Daisy E.A. Junius: 'Getrouwd met een zeeofficier' In: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift Jaargang 3 (deel 5)januari-juli, 1893
III
Het lag volstrekt niet in Ella's bedoeling om langen tijd bij Nora te komen doorbrengen: in de eerste plaats wilde zij hare mama niet zoo lang alleen laten en ten tweede wist zij, dat Nora eigenlijk niet goed logees kon hebben. Zij had met hare moeder echter een geheel ander plan beraamd in welks welslagen de beide dames zich bij voorbaat innig verheugd hadden. Zij wilden Nora overhalen om den winter bij haar in den Haag te komen doorbrengen; doch ook de oude mevrouw van Wolterzee, zoowel als Ella, had begrepen, dat dit plan van den kant van Nora wel eenige moeilijkheden zou medebrengen en dat een brief weinig of niets zou uitwerken; Ella had deze omstandigheid als een heerlijke, afdoende reden aangegrepen, die een reisje naar Middelburg noodzakelijk maakte. Zij had zich sedert lang eene illusie gemaakt om Nora tot steun en troost te zijn bij Hendrik's vertrek, en daar mevrouw van Wolterzee er niet tegen was, had het vurig verlangde reisje naar Zeeland plaats. Maar Ella, " zeide Nora, een paar dagen later, nadat zij al lang en breed over het verrukkelijke " plan gesproken hadden; ik zou heel graag willen, maar het zal toch veel te veel last en drukte aan je mama en jou veroor- zaken; ik geloof heusch dat het beter is.... denk eens, met mijne...." Niets beter, " viel Ella vroolijk in, die wacht je bij ons af. Mama vindt het heerlijk om je dan bij zich te hebben maar als jij het nu niet prettig vindt, om in die dagen bij ons te zijn? " vervolgde ze ondeugend. O, Ella, dat weet je wel; ik zag er zoo vreeselijk tegen op, om in dien tijd zoo alleen te zijn, met een vreemde baker maar hoe dan met Mina en den kleinen Harimau? "vervolgde ze eensklaps op geheel anderen toon, daar hebben wij nog niet aan gedacht. " Die neem je maar mee; Harimau voor ons amusement en Mina tot je hulp dat is, geloof ik, op Indische wijze, als je kindje geboren is, moet je er toch een dienstmeisje bij hebben. " En alle bezwaren, die Nora opwierp, hetzij uit bescheidenheid of zorg, ruimde Ella vroolijk uit den weg, zoodat Nora zich werkelijk liet overhalen, om haar huis te sluiten, en er na eene week weder eene vigilante voorkwam,
[394:]
>waarin Nora, Ella, de meid en Harimau met al hunne ab- en dependences plaats namen, om zich naar het station te laten brengen. Mevrouw van Wolterzee ontving het eigenaardige reisgezelschap opgetogen van vreugde, nam den kleinen kater op den arm en bracht Nora spoedig naar de voor haar in orde gemaakte vertrekken, haar zachtjes toefluisterend, haar hartelijk toesprekend zichzelf geheel als Nora's moeder beschouwend. Nora gevoelde zich in deze gezellige omgeving, bij deze hartelijke, lieve vrouwtjes, alsof zij na een harden storm en veel angst en zorg voor langen tijd een veilige haven was ingezeild.
inhoud | vorige pagina | volgende pagina