Aleid (ps. Beata van Helsdingen-Schoevers): 'Krasjes en Praatjes'. In: Bataviaasch Nieuwsblad, 21 maart 1914
Het Vrouwenmonument
Even buiten Bloemfontein op een wijde vlakte is het opgericht, het gedenkteeken voor de Afrikaansche vrouwen en kinderen, die in de concentratiekampen zijn omgekomen. Voor de meer dan zes-en-twintig duizend vrouwen en kinderen, die van ellende in Britsche gevangenschap zijn gestorven.
Zes-en-twintigduizend, op de bevolking van 200.000, 't is om van te rillen! Meer dan een achtste gedeelte in korten tijd door misère en verdriet ten grave gesleept het is niet iets, dat de boeren hun vijanden van toen, hun kameraden van thans, zoo maar vergeven kunnen. Dat is trouwens op den dag der onthulling meer dan het den Engelschen lief was, gebleken. In December is het monument onthuld op den nationalen feestdag der Zuid-Afrikaanders, op Dingaansdag. Bloemfontein had geen logeergelegenheid genoeg om alle belangstelling te bergen, die van heinde en ver was samengestroomd. Men had buiten de stad tentenreeksen opgesteld, om den gasten een beschutting althans te geven. En op den dag zelf heerschte er een schier eindelooze nationale geestdrift. Honderd-twintig voet hoog verheft zich de witte obelik op het wijde kale veld; van reeds van heel ver zichtbaar, houdt het de vereering wakker voor wat zoovele jaren geleden de moed der boeren-vrouwen vermocht. Meer dan 130 duizend gulden heeft het gekost, die bijna uitsluitend uit vrijwillige gaven zijn bijeen gebracht, en twee jaar lang werkte de bekende Afrikaander beeldhouwer A. van Wouw eraan. Aan een der zijden stelt een indrukwekkend tafereel het lijden der herdachten voor. Daar zit een moeder met haar stervend kind op de schoot, onmachtig om het te hulp te komen, daar buigt zich een jonge vrouw in gewijd medelijden over die twee, en ziet den doodstrijd meele aan, terwijl zich haar handen strekken in verlichtings-willen zonder iets te vermogen. Het geheel is een uitbeelding van volkomen ellende, van grootste menschelijke smart. En het zal menig oudstrijder gestokt hebben in de keel toen hij de groep zag. Miss Emily Hobhouse, de bekende Engelsche, die als een tweede Florence Nightingale indertijd naar Afrika reisde om zieken en gewonden tot hulp en troost te wezen, die zelf alle concentratiekampen bezocht, verlichtend en troostend zooveel zij kon, zou het nationale gedenkteeken onthullen. Maar op reis naar Bloemfontein werd haar haar hartkwaal te machtig, zij was genoodzaakt, hoe hard het haar ook viel, terug te keeren. Mevrouw Steijn volvoerde toen de onthullingsplechtigheid. Maar de rede, die miss Hobhouse had willen uitspreken, heeft zij gedrukt laten verspreiden onder de aanwezigen tijdens de onthulling. En in die toespraak komen harde dingen voor "to swallow" voor de Engelschen. Miss Hobhouse is diep beschaamd door de daden van haar landgenooten en in het manifest staan de volgende zinnen: "Voorzeker, de eer van een land wordt niet gevestigd door de domme daden van het een of andere voorbijgaande gouvernement, noch door zwak veldheerschap, maar ze is in de totale som van haar beste tradities". Ergens anders wordt gesproken van "de rijken en de hooggeplaatsten, de vermogende financiers, die den oorlog begeerden, de onbekwame staatslieden, die hun werktuigen waren, de dwalende politici liet van die donkere geschiedenis alle miserabele autoriteiten, die onbekwaam waren den verschrikkelijken toestand meester te worden, nadat zij dien eerst zelf in 't leven hadden geroepen!" Voor de Engelschen, hoe goed van willen thans ook, was die 16e December geen aangename dag. Maar het nationaal eeresaluut aan de nagedachtenis van de dappere vrouwen in de concentratiekampen, staat hoog en blank op de wijde vlakte bij Bloemfontein.
