Jeanne Reyneke van Stuwe: Gerda Bataviaasch Nieuwsblad: Maandag 2 Juni 1902, No. 149; vierde blad
In de koele, ruime serre waren allen, wachtend, bijeen. Mevrouw stond in een der geopende deuren en luisterde of zij op den weg het rijtuigje nog niet hoorde aankomen, waarmede haar man hun logé van den trein was gaan halen, Otto, haar dertigjarigen stiefbroer, een indisch officier die met verlof naar Nederland kwam. Francoise, de oudste dochter, met zwart haar en een donker piquant gezicht, zat voor de piano en speelde met veel kracht en vaardigheid een poolschen dans. Bij een klein tafeltje was Nelly bezig met het maken van een antimacassar van point-lacé: zij was blond en had een vriendelijk, weinig opvallend gezicht, heel anders dan Francoise, haar drie jaar oudere zuster. Gerda, de jongste en mooiste der drie meisjes, met haar blonde, golvende haar, opgestoken tot een lossen, bevalligen wrong lag zonder iets te doen op een rieten stoel, lachte soms met een lichten glimlach om haar mooien mond en een guitigen blik in haar donkerblauwe,stralende oogen tegen Karel, haar neef die ziek geweest maar thans herstellende was en op een langen ziekenstoel uitgestrekt, aldoor naar haar lag te kijken. Bij iederen forschen, expressieven toon dien Francoise door de serre deed klinken, trok zij haar wenkbrauwen veel beteekenend op, en eens zei ze fluisterend snel tegen Karel: - Oom Otto wordt feestelijk ingehaald! Hij glimlachte; het was bekend dat Francoise gaarne blijk gaf van haar talent voor muziek en haar begaafdheid, als het mogelijkwas, altijd de éérste indruk dien men van haar kreeg, liet zijn. Door het achterhek reed het rijtuigje den tuin binnen, tot vóór de serre. Allen behalve Karel gingen naar buiten; mevrouw omhelsde en zoende haar broer, Francoise stak hem haar hand toe, en zei: - Welkom weder hier! De kleine, blonde officier met zijn jong, aardig opgewekt gezicht, wendde zich naar haar toe, drukte haar-en Nelly de hand, met lange, hartelijke kracht. - Wat ben ik blij, hier weder te zijn! zei hij wel-gemeend. Wat afgezonderd stond Gerda, behaagziek wachtend, totdat hij naar haar toekomen zou. -Is dat Gerda? vroeg hij verrast. Francoise en Nelly herkende ik dadelijk, maar is dat het kleine kindje, waar ik mede speelde en stoeide vóór ik naar Indië ging?.... Gerda zag hem, quasi-bedeesd, coquet van onder-op aan. -Ja Oom, zei ze toen. Hij lachte; maar toch geprikkeld,zei hij: - Noem me toch niet "oom". Otto ben ik voor jullie, net zooals vroeger! Zij liet hem haar hand vatten; glimlachte tegen hem, met den haar eigen, halfzachten, halfspottenden lach, en zag hem aan met den vollen blikvan haar mooie, heldere oogen, terwijl ze: "Otto" zei. Hij glimlachte ook, tevreden, zonder te zien hoe Francoise toornig haar voorhoofd fronsde en ging naar binnen om Karel te begroeten. Dien geheelen middag,terwijl Otto druk te praten zat-en uitvoerig antwoordde op de vele vragen die hem werden gedaan, lag Karel het met nauw-verbeten boosheid aan te zien dat Otto,hoewel hij in het algemeen sprak, zijn blik niet weg van Gerda wendd en dat zij hem met haar glimlach en haar oogopslag voortdurend aan te moedigen scheen. Dat nest dacht hij, niemand ontziet ze iedereen is goed genoeg voor haar spel. De coquetterie is bij haar niet aangeleerd,maar aangeboren..... Ik geloof niet dat ze weet hoe erg het is wat ze doet, ze is nog zoo jong maar als ze zoo voortgaat, wordt ze een gevaarlijke vrouw!... Met een vriendelijk knikje kwam de aanstaande "gevaarlijk vrouw" op hem toe; ze bracht hem een glas ananas-limonade metijs, en zette het in den glashouder van zijn stoel. Hij keek haar aan, nog wrevelig en toch verteederd; ze had zoo iets onbeschrijfelijk bekoorlijks over zich,dat het onmogelijk was daaraan wederstand te bieden. Hij zuchtte en schudde het hoofd, wat zij beantwoordde met haar lach en haar begrijpenden, ondeugenden blik. En hij dacht: ze is nog maar een kind, een stout, onnadenkend kind...maar toch keek hij bezorgd naar het hernieuwd geflirt dat nu nog drukker en in het oogloopender weder begon. Francoise zat met een strak gezicht en boos-donkere oogen voor zich te kijken; iedereen zag het dadelijk aan haar, wanneer zij uit haar humeur was,maar zij kon haar ontstemdheid onmogelijk verbergen. Wat verbeeldde zich dat inpertinente wicht om zich zoo van Otto meester te maken! Ze