Melati van Java: Tante Betje. Toneelstukje in één bedrijf. (Toneelstukjes voor Dames, 2e Serie, No. 3) Culemborg: Bom & Olivierse, [1900 of 1901].
[42:]
DERTIENDE TOONEEL.
J uffr o u w D u m o n t, H e t t y.
Hetty:
(erg opgewonden en druk). Juf, ik bedoel juffrouw! Weet U ook waar Ma is? Tante Betje is reeds lang weg.
Juffrouw Dumont:
Neen, Ik weet het niet.
Juffrouw is U verliefd.
(opschrikkend). Wat ?
(gierend). 't Is zeker waar om dat U zoo boos wordt ce n'est que la vérité qui blesse.
Zoo'n ongepaste taal! Hoe kom je er aan?
(nog harder lachend). Uw zakdoek hangt uit uw zak.
(boos). Hetty, ik verzoek U die aardigheden voor U te houden. Ik ben er niet van gediend.
[44:]
(ter zijde). 't Is geen zakdoek. 't Is een brief (hardop) Juffrouw vindtU het niet eenig van mijnheer Philipsen?
(stijf). Wat bedoel je?
(vleiend). Kijkt U toch zoo boos niet. 't Is alles immers maar gekheid!
(uit de hoogte). Op die gekheid ben ik niet gesteld. Maar wat wou je zeggen?
Dat Mama eten heeft moeten zenden aan mijnheer Philipsen en dat hij van avond hier komt dineeren?
(gemaakt onverschillig:) -Zoo! (terzijde). Hoe zal ik hem onder de oogen durven komen?
Vindt U het niet leuk?
Ik zie er niets leuks in, Hetty, wil je die boeken wegbergen. Uw Mama heeft er mij al een zeer onaangename opmerking over gemaakt en dan liefst in tegenwoordigheid van een mensch als Mevrouw Harders.
[45:]
Zij is wat een goed mensch hoor! (binnensmonds). Misschien beter dan U.
Zei U wat?
O neen! Om die boeken wil ik geen ruzie hebben. Wij moeten toch dadelijk eten.
inhoud | vorige pagina | volgende pagina