doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Mina Kruseman: Een huwelijk in Indiè
's-Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1873


[324:]

N E G E N E N D E R T I G S T E H O O F D S T U K
RECHT

Een doodsche stilte heerschte in het groote prachtige landhuis. Lawson lag bleek en koud op het sterfbed uitgestrekt. Louise stond aan zijne zijde, zwijgend en onnerworpen zoo als zij eenmaal naast den baleh-baleh van Werner gestaan had. Dokter Heisterman wendde tevergeefs alle pogingen aan, om haar naar hare kamer terug te doen keeren, sprak van besmetting, van plicht, zij bleef onbewegelijk staan en antwoordde kalm:
"Aanstonds zal h i j mij verlaten, dokter. . . Laat mij. . . ."
"Denk aan uw kind, mevrouw."
"Ik kan niet. . . Ik kan nu slechts aan den vader denken."
De dokter zweeg. Als altijd gaf hij toe aan de jonge vrouw.
Het duurde niet lang of er kwamen vreemden in huis en het lijk werd weggedragen.
Toen verschenen de mannen van de wet en andere vreemden en nieuwsgierigen. Het testament werd geopend. Lawson's papieren werden doorsnuffeld. De vrouw werd gevonden met haar kind. Zij werd zijn m a î t r e s s e genoemd en het kind werd o n e c h t verklaard. De wet had in alles voorzien. Zij kon gaan vanwaar zij gekomen was en medenemen hetgeen haar toebehoorde - haar

[325:]

kind. Het testament dateerde van meer dan zes jaar herwaarts en sprak niet van haar. Dus geen geld, noch voor haar, noch voor haar kind. . .
En wie was die vrouw? - De wet zou het uitvinden, zij vond alles uit.
Aan resident Stevens van Langendijk werd gemeld, dat men zijn vrouw gevonden had. Hij eischte haar op, ontkende het kind, vroeg een wettelijke echtscheiding en verkreeg haar op grond van" s l e c h t g e d r a g zijner vrouw." De wereld beklaagde hem en gaf hem gelijk. -
Twee maanden later trouwde hij met eene schatrijke weduwe, waarvan de menschen veel geweten haatten, dat niet goed was, maar die zóo groot geleefd had dat niemand het had w i l l e n w e t e n. Eerbied en achtig omringden het gelukkige echtpaar totdat de resident nog een rang verhoogd werd en, tot groot leedwezen van het publiek, A. verliet om als Raad van Indië naar Batavia te vertrekken.

En Louise en haar kind? De resident had haar naar hare ouders teruggezonden. Dat was al wat hij voor haar doen kon.
En hare ouders hadden haar het kind ontnomen en het naar Holland op school gestuurd, om het te onttrekken aan den zondigen invloed der moeder.
Wat had zij geworsteld, gestreden, gebeden om haar kind!
"Mijn God! Het is mijn kind, het mijne alleen!"
Dit ontkende de wet. Hare ouders hadden haar krank

[326:]

zinnig genoemd, zooals haar echtgenoot haar eerloos had verklaard. En de wet ontnam haar het kind. Dat was recht.
Arme menschheid, die evenmin voor de wet berekend zijt als de wet voor u! Wat is het leven, zooals het tegenwoordig in zulke gevallen begrepen wordt? Een belachelijke opstand tegen de eischen der natuur. Een onzinnige worsteling tegen de groote wetten der volmaaktheid. Een godslasterend drama, gespeeld onder het karikatuur masker van godsdienst, wetenschap en vrijheid!


inhoud | vorige pagina | volgende pagina