doorzoek de gehele Leestrommel
Mevrouw J.Kloppenburg-Versteegh: Het leven van de Europeesche vrouw in Indië Deventer: Charles Dixon,1913 (met drie patronen)
Het werk van de baboe is de verzorging van de baby, onder directe toezicht van de moeder; vertrouw haar echter niet alles toe. Hoogst laakbaar zijn de moeders die dit doen. Gelukkig dat er beterschap waar te nemen is in onze tegenwoordige Indische maatschappij, over het algemeen wordt beter op het kind gelet en verzorgt de moeder het kind zelf. De baboe is in de meeste huishoudens de eerste opvoedster van het kind , zij legt bij het jonge kind de kiem van deugden en ondeugden. De laatste nemen in de meeste gevallen de overhand. Door b.v. het kind in alles toe te geven, alleen opdat het zich stil zal houden, vormt zij van het kind een dwingeland. Toch ziet men in menig huishouden, hoe de kinderen altijd bij de baboes hangen. In de slendang zal men het bijna den ganschen
[74:]
dag zien, de slendang is de wieg, de slendang is de kinderstoel, ja doet voor alles dienst. Ik durf het haast niet neer te schrijven, en toch ziet men hoe baboe heel smakelijk het neusje, het mondje, het gezichtje en de oogen van het kind met de slendang afveegt, zij zal zich ook niet geneeren hetzelfde bij zichzelf te doen. Waar kinderen zijn, is het noodzakelijk dat men een baboe heeft, maar het is daarom niet noodzakelijk dat het kind immer bij de meid is. De baby kan door haar verschoond worden; als het kind wat grooter wordt kan ze in de kamer voor het bed zitten om op te passen, dat het er niet uitvalt ; bij het spelen in een babybox als het kind begint te kruipen kan ze toezicht houden. Dat het kind even door haar gedragen wordt als het op kan zitten, zal niet deren. Wat echter volstrekt onnoodig is , is dat de kinderen door de baboe in slaap worden gemaakt. Allerlei middelen worden gebruikt om het kind spoedig in slaap te krijgen. Het wordt door haar heen en weer geschommeld zoodat soms het geheele lichaam schudt, door deze beweging wordt het dof in het hoofd, er wordt op de billetjes geklopt, welke beweging zeer schadelijk is, het voelt deze schokjes tot in het hoofd. Op het schedeltje wordt gewreven en geblazen en op de oogleden zout gewreven, zoodat de oogjes door de pijn zich sluiten. Het kind wordt opium ingegeven of er mee ingeblazen; baboe wrijft het op plaatsen van het
[75:]
lichaam welke de kieschheid mij verbiedt te noemen. Zij maakt gebruik van ketjoeboengdat is een soort bella-donna, ja alles zal baboe aanwenden om het kind spoedig in slaap te doen vallen en het rustig te houden. Zij maakt zich dan niet moe en haar mevrouw zal haar bij iedereen prijzen, dat ze zoo'n extra goede meid is. Lieve moeders, ik heb u verschrikkelijke dingen voorgehouden en toch gebeurt dit zoo dikwijls. Ga slechts een Javaansche moeder na, 't is haar eigen kind, zie eens hoe walgelijk worden plaatsen op het lichaam aangeraakt om het kind zoet te houden en het spoedig te doen slapen; zij ziet daarin niets kwaads, evenmin in het aanwenden van slaapmiddelen. Wat zijn de gevolgen hiervan? Hysterie, vallende ziekte, nerveusheid, achterlijkheid in verstandelijke ontwikkeling en versuffing. Ik heb heusch niet overdreven; hoe dikwijls is het niet gebeurd dat kinderen met moeite wakker te maken waren; dat de ontboden geneesheer onverhoeds de duim van de meid onderzocht en onder de nagels nog sporen van opium vond. Nadat ik dit alles heb bekend gemaakt, kunt ge nu nog uw schat door de baboe in slaap laten maken? Gewen uw kind dat het nadat het goed gevoed is, in zijn bedje te slapen wordt gelegd; het weet later dan niet beter of het behoort zoo. Is het kind door de meid verwend, zoo zult ge er de eerste dagen last mede hebben, maar ge moet
[76:]
doorzetten en ge zult zien, dat ge overwinnen zult. Ook het baden van de baby moet ge niet aan de meid overlaten-, ge kunt dan beter de lichamelijke ontwikkeling van het kind nagaan; mankeert er iets aan, b.v. heeft het kind een gebrek, zoo kan dit bijtijds verholpen worden. Moedertjes, is het niet heerlijk, dit zelf te kunnen doen? Het leuke gezichtje en de bewegingen die de kleine maakt met handjes en beentjes in het bad, geloof me, dat zijn allemaal bewegingen die U opvroolijken en op lateren leeftijd als ge de kinderen flink en forsch om U heen ziet, zult ge U deze gelukkige tafereelen nog dikwijls in 't geheugen terug roepen. Wat ge voor uw liefste eenigszins zelf kunt doen, doe dat, en laat het kind zoo min mogelijk aan de meid over. Zoodoende zal deze ook meer andere werkzaamheden kunnen verrichten. Wees voorzichtig bij de keus van een baboe; laat ze in de eerste plaats goed geïond zijn, zindelijk en geen opiumschuifster zijn. Het zal uw kind niet hinderen of ze sirih kauwt, of als ze van Sumatra is, dat ze rookt; maar zie toe, dat ze gezonde oogen heeft. Vraag aan uw huisdokter, of hij zonder argwaan op te wekken eens naar de meid komt kijken; twijfelt ge, of ze zuiver is, zeg haar dit ronduit en vraagt of de dokter haar mag keuren. Spaar geen kosten waar het de gezondheid van uw kind betreft.
