doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Aleid (ps. Beata van Helsdingen-Schoevers): 'Krasjes en Praatjes'.
In: Bataviaasch Nieuwsblad, 18 april 1914


De Ontvolking..... de Indigestie...

In Frankrijk maakt men zich bezorgd over den achteruitgang van het geboorte-cijfer...
In Duitschland — idem, in Engeland idem, in... laten we niet eentonig worden, het zou minder interessant zijn dan het verhaal over de buffel van Saidjah en Adinda. Overal geeft het groot gedoe. Ik hermner me den tijd nog, dat ik naïevelijk me er over verwonderde, wat of 't nu hinderde, dat de menschen minder op groote gezinnen gesteld waren dan vroeger? Nietwaar, zoo oppervlakkig zou men denken: "wat gaat het ze aan?"
Toen heeft men betoogd van de verdediging van het land, de verzwakking, de zucht tot rasbehoud. Aha, toen heb ik begrepen, dat men kanonnen- en bommenvleesch noodig had tot instandhouding van nationaliteit, en dat de menschheid daarom dringend wordt verzocht te produceeren.... In mijn gedachte kwam toen een heel crue vergelijking omtrent de vrouw... die ik hier niet wil herhalen, omdat er leelijks genoeg is in de wereld, maar die desniettemin in vele op zichten opgaat.
Het gevaar wordt ernstig geacht. Men zoekt overal schuld — het feminisme, de werkende vrouw, de meerdere ontwikkeling der vrouw (good gracious) en talloos zijn de middelen, die men probeert om weer groote gezinnen te kweeken. Men prijst in alie toonaarden, in veelsoortige lofzangen, het geluk en de zaligheid van het veelvuldige moederschap.
En de uitgebreide families varen er wel bij, zij worden gecajoleerd, ten voorbeeld gehouden, vandaag of morgen nog tentoongesteld ... Zij gaan zich machtig voelen, hebben organisaties en gaan denken over staking, over sabotage. Toen voor eenigen tijd de brave volksvader Cochon in Parijs op een grafelijk spartement acht gezinnen met zes-en-vijftig kinderen (en het scheelde maar een haar of het waren er zeven-envijftig geweest!) had gepoot en toen de eigenaar niet op deze vruchtbare volksverzameling gesteld bleek, wat deden toen de ras-insandhouders?
Verontwaardigd over de wet, die op de zijde des eigenaars was, en dus het grafelijk gezin met één kind voortrok boven hun zes-en-vijftigtal, staken ze een reuzenbanier uit het raam.
"Ze verjagen ons, omdat we zooveel kinderen hebben — alors citoyens ne faites plus des gasses!" Welk een ontzettende strijdkreet!
De natie trilde van vrees en schrik. Ge ziet het, sabotage, ook in dit bedrijf!
En nu, nu is het optneikenswaard, hoe dirk in de weer de Franche publieke opiniemakers, de tijdschriften, zijn om stemming te maken voor het kind. Systematisch verschijnen keer na keer: "Les impressions d'une jeune maman," "Le baiser d'enfant," "Les charmeslen antins".. verlucht met allersnoezigste plaatjes. Gedichten en "Le journal de bébé" verheerlijken al het liefs en wonderzoets, vuile vingeis op moedie's schoone blouse, zoo goed als een papbord, dat afgelikt wordt. Tot luiers wasschen en neusje vegen is men nog niet toe, maar dat komt wel. De seriën gaan getrouwelijk voort met het bazuinen hunner lofzangen.
Als dat nu maar niet juist gaat als met die andere ouderwetsche deugd, waar de Fransche bladen eenige jaren geleden zoo heftig voor ijverden. Toen kookte de pers over van culinarisme. Toen borrelden uit elk artikel koksraadgevingen, siste de verachting over het onoplettende huisvrouwtje nter uit de redactioneele sauspannen. De receptenboeken hielden heksentrek door de Jucht en drongen, zich ovcul in en hun raad op. En vervaarlijk was het verontwaardigd geloei van den pers (want hier was dit instrument beslist manlijk!) dat hij niet meer zoo lekker at, als wijlen zijn grootpapa. Misbaarlijk stegen de jammerzangen ten hemel, de reputatie der goede Fransche keuken na, die immers ook in rook vergaan was. En ook toen haalde men de roemzucht van de Fransche natie uit haar étui, schudde "la Gloire de France" op, hield de vaderlandsche eerzucht een appetijtelijk prikkelende schotel onder den neus, en gooide het volk met Brillat-Savarin's "Psychologie du Goüt" om de ooren — het was wérken, ziet ge, maar het resultaat kwam.
Want toen zweeg gedurende tijden het hitsende tromgeroffel.
En daarna komen nu simpeltjes de berichten vertellen, dat op aanstichting van Monsieur... enfin dat doet niet aan de zaak, van een meneer, die 't wéten kan in elk geval, omdat hij de eenige avond in het seizoen, dat hij niet uit dineeren hoefde, besteedde aan die aanstichting, tot oprichting van een bond is besloten, een "Ligue des deux plats". De man-die-wee hoopt: "que liórénavent les diners, même les diners les plus luxueux ne compartassent que deux plats..."
En de aanhang, die de opzichter al dadelijk voor zijn bord vond, en de geestdrift onder de tallooze diner-offers, het bewijst allemaal het succes van hetgeen voor eenige jaren de vaderlandslievende pers gezaaid heeft in de volk-conscientie.
Wel, zoo trek ik mijn conclusie, alzoo kon het met die bcvolkings-campagne ook gaan. Maar dan zal de nood slimmer zijn, want van acht kinderen zijn er makkelijk zes te abandonneeren met huidige acht-schotels-stelsel te reduceren tot twee. Al kwamen dan tien heeren-die-het-weten, (en de vrouwen; die-het-nog-beter-weten zullen dan ook wel ferm meedoen!) schreeuwen van: "á bas l'indigestion!"

