doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Anne Busken Huet-van der Tholl: Brieven aan Sophie Potgieter


Batavia, 26 febr, 1875

Lieve Sophie,

Gij weet niet hoe lief het van u is, geen mail over te slaan zonder tijding te zenden, Wij zouden zoo vreeselijk ongerust zijn, als wij niets hoorden. Ik wou wel dat gij dezen reeds in handen hadt, dan waren de treurige winternaamden, dan was vooral ook de verraderlijke Maart achter den rug. Gij hebt gelijk: tegen den volgenden winter vooral moet gij naar het zuiden, en wel naar Italie komen. Verbeeld u dat wij, in Oktober elkander te Napels ontmoetten! Het zou een voorsmaak van het wederzien in den hemel zijn! En het zou zoo uitvoerbaar wezen. Dan konden mijnheer P.[otgieter] en Huet zamen aan Huijgens werken. Wie weet wat er nog gebeurd. Wat zou het genoegelijk zijn, Sophie.

Denk niet dat Charlotte u vergeet; ik dacht dat zij boos was op mij, omdat zij mij ook nooit meer schrijft; doch zij schijnt alleen onoverkomelijk afgewonden en landerig te zijn. Ik heb u immers reeds geschreven dat zij plan heeft met Mei 76 naar Holland terug te keeren?- Van onze zuster Louize, de weduwe, ontvingen wij gister een brief uit Deutichem; werkelijk maakt zij het daar nogal wel, schijnt het.

Hier te Batavia verkeeren wij in afwachting van het vertrek van den heer Loudon. (hetgeen ons spijt; beiden hij en mevr. waren kennissen van vroeger van Huet, en zij waren altijd zeer beleefd voor ons), en van de aankomst van den heer Lansbergen. Men zegt dat mevr. niets dan Spaansch en een weinig Fransch spreekt; zoodat de groote dames hier doodsansgten uitstaan; want niemand spreekt Spaansch; en velen eigenlijk niet eens Fransch. Hoe zal het met de hofmakerij nu gaan? Verder vertelt men dat mevrouw Lansbergen een zeer aanstootelijk leven leidt; en ziet men allerlei scènes met de adjudanten van haren doorluchtigen gemaal te gemoet. Dat zou zeker nogal stichtelijk wezen. Bij den gouverneur Mijer was het de dochter des huizes slechts. Maar als nu mevrouw zelve begint!Vele dames hier houden haar hart reeds vast over hare mannen! Het is maar goed dat ik den mijnen gaauw inpak.-

Naar die nummers van de Cour. zal H. dadelijk doen zoeken; hij begrijpt zich niet hoe zij kunnen zijn weggeraakt.- Mag ik den brief met het cognossement voor Voûte nogmaals aan u adresseren. Gij zijt zoo vindingrijk; gij zult hem wel weten op te delven.-

Dag arme, lieve trouwe Sophie. Zijt met den, mogt het zijn gewezen patient, op het allerhartelijks gegroet van

Uwe Anne B-H


inhoud | vorige pagina | volgende pagina