doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Aleid (ps. Beata van Helsdingen-Schoevers): 'Krasjes en Praatjes'.
In: Bataviaasch Nieuwsblad, 20 juni 1914


Onze Voormoeders

Deze eerwaardige dames waren lang niet zoo onontwikkeld, als we wel eens plegen te denken! Als wij zien, wat de vrouwen uit de hoogere standen, wel te verstaan, van de lagere is ons geen oorkonde nagebleven! - in vroeger eeuwen alzoo wisten en kenden, dan, waarlijk, moeten wij bekennen, dat wij dames van duizend jaar later met al onze vrije ontwikkeling, in geleerdheid achter staan...
Ja waarlijk. In die tijden leerden de vrouwen in de kloosters bijvoorbeeld grondig Grieksch en Latijn. Leerden zij astronomie. Uit dien tijd stammen dichtwerken in 't Latijn, door vrouwen geschreven. Hroswitha is eene, wier naam ons is overgebleven nevens haar geschriften, terwijl zoovele andere verloren gingen. Herradis van Landsberg is de geeerde vrouw, die de groote conversatieexicon van haar tijd schreef, die zij "De Lusttuin" noemde. Zij schreef dit omvangrijke werk in het Latijn en verluchtte het belangwekkende boek met eigenhandige schileringen. Het bevatte alles, wat in de toemaligen tijd bekend en wetenswaard was op het gebied van filosofie, aardrijkskunde, sterrenkunde, kerkgeschiedenis, algemeene geschiedenis en kunsten.
Het was een hoogst gewichtig document van de beschavingsgeschiedenis der 12e eeuw. Was, ja, want helaas! het bestaat sedert een veertigtal van jaren niet meer. De oorlog, die zich altijd vijand van beschaving toont, heeft de vernietiging: van dit interessante levenswerk op het geweten: het verbrandde bij het bombardement van Straatsburg.
Over het algemeen waren de vrouwen in de vroegere eeuwen wetenschappelijk veel meer ontwikkeld dan de mannen.
Voor de mannen gold de opvoeding tot strijdbaarheid, voor de vrouwen die tot wijsheid. Wetenscnappelijke ontwikkeling was voor den man een schande, heette "verwijfd". Mannelijk was het vechten, het drinken, het dobbelen.
Amalaswintha, de geleerde dochter van Theodosius, had een heete strijd te voeren tegen de grooten van haar land over de opvoeding van haar zoon, die zij wenschte toevertrouwd te zien aan een Romeinscn grammaticus. Doch de Gothen bleven hun devies: "Geleerdheid schaadt mannenzin" getrouw en het Gothische koningskind moest worden grootgebracht met zwaard en kampspel en zonder boeken.
Later, in de middeneeuwen, werden de kloosters de belangrijke opvoedingscentra. Daar werden eerst slechts jongens en meisjes geleerd, die voor de geestelijke dienst bestemd waren. Later kwamen ook andere vrouwen en meisjes van het onderwijs profiteeren. De mannen evenwel hadden wat anders te doen en lieten dus de ontwikkeling aan de vrouw over.
Sedert de tiende eeuw werd het gewoonte, dat de vrouwen in kloosters werden opgevoed. Weer later werd de opvoeding wereldscher, de meerdere aanraking met andere landen bracht met zich, dat de vrouwen talen gingen leeren, meest Fransch. De grooten van dien tijd hielden er Fransche taalleeraars op na voor het onderricht der meisjes. Deze leerden verder nog vele schoone bevallige kundigheden. Zij dansten en zongen, bespeelden snaartuig, waien zeer bekwaam in gezelschapsspelen — trictrac, schaken, — en volkomen op de hoogte der "moralitas", de kunst van fijne beschaafde omgangsvormen. Een vrij uitgebreide literatuur over dit laatste onderwerp bestaat er uit die tijden, waarin de vrouwen op allerlei gewezen en voorgehouden wordt —alweer golden voor de mannen de fatsoenbegrippen nog niet.
Naast deze wetenschappelijke, sociale en moreele opvoeding kwam nog de practisch huishoudeiijke. Ge ziet, dat het voor de vrouw uit die dagen zoo gauw niet gedaan was met de opvoeding.
Zij leerde koken, spinnen, weven, kleeding maken, zorg voor buis en tuin, en vooral borduren. In de musea vertellen ons, luchtiger, losser, nageslacht, de ingewikkelde, omvangrijke, keurige borduurwerken van voormoederlijke vlijt en kunde en geduld. Voorts was de vrouw in ólz dagen ziekenverpleegster en -geneester, waarvoor zij een uttgebreiden kennis van kruiden noodig had. Elke vrouw hield er dan ook een kruidentuin op na, nevens haar moestuin. De vrouwen uit de middenstand waren ook productief werkzaam en dreven handelszaken. Tot de 15e eeuw, zoo wijzen de gildeboeken uit, was de vrouw nergens van het gildewezen of stond ook maar in eenigerlei opzicht in rechten bij den man achter.
Dus eerst in de laatste 400 jaar hebben ons de omstandigheden de achterstelling van de vrouw op velerlei gebied gebracht.

