doorzoek de gehele Leestrommel

Leestrommel
Leestrommel
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Mevrouw J.Kloppenburg-Versteegh: Het leven van de Europeesche vrouw in Indië
Deventer: Charles Dixon,1913 (met drie patronen)


De tuinjongen (Kebon).

Het werk van den kebon is in Indië vrij omslachtig.
Wanneer er geen waterleiding op de plaats is, voorziet hij onze woning van drink- en badwater door het te halen; in een hoofdplaats draagt hij water aan uit de artesische putten (pikoelen).
Het badwater uit den put, op bijna ieder erf van een huis te vinden, is vaak niet te gebruiken; wanneer hij dicht bij een beerput ligt, mag dit ook beslist niet; men zou er typhus, cholera, huiduitslag en andere ziekten van kunnen krijgen; veel te weinig wordt hierop gelet.
Is men in de gelegenheid het water chemisch te laten onderzoeken, zoo verzuime men dit niet; in tijden van epidemiën is men dan verantwoord.
De put moet eenmaal in het jaar goed schoon gemaakt worden; dit geschiedt vóór den wetmousson.

[86:]

Het water moet dan tot den bodem uitgeschept of opgepompt worden; voorts haalt men den modder er uit en al het vuil dat zich hierin opgehoopt heeft, zooals oude roestige blikken , hout, dorre bladeren enz., men schept zoolang, tot men zand in den bodem ontwaart.
Bedek den bodem van den put schielijk met eenige emmers houtskool en gewasschen rivierzand dat de kebon klaar gezet heeft en den volgenden dag zal de put weer bruikbaar water geven.
Door onwetendheid wordt er veel verwaarloosd; daarom acht ik mij verplicht, de aandacht mijner lezeressen hierop te vestigen.
Putten in de bijgebouwen zijn in den regel niet goed; in de openlucht zijn ze veel beter.
Even ben ik hierdoor afgeweken van het onderwerp „het werk van den kebon", omdat zuiver badwater iets noodzakelijks is in het Indische huishouden.
De kebon dan, is de persoon, die het vroegst bij de hand moet zijn; poorten en hekken van het erf moeten 's morgens vroeg door hem geopend worden, en brood en melk door hem in ontvangst genomen worden.
Het drinkwater alsook het water om te koken, wordt als er geen leiding is, door hem gehaald, de flesschen van de W. C. worden omgespoeld en gevuld en het privaat goed geveegd.
Het erf wordt door hem aangeveegd en de goten schoongemaakt en geschrobd.
Als Mevrouw in den tuin is, helpt hij planten snoeien, omspitten en begieten, ook het onkruid uittrekken in tuin en op paden is zijn werk.

[87:]

Is de kokkie teruggekomen van de pasar, zoo moet er, als er gerijsttafeld zal worden, onmiddelijk een kip geslacht worden.
Wordt er met hout gestookt, zoo zorgt hij er voor dat de brandstof gekloofd wordt, verder moet hij den klapper schillen, welke bij de ingrediënten van de rijsttafel gebruikt wordt.
Hij moet voor het voeder van slacht- en legkippen zorgen.
De badkamers worden door hem schoongemaakt en hij draagt zorg voor aanvulling van den waterbak.
Eens per week moet hij de waterbakken flink schrobben. De drinkwaterblikken of emmers moeten eiken dag geschuurd worden.
Zijn bovenstaande werkjes gedaan en is er nog veel tijd over vóór twaalf uur zoo kan hij dien benutten, door het erf te onderhouden.
Om negen uur 's morgens is er echter voor hem een kleine rusttijd, om zijn ontbijt te gebruiken.
In enkele kleine huishoudens moet ook de kebon het eten voor mijnheer naar de stad brengen; bij anderen moet de jongen dit doen, terwijl dit in een groot huishouden het werk is van den tweeden jongen; in het laatste geval moet de kebon dan 's middags de borden wasschen, welke bij het middagmaal gebruikt zijn.
Moet er bij de rijsttafel ijs gehaald worden, zoo is dit het werk van den kebon.
Zijn de borden gewasschen en opgeborgen, dan is de tijd van eten en rusten voor hem aangebroken.
Om half vier begint hij de planten binnen- en

[88:]

buitenshuis te begieten, voedert het pluimvee, veegt het erf nog even op en spoelt de goten door. Is het oostmoesson, dan is het ook noodig dat hij het voorerf en de straat voor uw huis begiet.
Moet er voor den avond ijs gehaald worden, dit geschiedt mede door hem; men geeft hem hier voor ijstickets of ijsbonnetjes mee.
Het wasschen der borden, welke bij het avond-eten zijn gebruikt is ook zijn werk; laat de emmer onmiddelijk schoonspoelen en schuren en niet staan tot den volgenden morgen; hierop moet nauwkeurig gelet worden, daar anders de vetdeelen gestold zijn.
Zijn er in den tuin bloempotten die gewit moeten worden of zijn badkamer en bediendenkamers vuil, dan moet hij dit werk tusschentijds doen.



vorige pagina | inhoud | volgende pagina