mevrouw Koopman: Het paradijs der vrouwen. Tegenschrift op Bas Veths' "Leven in Indie" 's-Gravenhage: N. Veenstra, 1900
[5:]
O heerlijk Insulinde, dat zich slingert om den evenaar als een gordel van smaragd. Multatuli
Twaalf jaren heeft de heer Veth doorgebracht in het land van ballingschap, twaalf verschrikkelijke jaren noodig gehad om te walg te doen rijpen, die hem zijn boek in de pen gaf. Twaalf jaren vertoefd te midden van patsers en ploerten en... gerepatrieerd met een wrok, die sterker en sterker werd, schreef hij zijn boek. Betreurenswaardig is het, of liever zou het zijn, dat de deugd in Indië "even vreemd is als het begrip van sneeuw", als deze bewering niet onmiddelijk gevolgd werd door de onjuiste gelijkenis van den geest van reinheid, die er even zeldzaam is als een transparante lucht, en trouw en eerlijkheid haast onbestaanbaar als frissche wind of geur van rozen.
[6:]
Heeft de heer Veth nimmer het oog gericht omhoog naar reinere regionen, ver opgerezen boven het lage element, waarin hij zijn twaalf jaren doorbracht, verstoken van transparante luchten, frisschen wind en rozengeur? Had hij alleen oog en oor en gevoel voor wat in Ned. Indië, zoowel als op geheel den aardbol, den mensch stempelt tot wat hij niet zijn moest, niet zijn kón, indien hij zich er aan onttrok? In de sferen, waar frissche wind en geur van rozen niet doordrongen, bracht de heer Veth dus zijn twaalf droomen door om te ontwaken in Patria met een walg voor het land, waartegen hij thans zijn medemenschen waarschuwt. Waarlijk, de woorden waarmee hij die walg wereldkundig maakt, herinnert zéér, zéér aan de twaalfjarige omwandeling in die sferen. Is het te verwonderen, dat frissche wind en rozengeur hier niet binnendronen, het vase de nuit aroom die verstikte, en de onmete
[7:]
lijke oceaan, "de beste-kamerlucht" van Indië niet heeft kunnen afspoelen? Indië is vol van chevaliers d'industrie; toch waren het Hollanders, die zich dien titel daar verwierven en in de afstraling van dien glans zich in Europa kwamen vestigen, met dédaigneus neerschouwen op al wie nog niet als zij de schaapjes op het droge brachte nen in de struggle voor life dongen naar den hoogsten rang. Wat zou Nederland zijn zonder koloniën? Nederland, waar om een baantje van f 500 's jaars en minder wordt gekuipt, geïntrigeerd en... helaas ook gelasterd! Dat de meesten in Indië receptiedagen in de couranten annonceeren, kan hun toch niet tot verwijt gemaakt worden. "Iedereen houdt receptie". Waarom niet? Waarom is on onze democratische eeuw iedereen niet even goed als iedereen? Waarom zou A nu b.v.b. wèl receptie mogen houden en B niet? Omdat de papa van A
[8:]
maal ook in de termen viel om receptie te houden en die van B niet? Belachelijk! En dan de bals! Zag de heer Veth alleen die, welke deden denken aan kappers-kroegjes en tooneelen van huisknechts en keukenmeiden? Hoe beklaag ik hem; hij had wat beters kunnen genieten onder den tropischen sterrenhemel, als hij de thés dansants had bijgewoond in de societeiten der verschillende hoofdplaatsen, waar, begeleid door goede, soms uitstekende muziek, de sylphidegestalten in heur wazige kleedjes langs u heen zweven en een geur verspreiden van rozen en melatties. Alweer; het Europeesch element brengt soms een schrille dissonant in de harmonie, als het op groote, lompe voeten in kaaiwerkers schoenen (uit Europa meegebracht) de stijve, door winterkou verstramde leden dwingt tot
een pas de quatre en in zijn ijver aanbonst tegen de fijne gestalten der Indischen wien
[9:]
men waarlijk een smakend "tjies!" zou kunnen vergeven bij de aanraking van den zweeterigen arm uit het donkere wollen lijfje, welks geur een triple extrait oogenblikkelijk neutraliseert. Hoe geheel in tegenstelling met Veth's bewering is het oordeel van een der Europeesche vorstenzoonen, die bij zijn bezoek aan de Koningin van het Oosten vol geestdrift uitroep: "Batavia is één groote lusthof; nergens zag ik de vrouw zoo vol gratie en waardigheid, nergens zag ik dansen gelijk hier."
inhoud | vorige pagina