Japansche pedagogisch Wijsheid
Een dame, die heel lang in Japan was, verhaalt van haar ervaringen met Japansche dienstboden. Ik mag er u het een en ander niet uit onthouden, want de Japansche methode lijkt mij universeel goed toe!
De dame, die vertelde, sprak er over, dat dienstmeisjes in Japan evenals alle Japanners, uitermate hoffelijk en beleefd zijn. Men zou nu denken, dat het zeer makkelijk en aangenaam wezen moet met zulke meisjes te werken. De vertelster verhaalt hoe het haar absoluut onmogelijk was dienstmeisjes te houden.
Na enkele dagen vertrokken zij telkens weer, weliswaar onder vele strijkages en complimenten en onder het opgeven van een voorwendsel voor haar heengaan, maar het feit was er niettemin. Mevrouw zat er telkens hulploos. Zij begreep er niets van. Begreep niet, waarom de meisjes juist van haar vandaan liepen, terwijl zij toch waarlijk niet onder de lastige mevrouwen kon worden gerekend. Zij vorschte en zocht. Maar de meisjes hadden allerlei beleefde verontschuldigingen en vertrokken de een na de ander.
Eindelijk slaagde zij er in te weten te komen, waar het aan lag. Onder duizend excuses én complimenten werd haar verteld, dat zij een goede huisvrouw was en toch ook weer niet goed!
Want: zij berispte telkens het keukenmeisje, als het iets niet goed deed. Dat waren die meisjes niet. gewend. Een Japansche huisvrouw berispt nooit.
Ten eerste is dat niet voornaam en ten tweede neemt elk behoorlijk meisje zooiets kwalijk. De dame, die het wat duister bleef, vroeg toen natuurlijk, hoe men in Japan dan de menschen op hun fouten opmerkzaam maakte.
Toen kwam het volgende karakteristiek apansche antwoord.
Ja, het was moeilijk en toch ook weer niet moeilijk. Er was een bepaalde methode. Eerst diende de goede eigenschappen van het meisje opgezocht te worden, die heeft toch elk mensch, niet waar? en die goede kwaliteiten moest men prijzen en als men voldoende geprezen had, dan voegde men voorzichtig en fijn zijn opmerkingen en wenschen er aan toe. Zoo maar aanmerkingen maken, grof-weg zeggen, dat het zoo moest en niet anders — ja dat behoorde men nu eenmaal niet te doen?
De dame heeft, zegt zij, haar verdere leven haar voordeel opgedaan met deze Japansche wijsheid, welker kern waarlijk universeel mocht wezen. Er zou overal elders zooveel meer te bereiken zijn, indien wij tegenover onze dienstboden — en tegenover onze kinderen — deze methode gebruikten. Afkeuring is wrang, laat bitterheid na, zoo vaak. Lof is opwekkend, prikkelend.
Wanneer wij een zieke een bitter drankje moeten toeschrijven, dan doen wij er wat suiker bij — waarom volgt men dan niet hetzelfde principe tegenover ondergeschikten, onontwikkelden ? Ik geloof, neen ik weet proefondervindelijk, dat de Japansche methode een succes is — altijd aangepast aan omstandigheden! — Ook bij haar toepassing op Inlandsche bediendes, mevrouw!

De Spinnenvoile
Een grappig, maar geen mooi nieuwtje. De voile van grove armure met ingeweven spinnenkoppen - zonder bijgeloovig te zijn, mag men toch best er van griezelen, van deze liefelijke nouveauté. Wel, denkt u eens in: een spin tronende op uw wang, kruipende over uw ooglid, kriewelende in uw hals... overal de lange spinnepooten uitgespreid over uw gezicht, klauterende met lange hakerige grijpers aan uw hoedrand.
De spin op het vrouwengelaat - non merci. Veel meer succes dan datder buitennissigheid belooft de spinversiering dan ook niet - het zou anders een kostelijk onderwerp kunnen worden voor den geestigen Parijschen teekenaar Sem, die met zijn album Le Vrai et le Fauc Chic zulk een groot succes heeft. Sem caricatuseert ze niet, maar geeft ze zeer juist weer en een storm van hilariteit is door Parijs gevaren, over heel de wereld, verder getogen, allerwege waar men moderne vrouwenkleeding kent.
Sem en zijn album zijn op aller lippen, die zich bij het uitspreken reeds tot een lach trekken, Sem heeft de mode met een nuchter oog gezien en dan is zij belachelijk!

Weet gij...

hoe ge die vermaledijde vochtvlekken, die Indië in uw glachandschoenen maakt, wegkrijgt? tenminste, als zij nog niet al te zeer doorgevreten zijn. Men strooit in een luchtdichte bus op stopflesch wat hertshoornzand en legt de handschoen er luchtig op. De flesch late men gesloten staan eenige uren of een paar dagen - tot de vlekken verdwenen zijn.
hoe ge geschilderde vensters en deuren reinigt? Met een mengsel van 1 op 13 salmial en koud water. Dit beschadigt de verf niet.
hoe ge de ware tabakslucht uit sigarenkostjes of blikken wegkrijgt? Men giet er een eetlepel spiritus in, niet meer en steekt dit vlug aan. Bij het uitbranden neemt dit de sigarenlucht mee.
hoe de Japansche artsen moedervlekken verwijderen? Rijstkorrels worden gewasschen en dan geweekt in een 10 pct. kaliumhydraatoplossing tot ze doorzichtig zijn (pls. 6 uur). Daarna wordt de rijst met zuiver water zorgvuldig uitgespoeld, in een vijzel tot een geleiachtige massa gestampt en met een glazen staafje op de moedervlek gestreken. Het droogt in en valt weldra af.
Na 3 à 5 herhalen dezer behandeling is de moedervlek weg.
Geprobeerd heb ik het nooit, maar het kan goed zijn.

inhoud | vorige pagina | volgende pagina