Aleid (ps. Beata van Helsdingen-Schoevers): 'Krasjes en Praatjes'. In: Bataviaasch Nieuwsblad, 17 juni 1914
Onze kleeding in de tropen Professor Schmidt, een Leipzigsch hoogleeraar, heeft een lezing gehouden over kleedinghygiëne en daarin heeft de geleerde ook vele dingen gezegd, die van belang zijn voor hen, die in warme landen leven. Gebaseerd op en getrokken uit vele en langjarige onderzoekingen en proeven is, hetgeen hij zeide. Eerstens had hij het over de onderkleeding. Daarover zeide hij o.m. het volgende, dat in Indië het overdenken waard is. Gladde stoffen-katoen, nemen te snel het vocht op en laten het niet zoo regelmatig verdampen. Gevolg: men loopt te vaak en te lang met vochtige onderkleuren, waardoor een der eerste nadeelen, die men gewaar wordt! - men spoedig koude vat. Een mengsel van katoen en linnen, meent de prof., zal zeker beter zijn, maar het beste is natuurlijk een dunne aansluitende laag, en een absorbeerende stof. Een absorberende stof, dus een stof, die veel lucht bevat, waardoor zij nooit geheel met waterdamp gevuld kan raken. Wol is wel het meest luchthoudend: flanel bestaat voor niet minder dan negentiende deel uit lucht, tricot of kamgaren of laken voor driekwart of viervijfde, terwijl katoen en linnen maar voor de helft uit lucht bestaan. Nu is er evenwel een categorie wetenschappelijk samengestelde stoffen, die in alle opzichten uitstekend behooren te voldoen; de z.g. reformstoffen. De reformonderkleeding-stoffen met hun groot luchtgehalte en hun uitgebreid absorbeeringsvermogen zijn werkelijk in vele opzichten aan te bevelen voor de tropen als de beste. Alleen vindt Aleid niet professor Schmidt, beware! dat men van de reformstoffen zoo niet van die aardige coquette dessous met fijne valenciennes en pompadourlintjes en volants en froudeltjes kan maken... maar zij geeft toe, dat dit een hoogst persoonlijke bedenking is. Nu professor weer. De onderkleeding moet gemakkelijk en grondig te reinigen zijn, want zij vervult een belangrijke functie, zij houdt de huid schoon, doordat zij zweet en andere uitscheidingsproducten in zich opneemt. Prof. Forster, een leerling van Pettenkofer, zeide, dat een verschooning gelijk staat met een bad, hetgeen, niet al te letterlijk opgevat, veel juists bevat. Bij het streven naar lichaamsreinheid wordt veel te veel uit het oog verloren, dat een bad zonder volgende verschooning maar half of kwart werk is. De Leipzigsche hoogleeraar sprak verder over de bovenkleeding het volgende overdenkingswaardige. De kleuren zijn factoren van betekenis voor het goede effect van de kleeding. Het is bekend, dat donkere stoffen meer warmte opnemen dan lichte, daarom in den zomer en in de tropen de lichte klederdracht. Prof. Schmidt vond, dat hierbij ook nog andere factoren van gewicht zijn, eerstens natuurlijk de dikte van de stof en dan het losser of vaster vastliggen tegen het lichaam. Bij een dikke stof is dit niet van belang; de verwarming is dan bij een donkere kleur altijd grooter dan bij een lichte. Bij een dunne stof is dit evenwel anders, proeven wezen dit merkwaardig onderscheid uit. Sluit de dunne stof goed aan het lichaam, dan geeft de lichte kleur de minste warmte, maar hangt zij in plooien om het lichaam, dus met een groote luchtlaag tusschen deze beide, dan is een donkere kleur het koelste. Dit verklaart in eens het feit, dat lichte ochtendjaponnen en déshabiliés in Indië zulk een onmogelijke warme dracht zijn! De prof. trok de conclusie, dat ook de warmte van buiten beter door de lichte dan door de donkere stoffen heendringt, dus dat men in de tropen voorzichtig moet wezen met de keuze van al te lichte en te dunne stofjes. Over de schadelijke invloed van de warmte-doorstraling door zulke onvoldoende of ondoelmatige bekleeding hebben de onderzoekingen, het volgende geleerd. Een blanke huid is, zooals bekend, gevoeliger voor warmte dan een donkere, die zich beter verweert tegen de nadeelige werking der ultraviolette stralen. De negers, de zwartsten, zijn er in dit opzicht het best aan toe. Zij absorbeeren door hun zwarte huid veel meer warmte dan de blanken, maar de zweetklieren functioneeren dan ook in de perfectie, daardoor gaat de warmtereguleering vlugger en beter. Schmidt wilde ook weten, in hoeverre de doorstraling en de invloed op de inwendige organen verschilde bij blank en zwart. Hij belichtte kinderschedels en hoofden van negers, geschoren of met haar bedekt. De ultra-violette stralen drongen in korten tijd zonder noemenswaard verlies van kracht door de kinderschedels heen, de met kroeshaar bedekte negerschedels lieten niets door en toen het haar er af geschoren was na een uur tijds nog maar heel weinig. Bij het hoofd van een blonde volwassene werd hetzelfde effect reeds na 5 minuten bereikt. De conclusies uit deze hernieuwde onderzoekingen zijn voor hen, die in de tropen zijn, een ernstige waarschuwing vooral op het gebied van kinderverzorging. De ernstige schade, die aan het kinderlichaam wordt berokkend door het direct of indirect bloot te stellen aan de werking van het licht, laat zich gemakkelijk derken. Ook indirect want niet alleen hebben de zonnestralen een funeste invloed op het organisme, ook hun weerkaatsing op witte muren, spiegels, wit zand, enzoovoort.
