Melati van Java: Hortense de Beauharnais. Koningin van Holland Baarn: Hollandia Drukkerij, [1913] (serie Historische karakters)
[60:]
ZESDE HOOFDSTUK
Den 2 December had in de Notre Dame de groote plechtigheid plaats van Napoleon's kroning door Paus Pius VII, opzettelijk uit Rome gekomen om er den grootst mogelijken luister aan bij te zetten. Het corsikaansche luitenantje had zich verheven hooger dan de oude fransche vorsten, in wier paleis - dat hij den 10 Augustus 1792 door kanonnen van het schuim des volks had willen schoon vegen, niet vermoedend dat het ten zijnen gunste zou zijn - hij thans troonde. Vóór den grooten dag hadden hevige tooneelen tusschen de familieleden van den nieuwen vorst plaats. Bijna zagen de Bonaparte's hun liefste wenschen vervuld. Napoleon was door hen overtuigd dat scheiding van Josephine voor hem noodzakelijk werd; dus mocht zij niet met hem gekroond worden; hun verdachtmakingen en ophitsingen droegen goede vruchten en men moet erkennen dat Josephine zelf aanleiding gaf tot de ontevredenheid van haar echtgenoot. Napoleon, ook in het kleine groot, hield stipt orde
[61:]
op zijn zaken; hij haatte verkwisting en noodelooze geldverspilling; voor schulden en niet dadelijk betalen koesterde hij afschuw, en zijn vrouw was hierin juist geheel tegenovergestelde gevoelens toegedaan. Haar kooplust kende geen grenzen: alles wat men haar aanbood moest zij hebben, niet zoozeer om het te bezitten als om het plezier van te koopen; bovendien was zij uiterst weldadig en kon geen verzoek om ondersteuning weigeren. Van deze goedheid werd veel misbruik gemaakt en zij kostte haar schatten. Haar schuldeischers lieten haar geen rust en wendden zich tot den keizer. Dan bulderde Napoleon en beval haar een lijst op te maken van haar schulden. Josephine schreide, beloofde beterschap en uit angst om de buitensporige som te noemen - het liep soms in de millioenen - gaf zij te weinig op. Later hoorde Napoleon het van teleurgestelde schuldeischers toch, en werd nog boozer over haar onoprechtheid. Evenwel waren zulke tooneelen niet de ergste tusschen hen. De keizer eindigde met over Josephine's finantieele wijsheid te lachen en vergaf haar na een paar dagen pruilen; haar jalouzie en wantrouwen echter nam hij meer kwalijk. Met de jaren werd zij, die vroeger meer dan eens aanleiding had gegeven tot praatjes, welke haar beiden mannen ter oore waren gekomen - steeds achterdochtiger. Dat men zijn gangen bespiedde was Napoleon evenals iederen man onverdragelijk. Hij gaf haar zeker aanleiding tot die jaloerschheid, maar hij wilde niemand
[62:]
verantwoording schuldig zijn, haar het minste. Haar grootste fout was echter dat zij zelfs zijn verhouding tot zijn lievelingszuster Pauline Borghese verdacht. Dit kwam den Bonaparte's ter oore en zij maakten van de onvoorzichtige uitingen der jaloersche vrouw zoo handig gebruik, dat hun broeder, ziedend van toorn, Josephine zijn plan tot echtscheiding meedeelde. Hortense, die zelf zooveel goeden raad noodig had, stond haar moeder in deze moeilijke dagen met wijze lessen ter zijde; zij ried haar aan oprecht te zijn en vooral haar man niet van zich te vervreemden door meer of minder gegronde verwijten, en toen de keizer er van sprak, Josephine weg te zenden maar haar kinderen bij zich te houden, verklaarden zij en Eugène beslist dat zij in geen geval hun lot van dat hunner moeder wilden scheiden en met haar het hof zouden verlaten. Hun tranen en waardige houding maakte indruk op Napolton, hij vergaf Josephine en beval dat zij met hem zou gekroond worden, of liever dat hij haar zou kronen. Daags vóór het feest bekende Josephine onder vele tranen den Paus, dat zij niet voor de Kerk met den keizer getrouwd was, omdat zij hun huwelijk slechts burgerlijk hadden gesloten. De Paus schrikte en verklaarde dat hij haar dan onmogelijk kronen kon; het eenige middel was dat zij en Napoleon zich op staanden voet kerkelijk trouwen lieten. Weer boosheid van den keizer, die geen tegenkanting kon verdragen;
[63:]
hij dacht toen misschien reeds aan de mogelijkheid van een tweede huwelijk met een katholieke prinses en daartoe was het noodzakelijk voor de Kerk ongetrouwd te zijn. Er was echter niets aan te doen: geen huwelijk, geen kroning. De etiquette was tot in de kleinste bijzonderheden geregeld, heel Europa hield de oogen op de Notre Dame gevestigd - het schandaal van een uitgestelde kroning of een halve plechtigheid was te groot. Hij moest zich dus, hoe ongaarne ook, onderwerpen. Met alle volmachten van den Paus bekleed, zegende kardinaal Fesch - stiefoom van den keizer - het huwelijk in, midden in den nacht, in de kapel der Tuileriën. Later zou Napoleon zich beroepen op den dwang, hierdoor op hem uitgeoefend, om zijn vereeniging met Josephine ongeldig te doen verklaren. Eindelijk na zoovele hindernissen brak de morgen der kroning aan. Vier uur zou ode ceremonie duren, die in pracht alles wat de aloude kathedraal in den loop der eeuwen onder haar gewelven had aanschouwd, overtrof. De keizer zag er in zijn kroningsgewaad niet op zijn voordeeligst uit, hij scheen min of meer een komediantenpak aan te hebben; maar Josephine was op dezen, haar hoogsten eeredag schitterend van gratie en waardigheid tegelijk. Zij droeg de zware en op zich zelf niet bevallige kleederen van zilverbrocaat met hun rijken tooi van goud en diamanten vol onnavolgbare losheid en gemak. Haar lange kronings
