trouwen. Vreemd, dat over alles en nog wat lexika en encyclopedia samengesteld zijn, behalve juist over dit alles-omvattende, wereldbeheerschende begrip: Liefde. Heel de wereld, van Eva en Adam af, heeft de belangrijkheid van het thema erkend: iedereen heeft er op de een of andere wijze verstand en ondervinding van; het is een zaak van algemeen belang, veel meer dan Europa's ijsperiode, de crimineele anthropologie of de ontwikkeling der volksgezondheid. En toch...Lezen

De vrouw is den man gehoorzaamheid verschuldigd Een mooi onderwerp om 't in de kentering-hitte over te hebben...
Ieders humeur is in dit abnormale getij toch al lichtelijk prikkelbaar — het juiste moment om de psychologische werking van dit zinnetje eens te observeeren.
Bijvoorbeeld zóó.
Er is weer 'n ochtend aangebroken over het aêmechtige land. De wolken hangen laag, de temperatuur is drukkend; ook deze morgen heeft weer geen verademing gebracht..Lezen

Les souvernirs d'antan Hij en ik, we hadden elkaar in geen jaren gezien. En we ontmoetten elkander weer op een officieel diner, zoo een, waar het „ton" is, zich te vervelen, en waar iedereen zijn buurman er op aanziet zoo weinig amusant te wezen. Ik kwam naast hem te zitten, en omdat mijn linkerbuurman aan de andere zijde de vrouw van zijn chef had zitten, en hij blijkbaar een goede conduite of een salarisverhooging ambieerde, waren wij wel op elkander aangewezen, ook al, omdat de „zij", die recht had op de andere helft van m'n kennis-van-vroeger, een „dame" was, en zich dus kon aanmatigen, vervelend te wezen.
Hij en ik, wij zaten dus naast elkaar. Lezen

Vrouwen en vriendschap „Vrouwen kennen geen vriendschap" zeggen de ondoordachten. Waarmede zij te kennen geven, dat de vriendschap tusschen vrouwen onderling, om de rivaliteit, niet mogelijk is, en de vriendschap tuschen man en vrouw een anderen ondergrond heeft, of in iets anders ontaardt, zoodat noodzakelijk een band tusschen man en wouw een andere verhouding is dan de vriendschappelijke. Beide stellingen zijn klem gedacht, eng van horizon, en getuigen van een geborneerd opmerkingsvermogen. Want er zijn voorbeelden te over, de geheele geschiedenis door, van vrouwenvriendschap.Lezen

Zij die geen vriendschap en geen aansluiting kennen Maar weinig is er in de wereld, dat niet voor geld te krijgen is — onder die héél enkele dingen is het gevoel, dat met den naam „vriendschap" wordt aangeduid.
Ouderwetsch — want wie spreekt er eigenlijk nog in onze taal van „vriendschap"? Men houdt er vrienden op na, zeker, maar steeds met een preciseerend en diminueerend voorvoegsel: „boemel-vrienden", „fuif-vrienden", „zaken-vrienden" en dergelijken — de echte „vrienden" zonder hoedanigheidsbepaling zijn er welhaast niet meer... En al in het bijzonder niet in Indië. Men heeft hier geen tijd tot vriendschap — of iets anders. Het kan bijvoorbeeld ook wel zijn, dat de levensomstandigheden in de kolonie egoïstisch maken — hoe beter het een mensch gaat, hoe meer hij om zichzelf gaat denken!Lezen

Gedachte van eene, die op den grens staat Een zonneplek kiert door een vensterreet op het witte bed — ochtend. Mevrouwtje wordt er wakker van. Ach ja, dat nare licht. 't Moet ook altijd komen storen, net in je liefste droomen. Waar was ze ook weer mee bezig? Ah ja — een auto-tocht — en toen — het strand — het lekkere lauwe zand om je bloote voeten — het flatteuse tricot je met het groene rijglintje hoog op het been — en — even kruipt 'n zwoele rilling langs mevrouwtjes ruggegraat — die flirtation met — nu, geen naam herhalen! Nu zijn we wakker en weer koud en solide. En hij is "Meneer zoo en zoo" en ik ben „mevrouw!" met veel eerbied asjeblieft. Hij moest het eens weten — die stevig-degelijke, waschechte kerel. Dat ik zoo van hem droomde.
Bovendien — ja hemel! dat is waar ook — als je al dertig bent!Lezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verantwoording*

De inhoudsopgave is gebaseerd op een digitale bloemlezing, samengesteld voor de Leestrommel. Deze zal onregelmatig worden uitgebreid. Voor kennelijke fouten die aan mijn waarneming zijn ontsnapt, hou ik me aanbevolen. De fragmenten uit de bloemlezing kennen in deze weergave minder cursieven en klemtonen, vanwege de leesbaarheid. De paginanummers verspringen digitaal, omdat het boek lege pagina's kent die wel genummerd waren.

Vilan van de Loo