Een Engelsche tentoonstelling: Het Kind en De Vrouw
Koningin-weduwe Amelie van Portugal heeft in April in London een tentoonstelling geopend, de de gezwollen naam draagt van "The Children's Welfare and the Women's Kingdom Exhibition". Wat de tentoonstelling biedt, is gelukkig niet zo sentimenteel als haar naam, maar heel gezond, leerzaam en uitstekend georganiseerd. Over "the Children's Welfare" het volgende. Onder de vele zaakkundige lezingen en voordrachten trol de aandacht het betoog, dat men met zuigelingen volstrekt niet eeuwig met vuile luiers behoeft te sukkelen, dat men de kleintjes zeer goed op dat punt, evenals we dat reeds doen met de voeding, aan orde en regelmaat kan wennen van het begin af aan. Verder zeide een andere lezing, dat Nestlés en andere conserfmelk benevens gekookte koemelk veelal de oorzaak zijn van Engelsche ziekte. "The Women's Kingdom" staat onder leiding der "National Union of Women's suffrage Societies". Zij heeft er een modelvilla'tje, een zoogenoemde "Cottage", laten zetten, die slechts 125 pond, dus f1500 kost. In deze villa heeft men alles ingericht om het huiswerk gemakkelijker en eenvoudiger te maken - wanneer zal deze noodzaak, waar onze overzeesche practische zusteren al zoo lang op werken, tot onze omslachtige Hollandsche huisvrouwen door zijn gedrongen? - er is een speelkamer voor babies en een rustkamer voor moeders - hoe goed en practisch ingezien! - en er werden in de "Cottage" lezingen gehouden over elk onderwerp, waar de vrouw belang in kan stellen, of wat zij noodig heeft. Hoe men een huis meubileeren kan voor 5 pond - over kleeding - tuinieren, - rechtsgeleerdheid, - vrouwenkiesrecht, - huisraad, - opvoeding, - over alles werden zaakkundige voordrachten gehoord in het Rijk van de vrouw. Zoo heeft de tentoonstelling met haar mooie naam toch een boel goeds te weeg en tot stand gebracht. De Indische dames behoeven het niet te benijden - wacht haar niet "de Vrouw", waarvoor zoo hard en ernstig gewerkt wordt daargings te Semarang - en in het vaderland?
De eerste vrouwelijke arts
De eerste gediplomeerde vrouwelijke geneeskundige in Europa is er geweest, lang voordat u en ik dat zoo dachten. Het was een jonge dame en zij heete Agnódice. Drie honderd jaren vóór Christus studeerde deze flinke Atheensche vrow in haar geboortestad in de medicijnen. Omdat zij de voortrekster was en het vrouwen niet geoorloofd was te studeeren, had Agódice zich eenvoudig als jongen verkleed. Naderhand werd zij vrouwenarts in Athene en kreeg een enorme praktijk onder de Atheensche dames. Op een kwade dag kwam haar geheim aan het licht, men vervolgde haar, daarop, omdat zij de wet overtreden had door, niettegenstaande haar vrouw-zijn, te studeeren en te practiseeren. Evenwel brak er zulk een geweldige storm van verontwaardiging onder de Atheensche vrouwen los, dat men - dat waren de mannen -, zeker doodelijk beducht vor de huiselijke vrede, het geding van de lijst schrappen moest. Agnódice bleef verder in kalmte en rust haar succesvolle practijk in Athene uitoefenen. Vele vrouwen hebben haar voorbeeld gevolgd, zij verwierven de titel van dokter in de medicijnen en practiseerden in Europa tot het jaar 1492. Vooral aan de Moorsche universiteiten in Spanje promoveerden vele vrouwen.
Allerlei Een elegant papierkorfje het eerst. Voor aan een damesschrijftafeltje, dat spreekt, of voor ergens in het boudoir om de snippers van geopende brieven in te deponeeren, of ook wel om lapjes en draadjes van de naaitafel op te vangen. Het aardige dingske is in busvorm van souple materiaal buigzaam bordpapier bijv. eenvoudig overtrokken met een lapje, brokaat geboord met een passementje of galonnetje, zilvertres, een restje kant... duizend variaties. Aan de bovenrand naait ge twee passende einden lint, vereenigt die in een bevalligen strik, waar achter tegen een ferme groote haak, voilá. De haak aan uw stoel... waar ge het korfje nodig hebt. De kleine ronde kanten kleedjes op onze dinertafel, die dienen om karaffen, flesschen, glazen op te zetten, worden bij rijke eetpartijen vervangen door fijne echte kanten (men heeft allicht zulke restjes!) die tusschen twee kristallen rondjes geplet zijn, omgeven door een zulver opstaand randje. Zoo geniet men van de schoonheid van het fijne werk, zonder dat de kant nat of vuil wordt. Om asperges te eten brengen de magazijnen het volgende nieuwtje: kleine tangetjes, om de asperges mede op te vatten en ze naar de mond te brengen. Ongeveer de grootte van klontjestangen hebben deze voorwerpjes, alleen zijn zij aan het boveneind een weinig naar de vorm van de hand omgebogen - om het vasthouden te vergemakkelijken.
inhoud | vorige pagina | volgende pagina