Een Francaise over Vrouwenkiesrecht Mademoiselle Melin is een der ijverigste leden van de Fransche feministenbond. Zij is presidente der afdeeling Ardennen van de Fransche vereeniging voor vrouwenkiesrecht. Indertijd met de vredesfeesten, in September, was zij in ons land, en op het Vredescongres sprak zij geestige woorden. Later hebben vele afdeelingen der Hollandsche vereeniging voor Vrouwenkiesrecht de pittige Française uitgenoodigd om te komen spreken, en zij kwam en charmeerde, op echt Fransche wijze. Uit haar rede, die zij onlangs voor de afdeeling 's-Gravenhage hield, een paar aardige kleinigheden. Zij hield een voordacht over de wenschelijkheid, het nut, den noodzaak van medezeggenschap in den gang der maatschappelijke zaken. Natuurlijk kwamen daarbij velerlei weerleggingen van tegenargumenten te pas die wij nu al zoo uittentreure hebben gehoord, dat we ze wel kunnen droomen... Juist. Madlle Mcellin's grootste verdienste was de geheel origineele vorm, waarin zij haar weerspraak kleedde. Met een aardig gedicht van Charles Ricket begon zij, waarin verhaald wordt over de moeizaam knarsende en krakende machine, waarin ten slotte door een verstandig mensch een drupje olie wordt gedaan, een enkel drupje, dat plots de machine geruischloos en gemakkelijk zijn werk verrichten doet... De vrouw en het vrouwelijk gevoel in de maatschappij, die als de oliedrup maken moet, dat niet de maatschappelijke machine blijft knarsen, dat de menschheid er gèk van wordt! De vrouw weet niets van politiek... Wel zegt de geestige Française, denkt u, dat de vrouw zou kunnen naaien, als men haar nooit een vingerhoed en een naald had willen geven? Aan den verslagschrijvenden persman roept ze lachend toe, of hij ooit zoo vlug en goed zou hebben kunnen schrijven, wanneer men hem geen potlood had toevertrouwd? Men beginne met de vrouw het stembiljet te geven opdat zij leere stemmen! Men wrijft de vrouw verschillende ondeugden aan. Vele daarvan zullen de maatschappij waarlijk te stade komen, wanneer de vrouw den invloed heeft, die zij wenscht. Zoo haar nieuwsgierigheid. "Wéést nieuwsgierig, dames, zoo nieuwsgierig mogelijk, ziet toe, wat er gebeurt met de oorlogsbegrootingen, onderzoekt wat Krupp krijgt!" De "three wise monkeys", die oogen, ooren en mond dichthouden wel men neme den raad van dit goedbedoelde maar uiterst onnoozele siervoorwerpje niet aan. Met blinde, doove, zwijgende menschen komt geen samenleving een stap vooruit. Als in een vrijgezellen-huishouden alles bij tooverslag in orde is dan is het de vrouw, die de tooverstaf is, die orde en regelmaat en goede gang bracht. Dat weet en erkent een ieder. Maar de staat moet maar als een maatschappij van vrijgezellen voort blijven tobben! Er is in de staat niemand om het huishouden te doen! De écht-Fransche pittige rede van Madlle Melin had een groot succes. Niet te verwonderen bij zulk een frissche stroom door de oude bedding!
The sweating System We weten er allen wat van, van de ellende der arme confectiemaakstertjes, voor minimum-loon zich doodwerkend aan luxe dingen, waarop het groot-kapitaal maximum winst behaalt. We weten er dikwijls zelfs heel veel van en we vinden het... horrible, maar tot een daad komen - dat is weer zoo iets anders! Ziehier een fragment uit een brief, niet heel logisch en niet heel prettig - geeft niet een wereldwijze Sketsch-teekenaar elke week een serie "people, to which we think are superior?" - maar erg teekenend. "... M'n vriendin uit Duitsland logeert bij me. Ze heeft veel doorgemaakt. Huiselijke omstandigheden beletten haar tot nu toe buitenshuis een betrekking te zoeken. Zij trachtte haar brood te vedienen met het naaien van fijn linnengoed voor een groote exportzaak naar den Balkan. Door den oorlog kwam er slapte in het bedrijf, zoodat er weldra geen werk meer voor haar was. Trouwens ze zou het niet lang meer volgehouden hebben. Den ganschen dag naaiend, zoodat haar gezondheid er onder leed, verdiende zij een hongerloon, nog geen 4 gulden in de week." Een eind verder. "Wat is toch alles goedkoop tegenwoordig. We maakten vroeger veel in huis, doch dit loont de moeite niet meer. Ik kocht verleden week hemden, keurig genaaid, voor 65 cents..." Ge voelt de prik?
Een Tangocostuum voor Carnaval
Er zijn altijd dames, die zoo'n heerlijke groote Spaansche shawl bezitten. En anders: Liberty. De beroemde Liberty, die zelfs in dichterlijke ziele nde emotie wekt, wel een klein betje anders dan de schoonheidswillende firma gedacht had, maar toch: emotie is emotie, al is het meer een schrik - dan een schoonheidsontroering.
"Mevrouw, die gaat naar Liberty. En als Meneer 't hoort, dan bibbert-ie!"
Zoo zong een poëet. Hij was vast een getrouwd man! En zijn visioen van lang aangereide "notes" deed in zijn ziel het juiste rijmwoord schieten op het zoo moeilijke "Liberty". Van den Parnassus dalende kom ik weer in de Spaansche shawl nevens de Tango te land. Dus een shawl hebt gij. Dan is het costuum verder niet moeilijk, en heel origineel. Een rechte lange fluweelen broek, breed op de enkels uitvallend, Mexikaans-cowboy model, in de tint "Tango" natuurlijk, waarin bruinachtig rood. Onder aan de pijpen: franje met vergulde belletjes vermengd. Een corsage van effen crèpe de chine, uitgesneden, met in plaats van mouwen franje als onder aan de broek, doch met leeren franje vermengd. De Spaansche shawl wordt vanaf de buste tot op de kuiten strak mouleerend om het lichaam gerold. Om het hoofd, het haar omsluitend, een foulard in de tinten of hoofdtint van de shawl, en daarop een Mexikaansche hoed met opgeslagen rand en groene veer. Als Meneer 't ziet, zal hij Liberty vergeven.
inhoud | vorige pagina | volgende pagina