doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Mina Kruseman: Paria's (Tweede Deel)
Dordrecht: Revers, 1900


[240:]

NEGENENTWINTIGSTE HOOFDSTUK.
MATHILDE'S EERSTE SUCCES IN EUROPA.

Lize en Mathilde droogden haar tranen en ontvingen Madame Remy zoo goed zij konden, maar Elmire zag dadelijk dat er iets gebeurd moest zijn wat allen hevig geschokt had en met haar gewone vrijheid vroeg ze aan Dorbly.
"Wat is er gebeurd? zeg?"
"We hebben een allertreurigste tijding uit Indië gekregen," antwoordde Lize en zij vertelde alles aan Elmire.
"Hoe vreeselijk!" riep deze, "twee zulke goede en zulke nuttige menschen! En wie had hier uitkomst kunnen brengen? Niemand. Er komt een tijd dat ons leven eindigen moet, dat we onze rol hebben afgespeeld, dan is alles gedaan. Zoo ver moeten we allen komen, de eene wat vroeger en de andere wat later, de eene wat beter en de andere wat slechter, maar ontsnappen kan niemand. De groote kunst is maar om onzen tijd goed te besteden, zoodat we als het oogenblik van aftreden dáár is, heen kunnen gaan zonder iets in ons verleden te vinden waarover we berouw of schaamte behoeven te gevoelen. En nog... wie kan eigenlijk geheel aansprakelijk gesteld worden voor z'n eigen leven? Er komt zoo veel van buiten!"
"Ja," riep Mathilde, "die arme Rijnsma vooral was niet aansprakelijk meer."
"En toch is zelfs zijn misdaad een weldaad geweest, want hij heeft de Rank gedood om mij te redden," riep Lize.
Elmire die niets wist van Lize's huwelijk met de Rank, en
dacht dat zij gedivorceerd was van haar eersten man begreep niet wat zij meende.
"Vertel haar alles," zei Dorbly, "je moet voor haar geen halve geheimen meer hebben zij behoort tot onze familie nu, vooral als je Mathilde onder haar leiding wilt stellen."

[241:]

Lize vertelde alles en eindigde met haar te vragen of ze Mathilde als leerlinge aan wilde nemen.
Elmire antwoordde niet terstond. Zij zag Mathilde lang aan met groote vragende oogen en toen vroeg ze langzaam:
"Houdt u van muziek voor de muziek zelve?"
"Ja, O Ja."
"Houdt u van de personen van een opéra? Zou u in de plaats willen wezen van Valentine uit de Huguenots bijvoorbeeld?"
"Ja, zeker zou ik willen leven en sterven als zij!"
"En Lohengrin? Ik zie daar het libretto liggen, de rol van Elza?"
"O, neen, De groote scène tusschen Lohengrin en Elza, waarin zij hem zoekt over-te-halen om haar te zeggen wie hij is, vind ik ignoble! Die stuitte me zóó, dat ik er de rol om versmaad heb, ofschoon de muziek me meesleepte. Ik was gewoon zoo geheel te leven in m'n rollen,- dat mijn eigen leven er bij achter stond. Den tijd dat ik studeerde met Dormeuil ging ik geheel op in de Marguerite van Faust en in die heerlijke Valentine, die de dood van de arme Dormeuil geweest is!"
"Dormeuil, dood? Hoe jammier! Daar had je een mooie artiste-natuur! Een vrouw van veel aanleg en van een uitgebreide studie. Hoe is zij gestorven?"
Mathilde vertelde haar ziekte en haar dood. Elmire volgde elke uitdrukking van haar bewegelijk gelaat en toen zij uitgesproken had, zei ze:
"Als u de leerling en de vriendin van Dormeuil is geweest, dan moet u toch al op een zekere hoogte wezen. Wil u iets voor me zingen?"
Mathilde had graag "neen" gezegd, maar ze durfde niet. Zij was bang dat ze geen geluid zou kunnen geven na al de émoties van zoo even.
Elmire begreep wat zij gevoelde. "Neem den laatsten trio uit Faust," riep ze "daar kan je je geheele ziel in uitstorten, tot stervens toe! Ik zal je de repliek geven."
Mathilde plaatste zich in het midden van de kamer en Elmire zette zich voor de piano.