ging zich in den laatsten tijd zoo onverdragelijk op den voorgrond stellen, dat er noodzakelijk een einde aan moest worden gemaakt. En toen de drie meisjes voor het diner zich boven op haar kleedkamer aan het verkleeden waren, barstte haar boosheid los, terwijl Gerda haar bleef aankijken met haar kalm-spottenden blik. - Gerda, ik verzoek je vriendelijk je niet altijd te gedragen, alsof je geen andere zusters hadt, het komt heelemaal niet te pas dat jij, de jongste, zoo'n toon aanneemt; nu weer vanmiddag met Otto, ik heb me dood geërgerd, zooals je coquetteerde; denk je soms dat hij let op zoo'n kind? hij heeft nog wel iets anders in de wereld gezien! Laat jij een man als hij maar over aan je oudere zusters en bemoei jij je met de jongetjes die bij jou passen! En Frangoise, in een licht tussor zijden toilet dat haar uitstekend stond,verliet de kamer. - Jongetjes! zei Gerda beleedigd. Bedoelt ze Dick daar soms mede? De volgende week is hij ingenieur! Ze mocht willen dat ze zoo'n jongetje, had! Weetje wat het is? ze is jaloersch zei ze ook al tegen me dat ze het niet goed vond, zoo-als je deed en toen zei ze ronduit: je denkt misschien dat ik jaloersch ben, maar dacht je dan dat ik me zoo heftig uiten zou? Het is alleen maar dat ze al erger en erger worden zal, als ze er niet op wordt gewezen. - Al erger en erger! Wat doe ik dan? - Het is toch niets anders dan jaloezie! Praat jij ooit zoo tegen me? - Maar ze zal nog wel anders kijken als.... ... - Als? zei Nelly, bezig Gerda's wit jacquetje vast te maken. - Och niets Ik had het nog niet willen vertellen, maarje mag het wel weten als je er maar met niemand over spreekt, De volgende week komt Dick zijn officieel aanzoek doen bij Papa....niemand weet het nog dan Karel, natuurlijk, hè, Dick' beste vriend... - O, kind, wat heerlijk! zei Nelly, haar zusje hartelijk omhelzend, ik wist wel dat jullie veel van elkander hielden, maar dit had ik toch niet gedacht. Maar, Ger, ging ze zachter voort, als dat zoo is., dan begrijp ik niet hoe je zóó tegen een ander kan zijn!... - Hoé tegen een ander? vroeg Gerda. Wat doe ik dan? Ik begrijp jullie niet! Ik ben heel gewoon! Het is een aardig mannetje, oom Otto! waarom zou ik niet zoo tegen hem zijn als ik ben? Nelly moest lachen om de tegenstelling tusschen: "aardig mannetje"en "oom Otto" en Gerda sprak niet verder, want ze zag Dick aankomen op den weg en liep naar beneden om hem tegemoet te gaan tot het hek. Nelly vond het prettig dat Dick juist dezen middag ook was te dineeren gevraagd, dan zou Gerda vanzelf zich meer bij hém dan bij Otto bepalen. Maar Gerda, tusschen Dick en Otto in gezeten, bemoeide zich uitsluitend met Otto, haar rechter cavalier, ofschoon die aan Francoise toebehoorde. Gedeeltelijk deed zij dit om te laten zien dat hij wel degelijk lette op haar, het kind, gedeeltelijk omdat zij hem heel aardig vond en er volstrekt geen kwaad in zag. Maar Otto die al haar coquette maniertjes hield voor naïeveteit, en haar mooi,frisch gezichtje, haar jong, slank figuur, haar schalksche geestigheid bewonderde tot verliefd-wordens toe, wendde geen oog van haar af en sprak uitsluitend tot haar. Francoise was bleek en sprakeloos van toorn; hoe durfde ze, na haarvermaning, op deze-wijze voort te gaan? En die Otto, hoe was het mogelijk dat hij zooveel aandacht kon geven aan een kind! Ze begreep het niet. Dick-was stil; hij voelde zich diep ongelukkig. Als gewoon gast kon hij zijn ontstemdheid niet toonen, noch Gerda openlijk rekenschap vragen en een verlichting was het hem toen het diner was afgeloopen. Allen gingen naar de serre en in den tuin, maar mevrouw hield Gerda even terug. - Kind, zei ze, ik moet je even wat vragen. Je was vanmiddag zoo druk met Otto en op Dick lette je niet. Ik dacht dat je veel van Dick hield. - Dat doe ik ook, zei Gerda. -Maar dan mag je niet zoo tegen Otto zijn,hoor! Hij moet nu wel denken datje hem heel aardig vindt,en je begrijpt dat je dat hem niet mag laten gelooven als het niet zoo is. - Maar het is wel zoo. Ik vind hem heel aardig! - Doe nu niet net of je me niet begrijpt, zei mevrouw,bemoei je maar liever wat meer met Dick. Mama sprak net als Francoise. En wat had ze gedaan? Niets. Alleen getoond dat ze geen kind meer was. En ze liep de serre in met het voornemen te blijven handelen zooals zij had gedaan. Karel was daar alleen, Dick ging juist