Indisch Dieet voor buiklijders. Naar de inzichten van wijlen Mevrouw Stoll, opgeteekend door een geneesheer. Batavia: G. Kolff & Co, 1895.
Experientia docet.
[3:]
Nog levendig staat mij het beeld voor den geest van de brave vrouw, die ons onlangs door den dood ontviel. Van haar kan getuigd worden, dat zij inderdaad niet gelukkiger was, dan wanneer zij anderen kon helpen. Tot het verplegen van zieken voelde zij zich bijzonder aangetrokken en wie haar eenmaal aan het ziekbed werkzaam zag, moest het wel opvallen, dat zij zeldzaam talent daarvoor bezat. Zij had een kalme natuur, was handig, maar bovenal, zij bezat eene groote dosis gezond verstand. Bovendien was zij een sympathieke verschijning en uit haar wezen spraken ernst én deelneming voor iederen lijder. Zij wekte liefde en ontzag bij wie haar bij ziekte om raad kwam vragen. Geen wonder dan ook, dat hare voorschriften gerespecteerd en stiptelijk nageleefd werden. Hieraan was voor een groot deel haar succes te danken bij het behandelen van buikziekten. Zij was door jarenlange waarneming van den invloed van
[4:]
verschillende voedingsmiddelen op het verloop van buikziekten, geraakt tot de kennis van een voor het groote meerendeel van buiklijders, passend dieet. Zoo mogelijk altijd controleerde zij door eigen aanschouwing of de ontlastingen ook onverteerde voedingsmiddelen bevatten en werden deze ontdekt, dan werd datgene uit het vastgestelde menu weggelaten, wat gebleken was niet verdragen te kunnen worden. Hare voedingsvoorschriften werden gedétailleerd gegeven. Schijnbaar weinig beteekenende culinaire bijzonderheden moesten h.i. een grooten invloed uitoefenen op de verteerbaarheid der spijzen en zij verlangde gebiedend, bij de bereiding daarop acht te geven. En aan hare wenschen werd gewoonlijk op zeldzaam conscientieuse wijze gehoor gegeven. Menig ongeduldig geworden buiklijder herwon door hare imponeerende kalmte en de onuitputtelijke belangstelling, die zij in de meest hardnekkige buikkwalen bleef stellen, het geduld. Krachtig was de moreele invloed, die van haar uitging; het vertrouwen in hare ervaring was zóó groot, dat zelfs, wanneer ook háre kunst te kort schoot, daarin volledig berust werd met een: "het kon niet anders."
[5:]
Maar dat hare kunst falen kon, daarvan was de verstandige vrouw zelve volkomen overtuigd, en bij voorkomende gelegenheden onthield zij haren patienten dan ook niet den raad om de hulp van den geheesheer in te roepen. Het strekke haar verder tot eer, dat zij eene vijandin was van inmenging in een reeds ingestelde behandeling buiten voorkennis van den geneesheer. Onverpoosd hield zij zich bezig met de zeer bewerkelijke bereiding van voor buiklijders bestemde inlandsche geneesmiddelen. Van hare kruidenmengsels maakte zij volstrekt geen geheim en in hunne toepassing ontbrak de sleur: het geneesmiddel werd naar het geval gewijzigd. Mochten zich verschijnseIen voordoen, die haar vreemd waren, dan was zij zeker niet de laatste, die op het consulteeren van een bevoegd medicus aandrong. Nu is het een feit, dat misvatting in den waren aard van buikkwalen in het algemeen tot de mogelijkheden behoort, en het spreekt van zelve, dat de kansen voor zulke misvattingen oneindig geringer zullen zijn voor geneeskundigen van beroep dan voor leeken. Van de buikkwalen, die Mevrouw STOLL gewoonlijk onder behandeling kreeg, mag men
[6:]
echter gerust aannemen, dat zij meestal dysenterieën of aanverwante ziektetoestanden waren. Derhalve zullen vergissingen in de herkenning der ziekte niet veel voorgekomen zijn, en zegevierden hare geneesmiddelen vaak in den strijd tegen die haar zoo welbekende ziekte. Welke die middelen waren en hoe zij op de patiënten werkten, kan hier niet ter sprake komen, maar in elk geval verdienen de dieetvoorschriften, die Mevr. S. haren buiklijders gaf, onze belangstelling. Wij gaan nu tot de zooveel mogelijk getrouwe beschrijving daarvan over.
DIEET-SYSTEEM VAN WIJLEN MEVR. STOLL.
De dysenterie in de tropische gewesten vereischt naar de ondervinding, die Mevrouw Stoll daarvan had opgedaan, een geheel andere diaetetische behandeling dan in Europa daarvoor gebruikelijk is. Terwijl daar het melkdieet de gunstigste resultaten oplevert, is volgens Mevrouw STOLL de beste voeding voor dysenterielijders in Indië in hoofdzaak een meeldieet. Wel zal melk in sommige gevallen verdragen
[7:]
kunnen worden, de meeste lijders echter kunnen haar niet verteren: zij gaat in de maag reeds aan het gisten, verergert den buikloop en gaat niet zelden onverteerd (als kaas!) in de ontlastingen over. Van de meelsoorten verdient arrowroot het meest aanbeveling. Dit meel is gemakkelijk onvervalscht en zuiver te verkrijgen; men behandelt het met warm water en laat het allengs tot eene glazige pap opzwellen. Er mogen geene samenhangende klonters in voorkomen; verder moet de pap dun zijn en telkens kort voor het gebruik versch bereid worden. Minder geschikt is sago; de kern der korrels blijft allicht ongaar en de onverteerbare korrels werken schadelijk op een zieken darm. Getimde rijst wordt niet altijd zoo gemakkelijk verdragen als men vrij wel algemeen aanneemt; gewoonlijk maakt men haar te vast, en dan wordt zij te zwaar voor de maag. Boeboe-aer van rijst, dat is dus niets anders dan dunne nassitim, is het voorschrift, dat men geven moet. Nog lichter te verteren is pap van fijngestooten rijstkorrels; duidelijkheidshalve noemde Mevrouw STOLL, dit gerecht boeboer aer van bras menier. Gort is een veel te zwaar verteerbaar voedsel;
inhoud | volgende pagina