doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Daisy E.A. Junius: 'De Gouden Zuil'
In: Eigen Haard, 1899


[146:]

V.

Heerlijke lenteavond, velen hebben nog even een stapje om gemaakt, maar nu zijn de meeste wandelaars naar huis teruggekeerd, 't wordt stiller en stiller op straat.
Celine is nog steeds te bed, maar zij voelt zich heel gelukkig, vooral de laatste dagen daar Arnold de opgewektheid en vriendelijkheid zelf is. Nu zit hij bij haar en laat kleinen Hans paardje rijden op zijn voet, maar telkens plaagt hij hem, door zijn voet weg te trekken en dan zoekt het kleine ventje met zijn rechterbeentje aan alle kanten naar het begeerde paard.
Celine ziet het glimlachend aan, af en toe heeft zij lust om te zeggen: "Och, plaag hem niet zoo, laat hem nu weer rijden," maar ze is bang de goede stemming te bederven en zegt dus niets.
Doch Hans, vertroeteld door zijn moeder en een geboren kleine heerscher, heeft spoedig de aardigheid af van een dergelijk vermaak met hindernissen. Hij laat zijn vader in den steek met zijn steeks-paard en kruipt zoo hard hij kruipen kan naar zijne moeder; als hij bij háár is, ziet hij even, met iets trimfantelijks in zijn oogjes naar zijn kwelgeest om.
"'t Is zeven uur Celine, moet het kind nóg niet naar bed?" Zij knikt, wat teleurgesteld, en belt de meid.
En als zij den kleine, voor hij werd weggebracht, op den arm der meid naar zijn vader gestuurd heeft, en hem zelf gekust en toegelachen heeft, dwalen hare gedachten weer naar het zilveren kistje en denkt zij weer aan haar benauwden droom.
"Arnold," zegt ze opeens, "zou je me een genoegen willen doen?"
"Jawel," antwoordt hij, zonder van zijne courant op te zien.
"Je hebt den sleutel van mijn linnenkast toch bij je, nietwaar?"
"Ja."
"Het is natuurlijk een beetje kinderachtig van me, maar ik heb, gedroomd, geloof ik, dat er iets niet in orde is met mijn zilveren bijouterie-kistje, ik zou het graag even zien? "
"Nu...?"
"Ja - als het je niet te veel moeite is?"
Hij staat op en gaat naar de aangrenzend kamer, daar, buiten het bereik van haar blik, komt hij tot zich zelf.
"Je moest het mij toch maar liever in de brandkast op 't kantoor geven, was dat niet beter? Maar hier is het, ben je nu gerust, of wil je het nog even bij je hebbeb? doch denk er aan dat alles je nog te veel vermoeit en dat je voorzichtig moet zijn..."
Doch zij strekt er de handen naar uit en beziet met gelukkigen blik haar schat, Hansje's schat, er zacht met de vingers overheen strijkend.
Zijne woorden heeft zij niet verstaan, maar zijn bezorgde toon is tot haar gekomen, haar streelend, verkwikkend.
Dan geeft zij hem het kistje terug met een gelukkig glimlachje, dankbaar voor zijn zorg.
En zij denkt er aan, hoe hij reeds in den beginne gezegd had het stuk in zijn brandkast te willen sluiten, maar op een smeekend blokje van háár er ten slotte in toegestemd had, dat zij het zelf in haar zilveren kistje mocht bewaren.
"Ik ben er heusch erg voorzichtig mee," had ze gezegd, "het is altijd op slot en goed weggeborgen."
En hij had even glimlachend haar tot zich getrokken en toegegeven:
"Nu begin daar dan maar mee."
En op dezen zachten lenteavond, zóó blijde, dat zij beterende is nadat zij hem zoolang alleen en aan zijn lot had moeten overlaten, komt weer sterk het verlangen in haar op te rusten in zachte teederheidsarmen, méér één te zijn, haar ziel te laten uitgaan tot de zijne, en 't is haar vreemd, een stille teleurstelling, dat hij 't niet voelt, dat hij niet tot haar komt in hetzelfde verlangen.

[146:]

"Nu Celine, ik ga nog even de courant lezen, heb je soms nòg iets?"
"Dank je," klinkt het zacht terug, "neen niets."
Toen keerde zij zich om, verborge het gezichtje en schreide zacht, terwijl hij de trap afging, twee treden tegelijk nemend, alsof het hem daarboven nu net precies lang genoeg geduurd had.
Zij hief het hoofd op, zij hoorde hem zijn stok uit den stander nemen, de huisdeur open en dicht doen; nu was hij op straat.
"Ah goeden avond," klonk het luid tegen den eenen of anderen vriend.
En boven lag zij, heel stil, het lieve gezichtje gedrukt in het kussen en zacht snikkend.


inhoud | vorige pagina | volgende pagina