doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

M.C. Frank: Leonore's huwelijk. Nederlandsch-Indisch verhaal
Leiden: D. Noothoven van Goor, 1879


Zóo was de groote dag genaderd. Kleine Lili was des morgens wat onwél; Mama dacht, dat het niet veel zou beteekenen; de doctor was niet vrij van onrust: er heerschte roodvonk, keelziekte onder de kinderen… - hij kon nog niet zeggen, wat er van komen zou. En dat verwenschte bal 's avonds! In vredes naam, als Leonore dan moest en zou gaan, zij mócht gaan, doch dan alleen met

[75:]

hare moeder; hij zou bij zijn kind blijven, als 't niet beter werd.
Dit voornemen gaf hij aan 't déjeuner te kennen; Leonore bleef, als altijd, zwijgen, doch haar gelaat teekende geen ongenoegen. Mama, die beweerde ondervinding te hebben van kleine kinderen, al had zij slechts éen kind grootgebracht, hield het er voor, dat het niets was, een kiesje misschien, wat koorts, niets onrustbarends. Gérard bleef echter bij zijn voornemen en zwijgend berustten moeder en dochter er in; de eerste met blijkbare teleurstelling, de laatste met onverschilligheid. 't Was drie uur in den namiddag, toen een expresse in vliegenden galop het erf der doctorswoning kwam inrijden. Hij had een brief voor den doctor: onverwijld moest deze bij den veráfwonenden patient komen: er was gevaar: eene wanhopige vrouw, moeder van een aantal hulpelooze kinderen, smeekte hem dadelijk te komen, te helpen, te redden, zoo 't nog mogelijk was; op hem was al hare hoop gevestigd…
Een half uur later zat de doctor, bleek en bezorgd, in den met postpaarden bespannen reiswagen, en voort ging 't, door de brandende: middagzon. Eerst had hij zijn

[76:]

dochtertje nog bezocht: het kind was koortsig, doch stil, af en toe sluimerend, een onrustige slaap; doch er waren overigens geen onrustbarende teekenen, Bovendien, Leonore moest nu wel thuis blijven, en Mama zou er ook zijn. Hij had den brief, dien de expresse bracht, achtergelaten, opdat Leonore dien lezen mocht; hij had Mama's belofte, dat zij bij 't kind blijven, voor alles zorgen zou; de plicht gebood, en hij gehoorzaamde, al rukte hij zich noode los van zijn geliefd kind. Daar ginds was werk'lijk gevaar; een geheel, talrijk gezin wachtte op hem als op een reddend en engel; hij moest gaan, en hij ging.
"En dus is 't thuis blijven al wat ons rest," zei Mevrouw Marston met een zucht van verlichting, nadat zij Leonore alles had meegedeeld, :"Het doet me leed om u, kind; met Lili is 't niets van belang: een kies, denk ik; maar voor u spijt het me érg."
"Denkt Mama heusch, dat het geen gevaar heeft voor Lili; zou Mama durven uitgaan" als, bijvoorbeeld, - als Gérard hier was?" vroeg Leonore.
"Ja, o ja, zeker. Morgen of overmorgen

[77:]

zal 't kind weer gezond en wel zijn. Maar, jammer dat ge nu niet gaan kunt, kassian…"
"Maar ik ga tóch. O, Ma, ik weet al, wat u er tegen zult inbrengen; doch ik heb mijn woord gegeven, en ik ga! Ik begrijp heel goed, dat Gerard dit altemaal zoo heeft ingericht: die brief, nu ja! hij had even goed morgen kunnen gaan. 't Is alleen om mij te contrarieeren, juist wat Elise Vervoorn mij altijd zegt. Wat zou hij 't aardig vinden als ik mij zoo liet mystifieeren; maar hij zal mij niet aan banden leggen, als een slavin. Ik g a ! Mijn toilet is klaar; het ligt bij de Vervoorns; ik zal me dáar kleeden, want hier heb ik niemand om mij goed te helpen."
"Maar, Nora, het kind! Denk toch aan 't kind! en als Gérard eens thuis kwam en u niet vond!"
"O, dat is niets: vóor twaalven ben ik thuis: eer 't "maskers af" is ga ik heen, dat heb ik mij vooruit al voorgenomen! En mocht het later worden, dan zegt u maar dat ik bij Constance Kortland ben; die is nu toch beneden met haar man. - o, neen, ik wil niet liegen: morgen zeg ik Gérard alles; ik zal er geen geheim van maken, en hem toonen, dat ik niet bang ben voor hem,

[78:]

dat ik zijne slavin niet ben; hij zal wel een toontje lager stemmen, als hij ziet, dat ik ook karakter heb, en mij niet als een onmondig kind of een idioot laat behanden…"
Nog een poos bleef zij op die wijze doorgaan; mevrouw Marston stond verbaasd over hare dochter, en begreep niet, waar en hoe zij aan zulke gedachten was gekomen. Had deze goede vrouw eens een confidentieel gesprek van Leonore met Elise of Robert Vervoorn kunnen aanhooren, zij zou 't wel begrepen hebben. Nu echter was al haar bidden en bezweren vruchteloos, en toen 't zeven uur sloeg, verliet Leonore in zenuwachtige haast het huis.
Lili sliep onrustig en koortsig, nu en dan met een gil, als verschrikt, ontwakende, maar toch, zij sliep.


inhoud | vorige pagina | volgende pagina