[64:]
mantel van rood fluweel bezaaid met gouden bijen en geheel gevoerd met hermelijn werd gedragen door Hortense, Elisa, Caroline en Julie - de gemalin van Jozeph, een edele goede vrouw, die niet als haar schoonzusters met verbeten woede aan de gehate keizerin deze eer bewees, slechts noode Hortense naast zich duldend. "Geen echte prinses, verklaart de hertogin d'Abrantès, kon met meer majesteit en elegantie den kroningsmantel dragen, geen koningin wist zoo te tronen als Josephine. Zoodra zij in volle keizerlijke waardigheid optrad, viel al het oppervlakkige, frivole van de vrouw der wereld van haar af, was zij op en top vorstin. Napoleon zag haar met bewondering en zelfs aandoening voor hem neerknielen, de handen gevouwen en de betraande oogen smeekend naar hem opgeheven. Zij zagen elkander even aan en alle liefde, die beide harten eens had vervuld en zoovele stormen had moeten doorstaan, lichtte in dien blik. Napoleon nam de kroon voor haar bestemd, en met teere hand legde hij ze op haar rijke lokken, zoo zacht en licht als vreesde hij, dat zij haar zou drukken; - maar niets op dit oogenblik viel Josephine zwaar; zij straalde van geluk omdat zij zich nu eerst onafscheidelijk vereenigd dacht met den koning harer ziel. Op deze keizerskroning volgde de koningskroning van Napoleon en Josephine te Milaan; daar zette zich de fortuinlijke soldaat de ijzeren kroon der Lombarden
[65:]
op. Louis en Hortense volgden den keizerlijken stoet niet naar Italië; in dezen tijd kocht hij dicht bij Parijs het landgoed van Saint Leu, dat hij met veel smaak verfraaide. Ook nam hij aan den roemrijken veldtocht van Austerlitz geen deel; hij moest gedurende de afwezigheid van zijn broer ontvangen en de hoofdstad levendig en druk doen zijn. Den besten tijd beleefde Hortense toen haar man bevel kreeg een reis door Holland te maken om te onderzoeken of de verdedigingswerken daar in orde waren en gereed om een inval der Engelschen te keeren. Zij hield niet van groote recepties; in intiemen kring voelde zij zich 't meeste thuis. 't Waren gezellige avondjes; zij vroeg eenige vrienden en hun vrouwen om bij haar thee te drinken, er werd muziek gemaakt, men teekende op een groote tafel midden in het salon; artisten en militairen werden ook uitgenoodigd. 't Ging alles zeer eenvoudig en onschuldig; toch werden er weer aanmerkingen gemaakt: de gastvrouw, heette het, hield zich meer op met de heeren dan met de dames. Alle mannen waren verrukt over haar, bijna verliefd; de vrouwen vernederd en verbitterd vonden haar onuitstaanbaar. Ook weer nijd en jalousie? Mevrouw de Remusat, die haar zeer genegen was, verweet haar alleen dat haar huiselijke kring wel wat waardigheid miste. Hortense was altijd zeer intieme vriendinnen gebleven met haar schoolkameraadjes en daardoor behield zij in haar manieren iets pensionaatachtigs.
[66:]
Zij bleef te veel jong meisje. Een bewijs intusschen dat zij zelfs als prinses haar eenvoud van manieren behield en volstrekt niet hooghartig of trotsch deed. Haar gezondheid werd na haar tweede bevalling, misschien ook ten gevolge van haar huiselijk leed, minder goed; zij verloor haar frissche gelaatstint, haar grootste schoonheid; maar zij behield haar gratie en voorname houding tot het laatste. Na Louis' terugkomst moest zij tot haar grootste spijt met die kleine ontvangavondjes ophouden. Dat Napoleon haar en Eugène officieel als zijn kinderen aannam, was haar tamelijk onverschillig. Zij had behoefte niet aan eerbewijzen maar aan geluk, en minder dan ooit was Louis van zins haar dit te geven; hij vervolgde haar met allerlei maatregelen van voorzorg; te duidelijk liet hij haar blijken, dat geen vrouw te vertrouwen was, dat allen even onstandvastig en lichtzinnig waren. Bovendien ging hij voort te trachten zijn kostbare gezondheid te herwinnen door de onsmakelijkste middelen. Hortense zag er hoe langer hoe slechter uit, de hofarts Corvisart ondervroeg haar en nu bekende zij dat de atmosfeer van hun slaapkamer haar hoogst nadeelig was tengevolge van de onwelriekende baden, die haar man nam. Corvisart sprak met Josephine over deze kiesche zaak, zij weer met Napoleon, die 't niet licht opnam en zijn broer geducht de les las over zijn wonderlijke praktijken tegenover zijn jonge vrouw. Louis antwoordde op hoogen toon,
[67:]
dat hij alleen meester was in zijn huis, en alleen rechter over zijn gedrag tegenover zijn vrouw; dat niemand er zich mee te bemoeien had en dat hij om onafhankelijk te blijven nog liever buitenslands zou gaan wonen. Napoleon drong niet verder aan, hij vermaande hem vriendelijk te zijn tegen zijn vrouw en spoorde Hortense aan tot geduld. Gelukkig bleken de medicijnen niets te helpen en Louis liet ze varen. Wat al ellenden tusschen de muren van een vorstelijk paleis!
inhoud | vorige pagina | volgende pagina