[242:]

Bij de eerste phrases gevoelde -Mathilde zich weer geheel Marguerite - de Margueiite van Dormeuil!
Lize en Dorbly zagen elkander aan en dachten aan dien glorieusen morgen aan boord, na den dood van de arme IlIa.
Elmire begon, zij zong de rol van Faust en reeds bij de eerste woorden "Mon coeur est pénétré d'épouvante" gevoelde Mathilde zich meeleven. Toen haar beurt aankwam en ze begon met "Ah! c'est la voix du bién aimé!" was ze gered en dacht ze niet meer aan haar stem die van zelf zong, meegesleept door de muziek.
Zij gaf zich geheel over aan haar gevoel en verbeeldde zich weer in Indië te zijn en te zingen als vroeger voor hèm die haar geboden had groot te worden. Het "Anges purs, Anges radieux" voerde ze op tot een kracht die Elmire in verbazing bracht, en toen ze zweeg na het" Portez mon ame an sein des cieux" sloot Elmire haar in haar armen en riep ze vol enthousiasme: "Prachtig! Prachtig! Jij zult m'n grootste élevè worden!"
Een luid applaudissement van de straat volgde. Onder het balcon stond het vol menschen, die ademloos hadden geluisterd naar de jonge frissche stem, welke met zooveel hartstocht gezongen had. "Brava! Brava! schreeuwde de foule en ze riepen "Ancora! Ancora!" alsof ze in de opéra waren.
Lize en Dorbly waren gelukkig en Mathilde riep:
"Dat heeft me goed gedaan! Zoo eens met volle kracht te kunnen zingen, dat geeft nieuw leven!"
"Niet waar?" riep Elmire, "ja de ware kunstenaar geniet zelf het meest van z'n talent. Dat weten de meeste menschen niet, maar wij weten het, en dat is voldoende. Met morgen te beginnen gaan we ons repertoire instudeeren, is dat goed? En zoodra ik weer een troep vorm engageer ik u als mijn doublure. Dat zal echter niet vóór een jaar wezen."
"Heerlijk!" riep Mathitde. "Ik neem alles aan en ik volg u tot aan het eind van de wereld!"
Weer kwam de knecht met een kaartje.
"Henri Derban."
"Laat binnen komen," riep Dorbly, en Henri te gemoet gaande, vroeg hij: "Heb je onze Mathilde hooren zingen?"

[243:]

"Daar ben ik op afgekomen. De foule beneden is half gek, ze wil haar zien, ze wil weten wie zoo heerlijk gezongen heeft."
Mathilde wilde niet op het balcon gaan, hij sleepte haar mee en het applaudissement verdubbelde toen ze haar zagen.
De heeren zwaaiden met hun hoeden, de dames wuifden met haar zakdoeken, het was een waar rumoer beneden.
Mathilde trok zich snel terug.
"Zoo zijn ze hier in Italië!" riep Elmire. "Dat zouden ze bij ons niet doen. In Frankrijk weet je nooit of de menschen het meenen of dat ze je voor den gek houden, hier zijn ze geheel vuur en vlam en als ze iets mooi vinden, bewonderen ze het, zonder terughouding, zonder angst van zich te vergaloppeeren zoo als bij ons, waar niemand Voor z'n eigen opinie durft uit-te-komen, hetgeen dan ook de clacque onmisbaar maakt!'!:
"Wel jong mensch, wat nieuws?" vroeg Dorbly.
"Ik kom u uit naam van mijn ouders uitnoodigen voor aanstaanden Zondag, en u vragen of ge allen dan den dag bij ons wilt komen doorbrengen?"
"Zondag? - Ik had voor Zaterdag een plannetje gemaakt.. Een tochtje naar de eilanden met een stoomjacht, kunnen we dat niet eerst doen?"
"We hebben Zaterdag niets. Ik geloof dat we dat allen recht prettig zullen vinden. Mag ik dus voorloopig "ja" zeggen, dan kom ik u morgen het antwoord van de oude lui brengen."
"Goed. Madame Rémy, ik heb U nog niet eens onzen jongen vriend voorgesteld. Henri Derban, artiste, sèhilder, met wie u aanstaanden Zaterdag, hoop, ik, beter kennis zult maken, als u ten minste met ons mee wilt gaan varen. We moeten om acht uur in den morgen van hier, en we komen niet vóór 's avonds laat thuis. De golf zal met maanlicht beelderig zijn!"
"Heel gaarne," antwoordde Elmirc. "Wij houden van varen niet waar?"
"Ja," riep Dorbly. "Hoe is ijet met onzen Commandant afgeloopen?"
"O, heel goed. Al de sloepen zij nterecht gekomen; die personen zijn verdronken door eigen schuld; onder anderen de

