doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Raden Adjeng Kartini: Door duisternis tot licht. Gedachten over en voor het Javaansche volk,
Den Haag 1912 (derde dr, eerste d. 1911)


[40:] Begin 1900. (II.)

U weet wel hoe vurig steeds wij naar Europa verlangd hebben. Wij namen er vrede mee hier te studeeren, omdat Europa onbereikbaar voor ons was. Verleden jaar zouden wij al dolgelukkig zijn met Batavia, schoon toen onze gedachten reeds naar Europa vlogen. Aan de Indische Regeering wilden we n.l. vragen ons op 's lands kosten naar Europa te zenden ; Roekmini voor de beeldende kunst, om later haar krachten te wijden aan de wederopbloeiïng der Indische kunst, één der middelen tot volkswelvaart. Kleintje naar de huishoudschool, om later de toekomstige moeders en huisvrouwen de waarde van het geld en zuinigheid te leeren, een deugd, die het zorglooze, ijdele, pracht-en praallievende Javaansche volk zoo noodig heeft aan te leeren. En ik voor het onderwijs, om den toekomstigen moeders, naast wetenschappen, het begrip liefde en rechtvaardigheid te leeren, zooals wij dat verstaan hebben door de Europeanen.
De Regeering wil Java tot welvaart brengen, 't volk spaarzaamheid leeren en daarmee beginnen met hare ambtenaren. Wat baat het of de mannen gedwongen worden wat geld op zij te leggen, als de vrouwen, in wier hand het huishouden berust, de waarde van 't geld niet kennen? De Regeering wil den Javaan ontwikkelen, beschaven en dwingt om te beginnen de bovenste laag, d. i. de aristocraten, de Hollandsche taal te leeren. Daar wordt bij benoemingen nu immers op de ontwikkeling der candidaten gelet. Maar is een verstandelijke ontwikkeling alles?
Wil rnen werkelijk beschaven, dan moeten verstandelijke ontwikkeling en zedelijke ontwikkeling hand aan hand gaan.
En wie kan 't meest voor deze laatste doen, 't meest bijdragen tot de verhooging van 't zedelijk gehalte der menschheid? - de vrouw, de moeder, omdat aan den schoot van de vrouw de mensch zijne allereerste opvoeding ontvangt, het kind daar het eerst leert voelen, denken, spreken. En de allervroegste opvoeding is niet zonder beteekenis voor 't geheele leven.
Een der ondeugden, die bij den Javaan zoo noodig den kop moet worden ingedrukt, is ijdelheid; dat zal veel bijdragen tot de welvaart van Java, en wij kunnen daartoe komen alleen door moreele opvoeding.
Zoovele krachten, die het land en volk tot nut en zegen hadden kunnen zijn, liggen ongebruikt, omdat de bezitters

[41:]

uit ijdelheid niet verkiezen daarvan gebruik te maken. De adel lijdt liever bittere armoe en ellende, dan het goed te hebben, maar te moeten werken, zonder dat een goudgetinte pajong den hoog-geboren kop dekt. De adel minacht alles, wat niet gedekt wordt door dat zoo begeerde artikel - gouden zonneschermen!
Ons volk is niet erg vatbaar voor hooge idealen; wij moeten het verbazen door een voorbeeld, dat spreekt en tot navolgen dwingt, willen wij ons idee van voorgaan en voorlichten bereiken. En daarom naar Holland gaan - en voor alles, voor de studie, voor ons is 't goed, dat wij er heen gaan, moedertje, help ons gaan!
Als wij afgestudeerd zijn en op Java terugkomen, zullen wij een internaat openen voor dochters van den adel; als 't kan van Regeeringswege, zoo niet, dan zullen wij 't van de particulieren gedaan zien te krijgen, door een geldloterij, of zoo iets.
Er zal wel wat op gevonden worden, als we al zoo ver zijn - voorloopig hebben we het meest hier thuis uit te vechten, zullen wij met Vader's toestemming rijker zijn dan een vorst. O! mogen wij die krijgen!
O ! 't doet zoo'n pijn, zoo'n pijn. Vreeselijk is 't om een Javaansch meisje te zijn en een fijnvoelend hart te hebben. Arme, arme oudjes, welk noodlot was het, die hun zulke dochters gaf, als wij? Wij hopen en bidden vurig, dat hun een lang leven geschonken wordt, en dat zij later trotsch kunnen zijn op ons, al loopen wij niet onder een glanzenden gouden zonnescherm!
Helpt, vrienden, ons van hier te gaan, om te werken aan de verwezenlijking onzer idealen. Er zal een begin gemaakt worden aan het einde van dat groote onrecht, dat duizenden vrouwenen kinderharten heeft doen bloeden.
Ik wil mij goed op de Nederlandsche taal toeleggen, ze volkomen onder de knie hebben, dat ik met ze doen kan wat ik wil - en dan zal ik trachten door middel van mijne pen de belangstelling van hen gaande te maken, die ons kunnen helpen, bij ons pogen om verbetering te brengen in 't lot der Javaansche vrouwen.
"Arme dwazen", hoor ik u zeggen, "wil je met je beidjes aan dat reuzengebouw schudden, wil je het omverhalen?"
Wij zullen er aan schudden, Moedertje met al onze kracht, al zal slechts één steen er uit vallen, wij zullen ons leven dan

[42:]

niet vergeefsch beschouwen. Wij willen voor wij daartoe overgaan, eerst trachten ons de medewerking te verzekeren, van al is 't slechts één van de beste en ontwikkeldste mannen van Java. Wij willen ons in verbinding stellen met onze ontwikkelde, vooruitstrevende mannen, hun vriendschap trachten te verwerven, en daarnaast hunne medewerking. Niet tegen de mannen binden wij den strijd aan, maar tegen oude, overgeleverde meeningen, adats, die niet meer deugen voor ons Java van de toekomst, waarvan eenige anderen met ons de voorloopers en voorloopsters zijn. Door alle tijden heen hebben de baanbrekers, op welk gebied ook, 't hard te verantwoorden, wij weten het. Heerlijk is 't een ideaal, een roeping te hebben. Noem ons gekken, dwazen, al wat u maar wil; wij kunnen niet anders, 't zit ons in 't bloed. Grootvader was baanbreker, toen hij een halve eeuw geleden zijn zoons en dochters een Europeesche opvoeding gaf. Wij hebben 't recht niet om dom te zijn; om niets te zijn. Adeldom verplicht! Excelsior! Nu kunnen wij ons nog niet in verbinding stellen met onze mannen van de jonge garde. Wij zullen dadelijk verdacht gemaakt worden. Vriendschap tusschen ongetrouwde vrouwen en mannen, getrouwd of ongetrouwd, acht men onbestaanbaar. Later als wij onze onafhankelijkheid veroverd hebben, kunnen wij 't doen. Mijn broer kent ze allemaal, persoonlijk of door correspondentie. Wij weten, dat er mannen zijn, die beschaafde, denkende vrouwen apprecieeren. Ik heb een man, hooggeplaatst Inlandsch ambtenaar, hooren zeggen, dat het zoo'n groote hulp en steun is voor den man, wanneer de vrouw beschaafd en ontwikkeld is.


inhoud | vorige pagina | volgende pagina