den tuin in en zij zag het aan Karel's driftig gezicht en zijn houding, ' dat zij samen woorden hadden gehad. - Ben je boos op Dick? vroeg ze. Waarom? - Waarom? Omdatie dat flirten van jou met een ander maar kalm-weg toelaat! Ik heb hem gezegd dat een gek is, om dat te verdragen! Gerda ging naar hemtoe en zag hem aan met haar glimlach, en haar vollen-lichtenden blik - Is hij een gék, omdat hij mij niet opgeven wil? vroeg ze toen. Met een ruk wendde Karel zijn hoofd van haar af. Zij streek hem luchtig met haar hand over het haar en liep den tuin in, glimlachend. Zij bleef op dezelfde wijze zich gedragen tegen Otto dien zij opzettelijk dikwijls "oom" noemde, alleen om dien naam dan,vriendelijk-snel, met een zachte stem in "Otto" te kunnen verbeteren. De jonge officier week niet van haar zijde; de verrassing het kleine kindje zoo bekoorlijk en lief te zien opgegroeid en de herdenking aan zijn plan, maakten hem opgewonden en beletten hem zijn gevoelens eenigszins te verbergen. In de donkere serre, waar slechts aan de piano een paar kaarsen-brandden, zong Frangoise,met haar klank-volle, krachtige stem: Ich liebe dich...van Grieg. Maar Otto luisterde niet. Hij wenkte Gerda mede in den nu geheel duisteren tuin, en glimlachend volgde zij hem. Karel zag het, zag hoe Otto haar den arm bood, en zij dien nam, en zijn wenkbrauwen trokken zich nog toorniger samen, toen hij bemerkte dat Dick het ook had gezien. Onwillekeurig, in de duisternis,sprak Otto met gedempte stem. - Je weet niet wat 'n verademing het is, zei hij, na het jaren lang zien van meisjes met donkere haren en fletse tint, nu eens 'n mooi, blank, blond meisje onder oogen te krijgen, zooals jij.... 'n lentebloempje Gerda lachte. - Laat Francoise het maar niet hooren - Weetje waarom ik naar Holland ben gekomen? - Het is wel te begrijpen, hè: om een vrouw te zoeken. Maar ik zal je zeggen wat altijd mijn vaste plan is om een van de 'vier' meisjes van mijn zuster te vragen.... Hij keek haar aan; zij zag hem recht in de oogen, lachte en zei: - Je hebt nu nog maar de keus tusschen twee. -Tusschen twee ? - En wie?. - Wel, Suzie getrouwd en ik... - En jij?! - Ik ben...bijna... geëngageerd. Hij liet haar arm los, zonder een woord te spreken. Hij was geschokt en diep teleurgesteld. Kon dit zoo schijnbaar argelooze en eenvoudige kind al zóó'n volleerde coquette zijn? Of 'begreep zij het gewicht van haar eigen daden nog niet. Och, het was nog maar een kind maar een kind dat zich ontwikkelt tot vrouw, zich bewust wordt van haar macht,en, door haar jeugd daarvan misbruik maakt..; Bij de deur der serre ontmoetten zij Dick.- --Gerda, ik ga wég,"zei hij. - Danzal ik je even brengen tot het hek,antwoordde ze en zij stak hem haar hand toe, om, zooals zij dikwijls's avonds deden, te loopen hand-in-hand.Maar hij vatte die niet; zwijgend en met gebogen hoofd liep hij voort. - Wat is er? vroeg ze. - Wat er is! wat er is! barstte hij hartstochtelijk los. Wat er dezen héelen middag is geweest! Vraag je dat nog! Ga ik dan niet weg omdat ik het niet langer verdragen wil!.' - Dick! Maar hij lette niet op haar waarschuwenden roep. -Ik heb nooit iets gezegd, omdat ik niet dacht dat het je ernst kon zijn, ik heb je altijd laten begaan, al vond ik het ook nog zoo onaangenaam, maar nu wordt het te erg! Alleen mét hem den tuin ingaan:.. gearmd... terwijl je het wéét dat je hem verliefd hebt gemaakt! Onwillig bleefzij staan. Hij wachtte of zij spreken, zich rechtvaardigen zou, en met een bitter, beleedigd gevoel wendde hij zich van haar af, toen zij niet sprak, noch naar hem keek... -Je houdt nietvan me! zeihij. Dat is het...' Nog bewoog zij zich niet. Maar toen zij hem zag gaan, zoo gebogen, verslagen, flitste het opeens door haar heen, hoe leelijk-lichtzinnig zij had gehandeld; zij strekte haar armen naar hem uit, en riep: - Dick! Dick! Hij keerde zich om, verrast; zij sloeg haar armen om zijn hals, en fluisterde -Ik heb hem verteld...dat ik al zoo goed als geëngageerd, was...Heusch, wees maar gerust...ik heb er niets van gemeend...ik heb nergens iets van gemeend... Ik houd immers van jou, jou alleen... Vergeef je het me?... . En voor dat woord dat hij niet gemeend had ooit uit haar mond te zullen hooren, kuste hij haar lang en herhaaldelijk met innige warmte en dankbaarheid. En alles werd weder goed tusschen hen.
inhoud | volgende pagina