[77:]
Merkt ge, dat de man van uw baboe iets mankeert, waardoor besmetting is te vreezen, neem haar dan niet in uw dienst. Verbied de meid of de andere bedienden om uw kinderen te roemen; zorg dat het kind niets te eten krijgt, dat van de bedienden afkomstig is. Het beste is, als ge een meid aanneemt, om haar op de hoogte te stellen van haar werk en ook wat ze te laten heeft. Kan de kleine reeds eten, zoo mogelijk geve men hem het voedsel zelf. Proef het eten van de kleine altijd eerst zelf. Kijk het bed goed na, voor de kleine er in gelegd wordt; onder het laken, de kussensloop en de mat; er mocht zich ongedierte in bevinden of bedwelmende middelen in verborgen zijn. Zijt ge er op gesteld, dat de baboe netjes voor den dag komt, men zorge, dat ze kabayas en sarongs en eenige koetangs (ondertailles), welke eens per week in de groote wasch gaan, tot uitrusting heeft. Des morgens vroeg moet ze baden en zich verschoonen en heur haar opmaken. Gewen de meid om haar mond te spoelen en haar tanden te poetsen. Als de meid klaar is, moet ze voor de kamer gaan zitten en daar wachten tot zij binnen geroepen wordt om baby te verzorgen. Een kindermeid moet des nachts binnen slapen; is het kind grooter, dan is zulks niet meer noodig. Ze heeft eens in de week haar uitgaansavond. Wanneer ze uitgaat moet ze haar eigen kleêren dragen, om den volgenden morgen na zich eerst gebaad
[78:]
te hebben, de andere kleeding weer aan te doen. Bij het verlaten van den dienst mag ze de door u verstrekte kleeding niet mede nemen. De kindermeid komt bij u in de menage, ge zorgt dat ze 's morgens koffie krijgt, waar het extract door U reeds afgeschonken is. De koffie drinkt ze zonder melk; geef haar eenige stukken brood zonder boter, doch met wat jam erop, of nog liever als ge het thuis hebt, wat rijst, hebt ge dit niet, geef haar dan iederen morgen 5 centen voor ontbijt. Voor het middagmaal geeft men haar rijst en wat overgeschoten gerechtjes van de rijsttafel; dit behoeft niet overvloedig te zijn. De inlandsche bedienden zijn meer gesteld op droge of gebakken visch, dan op vleesch, het eten dat ze krijgen mag vooral niet in aanraking komen met varkensvleesch; dit verbiedt de Mohammedaansche godsdienst. Het avondeten bestaat uit een bord rijst en wat gebraden soepvleesch, visch of gezouten eendenei. Vraagt de meid aan u of ze geld inplaats van eten mag hebben, weiger dit beslist, want ze zal haar gezondheid te kort doen; het geld wordt niet besteed aan voedsel doch misschien aangewend om te dobbelen op haar uitgaansavond; ofwel zij fourneert een jongenman, meestal een nietsdoener. Als de meid buitenshuis eet, zal ze naar de kampong gaan en duurt het een heelen tijd voor ze terug is. Gewoonte is het, dat de meid een uur daags vrij
[79:]
mag hebben, dit is bij het middagmaal; hiermede moet men rekening houden. Verbied het haar, wanneer ze telkens naar de kampong wil gaan. Komt de baboe niet binnen en zegt ze, dat ziekte er de oorzaak van is, stuur er dan iemand heen, om te zien of ze werkelijk ziek is; hoor de bedienden uit wat haar werkelijk mankeert; onderzoek of er misschien in haar woning of kampong een besmettelijke ziekte is; mocht dit zoo zijn, laat haar dan niet binnen komen, daar ze uw huis zou kunnen besmetten. Laat het de baboe aan niets ontbreken; zij zal dit van haar kant ook apprecieeren; is ze in iets te kort geschoten, breng haar dit onder het oog maar snauw haar niet af, of scheld haar niet uit. Laat niet merken dat ge de meid verdenkt of wantrouwt; twijfelt ge aan haar eerlijkheid, wees op uw hoede en sluit alles weg. De gelegenheid maakt den dief. Laat horloge of portemonaie niet in mijnheers jas of broekzak zitten. Het babygoed, luiers enz., moet ge 's avonds in haar bijzijn in de luiermand tellen. Ontbreekt er iets aan, zoo stel haar er verantwoordelijk voor. Doet ge zelf veel voor uw kind , dan kan de kindermeid de kamers doen en het goed van baby wasschen; zoo is het niet alleen gemakkelijker maar is ze dan meteen voor een en ander aansprakelijk. Er zullen veel goede en trouwhartige meiden
[80:]
onder hen zijn; wat ze verkeerd doen, gebeurt meestal uit verregaande domheid, luiheid, en onachtzaamheid. Van huis uit hebben zij niets geleerd niemand heeft hen opgevoed, of kon hen terecht wijzen. Wat ze kunnen is door ondervinding opgedaan in diensten bij Europeanen. Stelen, liegen en andere ondeugden zijn bij hen geen kwaad; ge zult er hen op betrappen en er u kwaad over maken; zij zullen zich verwonderen, dat ge hier iets verkeerds in ziet, Zend ze niet te spoedig uit uw dienst; ge weet wat ge hebt, doch niet wat ge terug zult krijgen. Vraagt een bediende u om uit dienst te gaan, weiger hem dit niet; vraag hem welke reden hij er voor geeft; houden kunt ge hem toch niet, dwing ze niet bij u te blijven, want men stelt zich dan aan alles bloot; gewoonlijk zijn 't veeten tusschen bedienden onderling, die hem zijn ontslag doen vragen; achter de ware reden komt ge niet.
vorige pagina | inhoud | volgende pagina