Raden Adjeng Kartini: Door duisternis tot licht. Gedachten over en voor het Javaansche volk, Den Haag 1912 (derde dr, eerste d. 1911)
2 November 1900. (II.)
Een goddelijk geheimpje ga ik u toefluisteren, liefste, dat naar ik hoop en vertrouw binnenkort géén geheim meer zal z ij n! Ach! wat ben ik gelukkig! Ik sluit me innig in uw armen, druk me aan uw hart, dierste, kus mij, wensch mij geluk! 't Was géén bleeke hersenschim, geen ijdel droombeeld, dat ik najaagde; luister, o, Moedertje, ik mag me vrij en zelfstandig maken! ik mag iets worden! Sedert gisteren is 't mij als of ik niet meer leef, niet meer op de aarde ben, maar ver van huis in den hemel der gelukzaligen! Ik mag! ik mag! ik mag! heb ik al meer dan duizend keeren herhaald, en ik herhaal 't nog steeds. O, alles juicht en jubelt in me; dat kunt u zich wel begrijpen, niet waar "Moedertje, u, die mij kent tot in 't diepst van mijn hart en weet wat een stormen kort geleden daarin hebben gewoed. Wat een angst en helsche pijnen heb ik in de laatste maanden uitgestaan; 't was een afschuwelijk ellendige tijd, dien ik heb doorgeworsteld. Doch 't was goed geweest - die harde innerlijke strijd heeft me gesterkt! O, Moedertje, als de zaak op Batavia en die op Modjowarno in orde komen, zal 't een harde strijd worden voor me. Naar beide trekt mijn hart; aan den eenen kant - in uwe nabijheid te komen; dan samen te zijn met de zusjes, die zeker op Modjowarno komen, als de ingewonnen informaties bevredigend zijn - buiten wonen op een eenvoudig plaatsje, ver van 't stads-gewoel en kleinzielig menschengedoe, temidden van eenvoudige harten, reine zielen, die leven in een atmosfeer van mooie, heilige, zich aan anderen gevende Liefde - en 't andere . . . ? "Niets dat te gemakkelijk, te laks is verkregen, kan lang
[86:]
waarde en bekoring hebben voor ons", zegt Mevrouw Abendanon. Doch laat ik nu mijn hoofd nog niet breken over de keuze - kalmpjes aan, zoo komen wij er wel - overhaasting bederft meestal. Ik zal goed 't stemmetje hier binnen afluisteren en naar wat 't zegt, zal ik in overleg met hetgeen het hoofd zegt, handelen: is 't zoo goed, Moedertje?
inhoud | vorige pagina | volgende pagina