doorzoek de gehele Leestrommel

Leestrommel
Leestrommel
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Mevrouw J.Kloppenburg-Versteegh: Het leven van de Europeesche vrouw in Indië
Deventer: Charles Dixon,1913 (met drie patronen)


De kleeding der Indische dames.

De sarong-kabaya is de geschiktste dracht voor onze dames in Indië.
Het is een élégante kleeding, mits men haar behoorlijk weet te dragen.
Bij dit boek zal ik een keurig model geven, van wat een ieder zal staan.
Voor kleinere figuren zal het gemakkelijk zijn te verkleinen, terwijl forscher gebouwde vrouwen het grooter en langer kunnen maken.
Het verkleinen geschiedt, door den rug smaller te maken en aan den zijkant de naden in te nemen, men meet dit precies op het lichaam af.
Wil men het vergrooten, zoo neme men den rug breeder, en moet men de zijnaden bijknippen, insgelijks geschiedt dit met de mouwen.
De geer van de kabaya moet ook in evenredigheid met de gestalte van den persoon geknipt worden.
Heeft men een zware buste, knipt dan bij het model ter hoogte van de borst wat bij; zoo moet men ook handelen bij zware heupen of gezette buik, het is niet moeielijk het patroon wat ik hierbij geef te wijzigen.

[23:]

De geer van de kabaya, welke ook bij het model gevoegd wordt, moet men niet van dezelfde stof nemen, ze bestaat uit opnaaisels, entredeux en een geborduurde strook. Ze wordt naar smaak vervaardigd.
De stof der kabaya moet soepel, dus niet te dik van weefsel zijn en dubbel breed. De verschillende soorten batisten die in den handel gebracht worden, krimpen sterk in de wasch, men doet goed voor en aleer de kabaya's te knippen het goed aan het stuk een nacht in koud water te laten uitweeken.
Doet men dit niet, zoo zal men het koopje snappen, dat de kabaya's voortdurend krimpen. Ik heb een knippatroon er bij gegeven omdat de kabaya dikwijls misvormd wordt, door er een jakje van te maken naar Europeesch model. Er mogen geen naden komen op de schouders of op den rug.
Dit model goed nagemaakt, zal de lijnen en vormen van het lichaam op zijn voordeeligst doen uitkomen.
De sarong die men draagt is als men het heel netjes wil hebben gebatikt.
Als slaapsarong draagt men een gedrukte kaintjap, ze is minder geschikt om er dagelijks mede in huis rond te loopen.
Zoolang ze nieuw zijn voldoen ze wel, toch zullen deze soort sarongs niet zoo mooi om het lichaam vallen.
Bij het koopen van gebatikte sarongs, moet men voorzichtig zijn, men wordt vaak bedrogen.

[24:]

Men batikt over gedrukte (tjap) sarongs heen en doet dit zoo nauwkeurig, dat men ze van echte batik bijna niet onderscheiden kan.
Batikwerk moet aan weerszijden gelijk zijn, 't is aan beide kanten even mooi.
Bij het wasschen moet het steeds mooi van kleur blijven en mag het weefsel niet pluizen.
Koopt ge een gebatikte sarong, houdt haar tegen het licht en als ge nog stukken was ziet, krab ze er af, vooral waar ze dik op het goed zit. Dikwijls zijn het oude sarongs, welke opnieuw gebatikt zijn en waar reeds gaten in waren, welke dan dicht gestopt worden met was
De sarong is in twee deelen verdeeld: het gedeelte , waar het geheele patroon op staat en het andere deel, de „kapala" genoemd.
De sarong draagt men om het lichaam, er voor zorgende, dat de kapala zich op zij van de linkerheup in tweeën vouwt.
In het midden van de taille, vouwt men een plooitje, zoodat de sarong beter valt bij het zitten.
Naai de sarong zoo aan elkaar, dat de naden aan weerszijden even netjes zijn, zoodat men bij het dragen niet een verkeerden of goeden kant heeft, men kan de sarong dan dragen zonder op een binnen of buitenkant te letten, en ze zal hierdoor minder slijten.
De meeste sarongs hebben een boven- en benedenkant. De onderkant onderscheidt zich dan door een breeden en tevens mooi afgewerkten rand.
Er zijn er echter, welke dit niet hebben, zie dan

