Daisy Junius: Baboe Mina In: De Sumatra Post, 23 en 25 mei 1903
Inhoudsopgave *
Baboe Mina, uitsnede van de eerste aflevering. Feuilletons verschenen 'onder de streep'.
I. Het was tusschen één en twee op een heeten Augustusmiddag. Ik zat loom bij mijn schrijftafel en tuurde, in gedachten verzonken, tusschen de schuine schoffeltjes der zonneblinden door naar buiten. Ik hoorde stemmen op straat, vrij dicht bij mijn raam; maar ik was te afgetrokken om er op te letten. Opeens een toon van wonderen klank; ik luisterde, plotseling gewekt; want het was of in het Pauken-orkest van het eentonig-rumoerig straatleven zich het zangerigslepende geleid van een gamelang had gemengd. Lezen
II. Beiden trokken gezichten of zij bij de zaligheid van moeders breipot smeekten toch niet in moeilijkheden te komen, vooral niet in moeilijkheden. Zij zagen de vreemde vrouw uit Insulinde onwillig aan, ternauwernood luisterend naar wat zij zeide zij verlangden slechts één ding: de huisdeur te kunnen sluiten voor al dien vreemden Poespas! Lezen
Verantwoording*
De inhoudsopgave is gebaseerd op het tweedelige feuilleton Baboe Mina, zoals gepubliceerd in de Sumatra Poste (1903).
Voor kennelijke fouten die aan mijn waarneming zijn ontsnapt, hou ik me aanbevolen.
Vilan van de Loo