Melati van Java: 'Het juweelkistje van Tante Jet' In: Het Kasteel Schlesheim Schiedam: H.A.M. Roelants, 1902
[148:]
X.
Everdijk heeft woord gehouden. Hij maakt zijne Justine zoo gelukkig als zij het slechts wenschen kan. Tante Jet is nog lang boos op hem geweest. maar toen haar nichtje het eerste meisje kreeg, dat naar haar Henriëtte genoemd werd, kon de lieve Leonie haar niet langer te Batavia houden. Zij ging naar Karang-Gossoh, en hier namen Everdijk's hoogst eerbiedige manieren tegenover haar geheel den kwaden indruk weg, dien hij vroeger had gemaakt. Nooit werd er een woord over het gebeurde gesproken, maar uit de handelswijze van het jongepaar blijkt genoeg, hoe dankbaar zij haar zijn, hen van zulk een last te hebben ontheven. Langzamerhand is zij zulk een lid van het huisgezin geworden, dat niemand hunner en zij het allerminst er aan denkt, dat eene scheiding mogelijk is; nu zelfs, nu Everdijk assistent-resident geworden, naar eene verwijderde buitenpost is overgeplaatst. "Zeg, Vik," zei Hubert Smit- hem eens, toen hij toevallig zijn ouden vriend ontmoette, "men heeft je wel eens slechter raad gegeven dan ik, op dien avond in de Concordia?" Everdijk antwoordde met een glimlach, maar inwendig dacht hij: "'t Is gelukkig afgeloopen, maar het had evengoed kunnen eindigen in gevangenschap en schande!"
inhoud | vorige pagina