doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Anne Busken Huet-van der Tholl: Brieven aan Sophie Potgieter


Batavia, 4 Sept 74

Lieve Sophie,

Dezer dagen gaat het fraaije stuk over Petrarça van Blaze de Bury in de "Deux mondes" lezende, heb ik mij herhaaldelijk voorgesteld, dat gij en m.[ijnheer] P.[otgieter] met ubeidjes naar Avignon zoudt gereisd zijn, om het vijfde eeuwfeest van dien dichter te helpen vieren. Mijnheer Potgieter heeft indertijd aan Dante die eer bewezen, zou hij die aan Petrarca hebben onthouden? Indien mijne gissing juist geweest is, dan hooren wij zeker spoedig eenige bijzonderheden.

Toen gij bezig waart uwen laatste naan mij te schrijven, bevond ik mij gedurende eenke kleine maand ook van huis, en bragt die met Gideon zeer genoeglijk in de Preangerbergen te Parakan Salak, eene groote theeonderneming van de nheer Adriaan Holle, door. Het is daar verukkelijk koel, niet meer dan 64 graden, buiten de zon, en die lekkere lucht heeft ons zeer verfrischt en mijne zenuwen versterkt; zulk een bergluchtbad is eene behoefte van tijd tot tijd van uit de Bataviasche dikwijls beklemmende hitte. Huet en Bakhuijzen hebben ons gebragt en teruggehaald en dus ook een kouden neus gehaald.

Op uwe vraag of ik steeds van plan ben met Gideon naar Europa te gaan, heeft Huet den heer P. het antwoord reeds gegeven, geloof ik. Jawel, lieve Sophie, als God blieft, zien wij elkander over een half jaar terug. Och neen; wel is de keus moeijelijk; doch wij kunnen toch niet besluiten Gideon alleen weg te zenden. Stel u voor dat wij hem naar de boot gebragt hadden; en dat wij thuis rustig zamen zaten, terwijl hij op zee rondzwalkt en wij niet weten onder welke lieden hij zal aanlanden. Was ons eerste plan nog doorgegaan en had ik hem onder uwe hoede geweten! dat was iets anders geweest; maar nu in eene wildvreemde omgeving! Neen, nu moet ik hem eerst op dreef helpen en zien aan wien ik hem toevertrouwen kan. Huet zelf zou niet lief van mij vinden zoo ik weigerde; ik heb eerst genoeg geprotesteerd. -

Met eene der eerste gelegenheden van Maart vertrekken wij van hier; dat is de beste tijd van het jaar voor de reis; en dan gaan wij ook den zomer te gemoet voor ons aan de indiesche warmte verwende gestellen. Het plan is, dat wij ons alsdan eene maand of twee, drie in Holland zullen ophouden om ons tegen het einde der zomervacanties naar Zwitserland te begeven. Een rêve van mij is, dat hij en mijnheer P. met ons mede reizen zult. Wie weet! Wij verlangen zeer ubeiden weer te zien; komen ook allereerst naar Amsterdam en houden ook daar ons pied-à-terre, onder uw vleugelen, zoolang wij in Holland blijven. Tegen dien tijd zoekt gij ons wel geschikte kamers in het een of ander Hôtel. Gideon vindt het heerlijk om naar Holland te gaan. Doch hoe zal ik het maken, zoover van Huet? Mijn vast voornemen is mijn best te doen, om mij goed te houden, en afleiding te zoeken; anders word ik ziek of ga dood, of kom helemaal als een oud besje bij Huet terug; en daar heb ik een hekel aan.-

Houdt gij u ook goed; dan lagchen wij nog eens, zooals van ouds. Ik geloof nie tdat ik in Indië nog ooit zóó hartelijk gelagchen heb. En lagchen is toch zoo gezond.

Ik hoop dat het geene ernstige ongesteldheid is, die mevr. Bosboom verhinderd heeft "Majoor Frans" voort te zetten. Wij zullen lezen dat frisch verhaal met het grootste genoegen; en stellen het veel hooger dan de laatste novelle van George Sand: "ma soeur Jeanne". Wat een schuinsche geschichte voor zoo'n oud grootje. Vondt gij niet? -

Huet werkt tegenwoordig zeer druk aan een uitgebreid stuk over Tollens. Hij is uitstekend gezond tegenwoordig, en slaapt zeer goed, ook al werkt gij hard den geheelen dag in de stad, en ook 's avonds. Ik verzeker u dat vele heeren hier waarlijk geen gemakkelijk leven hebben.-

Ben ik een paar jaar met Gideon in Europa geweest, dan hopen wij dat hij voor een half jaar zal kunnen weggaan, om mij terug te komen halen. Ach! dat zou ik hem zoo gunnen; en dat vooruitzigt zal mij staande houden in de scheiding. Adieu, Sophie lief, met onze hartelijkste groeten, aan u en den heer P.

Uwe liefhebbende

Anne B-Huet


inhoud | vorige pagina | volgende pagina