doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Raden Adjeng Kartini: Door duisternis tot licht. Gedachten over en voor het Javaansche volk,
Den Haag 1912 (derde dr, eerste d. 1911)


[87:]

Riviergezicht (Tjiliwong) Depok.

Er zullen nieuwe toestanden komen in de Inlandsche wereld; al is 't niet door ons, dan door anderen; de emancipatie zit in de lucht - zij is voorbeschikt. En wie 't Lot tot de geestelijke moeder koos van dat Nieuwe moet lijden, 't Is de eeuwige natuurwet: wie baart moet barensweeën kennen, maar 't kind, dat we al liefhebben, vóór anderen van zijn bestaan vermoeden, dat we ontvangen doorlijden en smarten, is ons oneindig dierbaar!
O! niets is ellendiger, dan werkkracht in je te voelen en tot werkeloosheid te zijn gedoemd. Goddank! Goddank, dat deze vloek van me is genomen!
Er is kort geleden een professor uit Jena bij ons geweest. Dr. Anton, met zijne vrouw, in 't belang zijner studie reizende, kwam hier om kennis met ons te maken.
Ik ben zoo bang, dat men al te veel in me ziet. Ik ben er zeker van, dat men zich misleiden laat door de bekoring van 't nieuwe en misschien ook door medelijden. Nieuw zijn we voor velen, zelfs voor menschen van hier, en al wat nieuw is, bekoort min of meer. De professor dacht ons nog halve wilden, en vond gewone menschen; 't vreemde was alleen de huidskleur, kleeding en omgeving, en deze gaven aan het gewone een eigenaardig cachet. Voelen we ons niet aangenaam aangedaan

[88:]

als wij onze eigen gedachten terugvinden in een ander? En als die ander is een vreemde, iemand van ander ras, van een ander werelddeel, ander bloed, kleur, zeden en gewoonten, dan verhoogt dit nog de bekoring van de geestverwantschap. Ik ben er van overtuigd, dat men niet een kwart zooveel notitie van ons zou nemen, als wij in plaats van sarong en kabaja, japonnen droegen; in plaats van Javaansche, Hollandsche namen, en Europeesch bloed in plaats van Javaansch bloed door onze aderen stroomde . . .
Zoo pas kregen we van vriendinnen een paar boeken cadeau, o. a. ook dat prachtige werk van B. v. Suttner "De wapens neer gelegd".
Ik las verscheidene andere boeken, waarvan vooral "Moderne Maagden" mij boeide en ontroerde, door 't terugvinden daarin van veel wat ik zelf gedacht, gevoeld en geleefd heb. Ik kan niet anders zeggen, dan dat Marcel Prévost goed heeft waargenomen, en uitstekend zijne indrukken, gedachten en gevoelens weet weer te geven. Ik vind zijn boek heel mooi. Ik ben nu wel even ver van de oplossing van het groote vraagstuk gebleven als vóór de kennismaking met "M. M.", maar nooit heb ik zoo klaar en duidelijk, zoo treffend door waarheid en kracht het doel der Vrouwenbeweging zien uiteenzetten. Dat de schrijver zich niet van een zeer kinderachtigen spot heeft onthouden door b. v. alle kampvechsters voor de vrouwenbeweging met uitzondering van Fedi en Lea absoluut leelijk, gebrekkig, mismaakt te laten zijn, neem ik hem niet kwalijk. Wat een heerlijke woorden, zoo waar en zoo schoon, laat hij Pirnet, de beminnelijke, mismaakte apostel der vrouwenbeweging tegen het eind van 't boek zeggen; woorden, die helder 't doel der vrouwenbeweging ontvouwen. Ik heb er dubbel van genoten, omdat de man ze dacht en schreef. Even vóór ik 't boek las, schreef ik aan mijne twee beste vriendinnen hier groote brieven. Wanneer ik ze schreef na kennismaking met "M. M.", zou ik meenen ze te schrijven onder den invloed - indruk van het gelezene, zoo wonderlijk veel overeenkomst als beide vertrouwelijke brieven met veel in 't boek hadden.
Ik wou, dat ik hier iemand had om mee te praten over M. M. Er is veel daarin, dat ik graag zou willen bespreken met iemand van veel ervaring en ondervinding.
Ik heb je zoo'n massa te vertellen over de oprichting van

[89:]

scholen voor Inlandsche meisjes - 't is nu publiek - en nog zooveel andere dingen, doch ik moet kort zijn vandaag; dit wil ik je toch nog even vertellen, dat 't plan van Mr. Abendanon overal met groote ingenomenheid wordt begroet. Veel invloedrijke Europeesche ambtenaren juichen zijne voorstellen warm toe en van dezen hangt het welslagen van de plannen van onzen vriend af. Wij hebben veel vrienden onder de Europeesche bestuursambtenaren en deze zullen 't streven van Mr. Abendanon om de Inlandsche vrouwenwereld op te heffen uit haar eeuwenlangen ellendigen staat warm steunen; en ook velen, ons persoonlijk onbekend, dragen de zaak een warm hart toe. Ik zal je naderhand een copie zenden van de circulaire van Mr. A. aan de hoofden van gewestelijk bestuur, de oprichting dier scholen betreffend. "Ten allen tijde is de vooruitgang der vrouw een belangrijke factor tot volksbeschaving gebleken."
"De intellectueele ontwikkeling der Inlandsche bevolking kan niet krachtig voortschrijden, indien de vrouw daarbij achterblijft."
"De vrouw, als de draagster der beschaving!" Stella, slaat je hart niet warm voor onzen vriend?
Er is sedert een half jaar een ernstig streven onder de Inlanders waar te nemen, om jullie mooie taal te leeren. Vele Europeanen zien dit met leede oogen aan, doch vele edeldenkende juichen het toe en moedigen het warm aan. Op verscheidene hoofdplaatsen verrijzen Hollandsche cursussen als paddestoelen uit den grond, die gevolgd worden door kleine kleuters zoowel als volwassen mannen, die reeds jaren in staatsdienst zijn.
Vele invloedrijke Regeeringsmannen met den Gouverneur-Generaal aan 't hoofd, zijn zeer voor de verspreiding der Hollandsche taal onder de Inlanders als middel om de Inlanders te beschaven en orn den Javaan nader te brengen tot de Hollanders, in wien hij niet den gevreesden, doch geliefden beschermer moet zien. Zoo zal dan toch de droom van mijn besten broer en vele edeldenkende Europeanen verwezenlijkt worden. Juich met me Stella!


inhoud | vorige pagina | volgende pagina