[25:]

toe of de figuren naar boven of naar beneden loopen.
Sarongs met doorloopende patronen kan men naar verkiezing dragen.
De sarongs moet men niet te dikwijls wasschen, veel hebben ze niet te lijden, als men er een pantalon en een lang hemd onder draagt.
Gebruik voor dagelijks ook geen dure sarongs, men heeft biervoor Djocdjasche en Solosche motieven, deze zijn half batik en half tjap, ze zijn zeer sterk, hebben een mooie goudbruine kleur en varieeren in prijzen van ƒ2.50 tot f6.—, deze sarongs zijn geschikt om gewasschen te worden.
Bij huiselijken arbeid en in de keuken zijn zij uitstekend, daar ze tegen vetvlekken kunnen.
Wasch de dure sarong niet met zeep en ga haar niet opstrijken, steek door de sarong een stok en hang ze daaraan op, aan de onderzijde steekt men eveneens een stok door, doch van zwaarder gewicht en laat ze vrij hangen, zoodoend wordt zij glad zonder gestreken te worden.
De sarongs op deze manier behandeld zullen hun nieuwe en frissche kleur behouden.
Bind de sarong vast met een witten band, die ongeveer 5 a 6 centimeter breed is, neem de lengte naar de taille van de draagster.
Over den witten band draagt men een ongeveer 13 a 15 centimeter breed gekleurde centuur; men dient hem met iets stevigs te voeren en bevestigehem met haken of een gesp om het middel.
Een andere manier is, een gewone sjerp van Chineesche zijde om het middel te slaan. De witte

[26:]

band kan gewasschen worden doch de zijde niet.
De onderkleeding bestaat uit een witkatoenen hemd, een pantalon en ondertaille.
Het hemd is over het algemeen van dun wit katoen vervaardigd, doch heeft de draagster last van koortsen of verkoudheden, zoo drage zij dun flanel. Dit geld ook voor personen die sterk transpireeren en niet van hun werk weg kunnen om zich dikwijls te verschoonen.
De ondertaille moet niet knellen en geheel naar de figuur van den persoon vervaardigd worden. Een taillepatroon zal ik voor mijn lezeressen bij het werk voegen, zoodat ieder ze naar eigen keuze en maat kan vervaardigen.
Van groot belang is het, dat men een goede ondertaille bij een sarong en kabaya draagt, omdat de kabaya zich geheel daar naar richt.
Het goed voor de ondertaille is van fijn dun keper, vóór het knippen moet men het een nacht uitweeken, zoodat alle stijfsel er uittrekt en het dan meteen krimpvrij is.
Bij het vervaardigen der ondertailles, lette men vooral op, hoe het goed genomen moet worden, b.v. het ronde stuk, waar de buste in valt, moet schuin zijn, daar dan het goed zich beter voegt naar de vormen van het lichaam.
De pantalon is van wit shirting vervaardigd, wijde broekspijpen moeten er aan gemaakt worden, alles is berekend voor de luchtigheid.
Ter voltooiing van het Indische ochtendtoilet worden slofjes aan de voeten gedragen.

[27:]

Het beste is deze te laten maken van zacht leder, het voorstuk liefst opengewerkt, met heele lage platte hakjes.
Sierlijk staat het, aan de slofjes hooge hakjes aan te brengen, maar bedenk, dat dit zeer nadeelig is voor de gezondheid van de draagster.
Pijnen in den rug, in het hoofd en een spoedige vermoeidheid zullen er de gevolgen van zijn.
Des morgens maakt men het haar zoo eenvoudig mogelijk op; gebruik geen crëpés of haarstrengen of uitgevallen haar om het kapsel sierlijk te maken.
Alles broeit en geeft warmte en is niet bevorderlijk voor uw haargroei.
Zijt ge in uw eigen huis, zoodat ge u voor niemand behoeft te geneeren, laat dan het haar 's morgens een uurtje loshangen, nadat men het eerst goed uitgekamd heeft.
Dit zal het haar ten goede komen en 't is frisscher voor uw hoofd.
Hoe ge uw haar verzorgen moet om een weelderige haartooi te krijgen en te behouden, heb ik in mijn boek, „Wenken en Raadgevingen" reeds gemeld.



vorige pagina | inhoud | volgende pagina