Aleid (ps. Beata van Helsdingen-Schoevers): 'Krasjes en Praatjes'. In: Bataviaasch Nieuwsblad, 25 april 1914
Huisvrouwenvereeniging
Het huisvrouwen-vak is in zeker opzicht nog het meest achterlijke. Elk beroep heeft zijn vakvereeniging, alle groepen met gelijke behoeften en belangen organiseeren zich tot het verkrijgen van betere bestaansvoorwaarden alleen de zoo omvangrijke groep van vrouwen, die het huishoudvak uitoefenen, niet! Van uit dit gezichtspunt beschouwd is het wat vreemd, niet waar? De huisvrouwen zijn erg enservatief en exclusief. En een tikje verwaand ook, waar zij zich verbeelden alles heelemaal alleen af te kunnen! De vrouwenbladen indertijd, die hoofdzakelijk handwerkjes en recepten bevatten, waren een soort van organisatiepoging, maar och, waar liep het op uit? Welke huisvrouw is willig haar goede recepten aan andere vrouwen te vertellen ? Die houdt zij immers anxious en mal! voor zich. Welke huisvrouw vertelt graag van haar ondervindingen en vooral over de schand' en scha, die daarbij onvermijdelijk zijn: Alléén over de meiden vertellen de dames verschrikkingen en dat konden ze wel achterwege laten, want daar zijn ze het toch allemaal al over eens! dus die gedachtenuitwisseling heeft niet veel nut. Wat zou een huisvrouwen-bond via organisatie tot coöperatie gekomen, niet ontzaglijk veel nut kunnen stichten! En men denke nu bij het woord "coöperatie" niet uitsluitend aan omvangrijke "handelstransacties" of dergelijke dingen. Men kan ook "coöpereeren" door bijvoorbeeld een "inkoopster" te hebben, die voor zoovelen gelijk er op uit trekt om de boodschappen te doen. Zou het niet slimmer zijn, dan wat nu geschiedt, dat elke huisvrouw voor zich en allen weer opnieuw de last heeft van de alle dagen terugkeerende inkoopen? Maar helaas, helaas! het exclusivisme! "Dan zou buurvrouw links misschien te weten komen, wat we vanmiddag eten, en dat we de wasch thuis doen en dat malle spook rechts zou zich verkneukelen, als ze wist, dat we margarine in plaats van roomboter gebruiken" hoort ge 't al niet zeggen? Zoolang de dames nog zoo weinig belangrijks aan het hoofd hebben, dat dergelijke zaken het onderwerp van haar gedachten zijn.... Intusschen, wijl de wereld voortschrijdt, komt ook hierin wijsheid en verbetering. En reeds constitueeren zich de huisvrouwenvereenigingen, of worden pogingen gedaan. Daarom is het interressant te hooren van de ondervindingen en de resultaten van een geslaagde organisatie, die reeds op een driejarige ervaring kan bogen. Weenen is de bakermat van de Vereeniging der Oostenrijksche huisvrouwen. Oostenrijk en vooral Weenen, staat bekend als heel duur, terwijl de bezoldigingen er klein zijn. De journalisten-reis van vorige zomer, toen de persvertegenwoordigers van ons land zoo goed en gul werden te gast verzocht door het Weensche gemeentebestuur, heeft veel gezichtskringen geopend op de Weensche levensomstandigheden, en daarin werd algemeen duidelijk, dat bij al de schittering en praal en ook ten deele daardoor, in Weenen veel gebrek geleden wordt. De Oostenrijksche huisvrouwen, overtuigd van de noodelooze duurte van het leven hebben voor eenige jaren de behoefte aan aaneengesloten krachten zóó sterk gevoeld, dat zij het initiatief namen tot meerdere organisatie. De vooraanstaanden begonnen door middel van de sneeuwbalmethode medeleden en aanhangsters te werven. Daar is indertijd veel over gelachen en gespot. Het leek geducht onwaarschijnlijk, dat zulk een damessneeuwballetje tot iets behoorlijks of respectabels leiden zou! Maar toen binnen drie jaar het aantal leden tot meer dan tienduizend was gegroeid, toen hadden de spotters het lachen verleerd! Want toen keerden de rollen om. De vereeniging der verbruiksters pakte de koe bij de horens, en eischte, dreigde, en volvoerde haar bedreiging, wanneer zij niet gauw genoeg gedaan kreeg wat haar billijk voorkwam. Stel u voor, dat de boeren die wél samenwerkten, allang! hun melk niet beneden de 36 heller de kan wilden leveren, een ontzettende, nooit gekende prijs. Zij gaven hun melk liever aan de varkens als voer, dan de prijs af te slaan overtuigd als zij waren van hun kracht der solidariteit. Toen kon evenwel de huisvrouwenvereeniging haar kracht, die bij samenwerking ontzaglijk veel grooter was, tegenover de hunne zetten, en een ultimatum stellen.... en het was uit met de ringeloorderij over de melk! Onmiddellijk daalde de melkprijs tot 28 heller. Zoo ging het ook met de suiker. De suiker, die een der voornaamste levensbehoeften is, en die door een machtige kartel van suikerfabrikanten steeds opgejaagd, met de prijs van 90 heller per kilo moest worden betaald. Toen de vereeniging haar geallieerde macht kon plaatsen tegenover de fabrikantenkartel, daalde die prijs tot 78 heller. Ook de vleeschprijzen kwamen aan de beurt. De Weensche huisvrouwen waren vrijwel overgeleverd aan de willekeur der slagers. Wel bestaat er een "Grosz-schlächterei", waarbij de gemeente geïnteresseerd is, maar die kon, zwak als ze was, tot voor kort weinig uitrichten tegen de particuliere slachterijen. Thans hebben, reeds achtduizend leden der huisvrouwenvereeniging haar slagers, die haar billijke eischen "niet verkozen in te willigen, gedaan gegeven en zijn met de Grosz-schlächterei", in relatie getreden. De vereeniging heeft natuurlijk! door het groote aantal! de vleeschprijzen voordeelig kunnen regelen, en 's ochtends wordt een lid naar den winkel gezonden om toezicht te houden over het afwegen en prijzen der waren. Of de slagers nu ook gaan inzien, dat de huisvrouw geen quantité négligeable meer is! De verbonden vrouwen gaan zich in het bewustzijn van haar kracht thans ook al bemoeien tot het verkrijgen van betere hanbelsverdragen. Zoo ageeren zij tegen de agrariërs, de landbouw-adei, die absoluut de hooge tarieven willen blijven behouden, omdat zij daarmede hun waren, de producten van hun land, op hooge prijs kunnen houden. Natuurlijk interesseeren hun de belangen van huisvrouwen en gezinnen hierbij absoluut niet! Zij hebben er dan ook tot dusverre nimmer rekening mede behoeven te houden. Binnen afzienbaren tijd zal het jonkerdom tot andere inzichten gedwongen worden. Want de huisvrouwenvereeniging breidt zich sterk uit, ook in andere steden en in de provincie.
