doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Melati van Java: 'Het juweelkistje van Tante Jet'
In: Het Kasteel Schlesheim
Schiedam: H.A.M. Roelants, 1902


V.

Op den volgenden Woensdag huurden Smit en Everdijk samen een rijtuig en reden naar Kramat, waar het huis der Van Weijnen's in zijn schitterenden glans van glaslicht prijkte. Leonie nam de honneurs waar, lief en naïef als altijd; Justine stond haar ter zijde, terwijl papa alle huishoudelijke beslommeringen aan de whist-tafel vergat. Tante Jet was bij zulke gelegenheden gewoonlijk niet te zien. De recepties van mevrouw Van Weijnen hadden, niettegenstaande zij nog zoo kort bestonden, reeds eene reputatie verworven.

[132:]

Leonie verstond uitnemend de moeilijke kunst der causerie; ze sprak even gemakkelijk en over alles met den ontwikkelden heer als met de onbeduidendste dames, Justine was een goede musicienne; mijnheer won aller harten door zijne jovialiteit, en wat niet het minste was, er werden goede thee, fijne dranken en Manilla-sigaren gepresenteerd; dikwijls kwam een fijn soupé de gasten verrassen, en al deze voorrechten maakten het huis der Van Weijnen's tot eene zeer geliefkoosde plaats voor hunne talrijke kennissen, met dezer kennissen, want nergens wordt het spreekwoord: Les amies de mes amis sont mes amis [De vrienden van mijn vrienden zijn mijne vrienden] ) zoo tot waarheid gemaakt als in onze goede Oost.
Everdijk was dien avond het middelpunt: hij musiceerde met Justine; hij gaf zelf eene prachtige solo ten beste; hij sprak met Leonie over Fransche en Duitsche litteratuur; hij vertoonde nieuwe kunstjes met de kaarten, - in één woord: hij was allerbeminnelijkst voor iedereen, maar voor Justine het meest. Zij vond hem dan ook zooals hij zich voordeed, een aangenaam jong mensch, en, voor het eerst van haar leven klopte iets daar binnen ten gunste van den geestigen controleur. En hij?
Smit zweeg met voordracht over hetgeen op 't bal gesproken was; hij liet zelfs niet uit de verste verte merken, dat hij nog eenige herinnering daaraan had bewaard; slechts toen Everdijk hem aan zijn huis afzette, om alleen verder naar zijn logement te rijden, zeide Smit:
"Jammer, dat je niet met de tante hebt kennis gemaakt! Een lief mensch, o zoo lief, maar in plaats van op hare tong of haar gezicht, bewaart zij die liefheid in het geldtrommeltje…"
Nauwelijks was Everdijk alleen, of hij bedekte zich het gelaat met de handen. Hij schaamde zich voor zich zelven:
"Onder alle meisjes zou ik haar juist hebben uitgekozen, maar kan, mag ik haar, die ik hoogacht en misschien spoedig innig zal liefhebben, mijne hand aanbieden, omdat zij bij den dood van hare tante rijk zal zijn? Smit zou zeggen, dat ik al te romantisch ben, en dat het juist goed

[133:]

uitvalt in het meisje van mijne keuze het noodzakelijkste te vinden; doch dit neemt niet weg, dat ik Justine alleen zou trouwen om het geld, en het meisje verdient beter. O, hoe waar is het, dat elke fout hare straf na zich sleept!"
Niettegenstaande deze wijsgeerige gevolgtrekking, trok Everdijk eenige weken later de stoute schoenen aan. Hij vroeg bij Leonie om Justine's hand, en toen deze, over het voorstel verrukt, hare stiefdochter liet roepen, las Victor in dezer oogen, wat hij vreesde en hoopte te gelijk. Zij had hem hare liefde geschonken, de eerste liefde van haar warmgevoelig hart. En hij, in plaats van het op die wijze te beantwoorden, hij gehoorzaamde slechts aan een koud eigenbelang. Fijngevoelig en prikkelbaar als hij was, kwetste deze gedachte hem in het diepste van zijn werkelijk edel gemoed, maar slechts één weg stond hem open. Hij kon niets anders handelen,- vervolgd als hij onophoudelijk werd door de schaduw van zijn berg schulden. Het strikte geheim, dat hij hierover moest houden gedurende den korten tijd van hun engagement, deed hem de gevolgen van zijn stap nog donkerder inzien, en gaf hem soms iets treurigs dat de helderziende Justine tot nadenken stemde.


inhoud | vorige pagina | volgende pagina