doorzoek de gehele Leestrommel
F.I. van Steenen: Verhalen
Inhoudsopgave *
F.I. van Steenen: Mir, een kleine baboe In: Nederland. Jaargang 83. Red. Johan Koning, Willem H. Haighton en J. Mullemeister. Leiden, 1933. pp. 329-347.
Hoewel de toean besar, wiens harde stem zij vreesde, al thuis was, besloot Mir het nu toch niet langer uit te stellen, bang, dat anders kokki of kebon haar vóór zouden zijn. En terwijl zij, zwijgend als gewoonlijk, traag heen en weer redderde tusschen slaapkamer en bijgebouwen, wierp zij door elke doorlaat verkennende blikken naar Lydia en Hans van Voorst, die op het versch besproeide gazonnetje vóór hun villaatje hun dagelijksch theeuurtje genoten. Gelukkig, mijnheer las de krant en rookte. Groote kans, dat hij niet op haar zou letten. En mevrouw zat met gebogen hoofd rustig te borduren, een gunstige houding om van onder af haar aandacht te trekken Lezen
F.I. van Steenen: Een intermezzo op de Christiaan Huygens In: Nederland. Jaargang 85. Red. Johan Koning en dr. Alfred A. Haighton 1931. Leiden pp. 1453-1485. Oeoei! oeoei! De tweede sirene van de »Christiaan Huygens« jaagt de laatste wegbrengers naar wal. Nog hangt de brug. Maar een paar korte stooten doortrillen reeds het lange lichaam van het trotsche schip. De Priok-kade van de »Nederland« ligt wit in de middaghitte. Over de heële lengte der loodsen staan twee, drie rijen menschen. Helmhoeden, parasols, kleine luifelhoedjes beschermen tegen de loodrechte zon van twaalf uur. Alle gezichten aan de kade zijn omhoog geheven, alle oogen langs de railing kijken omlaag. Handen van beneden wuiven naar handen boven, Groetwoorden. Uitroepen. Glimlachen. Iedereen is in afwachting van de laatste stoomfluit. Men lacht niet meer. Een gemurmel golft door de rijen aan wal en op het schip. De brug waggelt aan de trossen, daar valt ze op den grond. Direct daarop zet het orkestje aan dek het Wilhelmus in. Stilte. Tranen. Lezen
Verantwoording*
De inhoudsopgave is gebaseerd op de genoemde bronnen. De cijfers tussen [vierkante haken] verwijzen naar de paginering in het boek. Voor kennelijke fouten die aan mijn waarneming zijn ontsnapt, hou ik me aanbevolen.
Vilan van de Loo