IJsland en zijn Vrouwen Zèls in IJsland - ge weet wel, dat eilandje, in de hoogte, west van Skandinavië, hoofdstad Reikjavik, met de berg Hekla, bezit veel geisers en warmtebronnen - hé, ken ik m'n aardrijkskunde-les niet fijn? - zelfs in dat IJsland is de vrouwenbeweging doorgedrongen. Zoo achterlijk als het afgelegen eilandje altijd was, zoo snel heeft het, sprongsgewijze, de overige beschaafde wereld voor een goed deel ingehaald. Eerst 9 jaar geleden werd er het gymnasiaal onderwijs voor meisjes opengesteld. Sedert 1911 is de wet in werking getreden, die de vrouwen toegang tot staatsambten verleende; het aantal meisjes-leerlingen der gymnasia is sterk stijgende, terwijl er zich reeds twee vrouwen - men bedenke de 9 jaar, waarin pas de studie aan meisjes is mogelijk gemaakt! - zich bekwamen voor doctores. Het onderwijs is er grootendeels in vrouwenhanden, er zijn meer onderwijzeressen dan onderwijzers, en zij verdienen allen hetzelfde salaris voor gelijke prestaties! Is IJsland niet vlugger ter been dan ons oude Nederlandje. Een massa IJslandsche vrouwen is "farmer" van beroep. Het zijn pachtersweduwen, of zij, die aan het hoofd van haar eigen farm staan. Winkeliersters, boekhoudsters, telegraaf- en telefoon-beambten, haar aantal is geducht stijgende in de laatste jaren. Daar in dit land de vrouw tot het geestelijk ambt is toegelaten, zoo zal binnenkort het predikersambt in IJsland ook door vrouwen worden bekleed, even zoo goed als zij reeds overal langzamerhand worden benoemd tot lid van de gemeentelikle commissies, graafschaps,-kerkeraads- en schoon-commissies.
Het nieuwste Camelot-snufje
We kennen allen op de boulevards de camelots met hun vermakelijke uitvindingen. Elk seizoen weer wat anders, vernuftig, pakkend, geestig. We hebben gehad het keffende hondje op des camelots arm, dat zoo aardig met zijn voorpootjes werkte, en dat ge áraison van 1 franc aan Uw hart mocht drukken, maar dan zonder de handige vingers van den camelot er in, omdat die zich weer in een tweede lappenhondje hadden gebrogen en het allerliefste beestje bezielden. Ik heb menschen tijdenlang zien staan kijken, en disputeeren of het 'n "echt" of 'n "nagemaakt" was! Dan kwam "zigomar, pendu"! de groote schelm in zijn autopels, een klein harig poppetje aan een springend elastiekje. En toen kwamen de blikken troittoiracrobaatjes, die de stroom van voorbijgangers doodverachtend voor de voeten duikelden met afgepaste beweginkjes. En toen kwam... laat ik nu maar in eens zeggen, wat nu het laatst kwam. Dat is een allergekst instrumentje, niet grooter dan een klein poederdoosje. Men noemt het "le cri-cri", en ge zult dadelijk zien, dat het een heel toepasselijke naam is want le cri-cri is bestemd om... hebt ge het wel eens gehad, dat iemand bij ongeluk op Uw hoed, op Uw mof, of op Uw mantel ging zitten, die ge zoo netjes ergens had neergevlijd? Ergerlijk niet waar? hoed ingedeukt, mof plat, mantel met valsche vouwen... Welnu, dit te voorkomen helpt cri-cri. Het doosje wordt in de kleedingstukken bevestigd. En wee nu degeen, die zich neer mocht laten op, waar hij niet op hoort! "méé-ou!!!" gilt cri-cri bij de eerste aanraking, en de onverlaat vliegt doodverschrikt weer overeind... Practisch, wat? Het klinkt ongeveer even veelzeggend, als de kreet van een kat in de knel. Men spreekt in het ondeugende Parijs over dames, die in elke schoenenpunt een cri-cri hebben, en jaloersche echtgenooten, die hun vrouw van het nuttige instrumentje voorzien...
inhoud | vorige pagina | volgende pagina