Voor haar, die trouwen willen

Mijn lieve jonge dames, als ge te driftig aan dit "Vrouwenblaadje "rukt, scheurt het, het is maar van heel dun papier.
Daarbij, als een wijze tanten, moet ik u ter vorkoming van navrante teleurstellingen dadelijk ter waarschuwing het verhaaltje van het Iersche meisje in herinnering brengen, dat met drie shilling in haar zal om de trouwkosten te betalen naar den kapelaan toog, omdat zij dacht, dat bij elke trouwerij de bruidegom gefourniseerd werd... Zoo kan ik waarlijk niet aan dit onmisbare stuk in uw huishouding helpen, het spijt me geweldig. (Zeg nu alsjeblieft niet: "dat vervelende mensch," maar lees rustig verder!)
Máár, ik kan u vertellen, onder welk soort jonge of oude heeren ge zoeken moet naar uw onmisbaarheid: tout neuf, tweede hands, antiquariaat... Wel kijk eens aan, is dat niet veel waard? Ge kunt het met een formule uitrekenen, geheimzinnig en griezelig, geleerd en coquet, net precies, wat ge er uit wilt halen.
Ik voel me tegenover u als het orakel van Delphi op haar driepoot temidden van wazige dampen, wanneer ik u met halve stem toe fluister: 2x - 14. Maar omdat de vier pooten van mijn schrijfstoel stevig achter mijn bureautje staan, en omdat er uit de papiermand rechts geen mysterieuze offer-rook stijgt, zoo zal ik minder woordkarig dienen te zijn, dan mijn beroemde voorgangster. En ik zal u nader toelichten, dat x, de groote onbekende in deze, mijn infeilbare godsspraak, beduidt uw leeftijd. De onbekende, die aan u bekend is.
Uw jarental alzoo. Stel ge zijt twintig. (Voor jongeren is dit niet bestemd, want die behooren nog niet aan trouwen te denken!) Dus x is 20.
Welaan aan, span uw breid.
(2x-14)=(2x20-14)=40-14= 26. Zes-en-twintig. Zoo oud moet der Herrlichste von Allen zijn, ge ziet het, algebraïsch juist berekend.
Zijt ge 25, dan zoekt ge onder de 36-jarigen, 28 dan bij 42, dertig kijkt naar 46 en veertig naar... ze-en-dertig. O, neen maar, ik bid u, dat is nog lang niet het antiquariaat. Een man van zes-en-zestig kan een schat wezen, ik kan het u uit ervaring verzekeren, mijn grootvader is juist zoo oud, en hij is tout ce qu'ilya d'aimable.
Enfin gij kent nu het kunstje. Gaat, mijne maagden, en zoelt en wanneer ge verliefd mocht raken op iemand, die niet te formuleeren is, zoo schenk ik u bij voorbaar absolutie.

Om Bloemen op Tafel te hebben

Parijs heeft een aardig practisch nieuwigheidje bedacht. We zijn een beetje moe van al de langnekkige, dikbuikige amphoravormige vaasjes in Chinees en Saksisch, in oud aardewerk, Boheemsch kristal, geschilderd, geëmailleerd, geslepen. De vaasjes zelf zijn aardig, maar de bloemen zijn er toch ook maar altijd op één manier in te schikken, zoo en niet anders.
Dus zetten wij nu onze vazen op étagères en schoorsteenmantels, en we wenden ons tot de nouveauté, die is een driehoekig blokje kristal (of kristalglas) driehoekig met ronde hoeken en iets gebogen zijden. In dit blokje zijn zeven kokervormige openingen geboord, die tot aan den bodem doorloopen. In elk zoo'n gaatje een paar bloemen, een takje bladeren. A choix libre. Men kan schikken, zooals men wil, en het bloemdécor kan de grootte hebben, die men wil, zelfs een heel jardinière-dessein wordt zoo op het middenstuk der dinertafel ontworpen, immers men kan tot zooveel ge maar wilt de kristalblokjes aan en bij elkaar schuiven! Ook in wijdmondige potten gaan de met bloemen gevulde blokjes, en geven een frisch aardig ruikertje, dat uit de groote opening behagelijke ordelijk kijken komt, waar vroegeraltijd een toomelooze wilde bos moest staan.


inhoud | vorige pagina | volgende pagina