[244:]

dame met de groote neus: het aristocratisch profil! Niemand heeft den Commandant aangeklaagd, integendeel de hardste schreeuwers zijn de eersten geweest om zijn éloges te maken. Wat lafaards hé?"
"Ja, gelukkig! riep Lize. Wat zouden we beginnen als er geen lafaards waren, zóó komen ze tenminste tot zwijgen, anders gingen ze door, intriganten die schreeuwen zijn gevaarlijke lui!"
Toen Henri vertrokken was werden de voorwaarden van Mathilde's lessen besproken:
Elmire zou het geheele jaar in Napels blijven, even als de Dorbly's en Mathilde; eerst tegen den volgenden winter zou zij een troep formeeren en dan ging Mathilde mee voor eenige kleine rollen om te beginnen, of, als zij ze op kon houden terstond voor de groote. Haar lessen zou ze niet betalen, maar de drie eerste jaren zou ze zingen zonder betaald te worden.
"Reis en verblijfkosten zijn voor mijn rekening" zei Elmire, "maar je betaalt zelf je garde-robe. Als ik je een raad mocht geven, zou ik zeggen begin zoo spoedig mogelijk aan het maken van je costumes, dat is een prettig werkje, het houdt je in de rol. Bij elke partitie die je instudeert, moet je een naaister nemen om je te helpen de costumes te maken, dan ben je altijd klaar om in te vallen, als het noodig mocht zijn. Zóó met de bijouteriëen ook. Ik zal je een adres in Duitschland geven, waar je steentjes kunt bestellen: smaragden, robijnen en diamanten, alles van geslepen glas, of iets anders, heel mooi! En dan laat je ze zelf zetten naar goedvinden, Hier in Napels kan je dat heel goed gedaan krijgen. Je geeft een teekening of een model en dan maken ze je al wat je wilt. Daar je de zelfde stem hebt als ik, heb je de zelfde rollen ook en kan je over mijn costumes beschikken om ze na te laten maken."
"O, Mevrouw wat is u goed!" riep Mathilde, die E!mire aan zat te kijken met de koorts in de oogen. "Ik heb de garderobe van Dormeuil geërfd, met haar théatre bijouteriën, daar zijn de costumes van Marguérite en van Valentine ook bij, en de Juive, Robert, de Trovère, O geheel Meijerbeer, geloof ik."
"Dat is heel goed."

[245:]

"Mag ik u morgen laten zien wat ik heb?"
"Ja, graag."
"Zij naait heel goed," riep Lize, "en ze knipt alles zelf. In Indië maakte zij, met de baboe, al haar eigen toiletten en de kleertjes voor haar zusje."
" Wat je daar aan hebt, heb je zelf gemaakt?"
"Ja, Mevrouw."
"Haal je andere japon even" zei Lize, die heb je zoo aardig gegarneerd."
Mathilde ging heen, en Lize maakte van de gelegenheid gebruik om Elmire toe te fluisteren: "Heel goed, geef haar werk, ze moet afleiding hebben, want ze heeft vreeselijk veel verdriet gehad."
"Ik heb aan haar- zingen wel gehoord dat ze overspannen was, maar ze heeft een echte artiste-natuur, en haar jong, sterk lichaam zal de overwinning pehalen; zoo'n eerste liefde's teleurstelling. . ."
"Ja, ook dat."
Mathilde kwam terug met haar japonnetje dat heel mooi gevonden werd en toen ging Elmire heen, na beloofd te hebben den volgenden ochtend om tien uur terug te zullen komen voor de eerste les. Zij had haar intrekin hetzelfde hotel genomen en dus was het niet moeielijk voor de dames om bij elkaar te komen.
"Tot morgen! Dan zullen al m'n schatten hier uitgestald liggen en kan u zien wat me nog ontbreekt!" riep Mathilde haar nog na op de trap.


vorige pagina | inhoud | volgende pagina