doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Melati van Java: La Renzoni
Schiedam: H.A.M. Roelants, vierde druk [zr. jrtal].
Eerste druk 1881


XI.

Den volgenden namiddag bevond Alda Renzoni zich in den kapel, dik in bont gewikkeld; in afwachting van haar beurt, bleef zij over haar prie-Dieu diep gebogen,

[274:]

ten prooi aan een aandoening, die zij zich niet verklaren kon.
Toen 't eindelijk haar beurt was een lied te zingen, stond zij als uit een droom op, naderde het harmonium en hief de eerste tonen aan met haar volle gouden stem, doch naarmate zij verder kwam, scheen 't haar toe of haar keel toegeschroefd werd; een stekende pijn deed zich in haar borst voelen en met de grootste moeite bracht zij het Ave Maria ten einde.
Niemand had iets van haar inspanning gemerkt, meende zij en toch werd bij het huiswaarts keeren door de toehoorders gemompeld:
"Renzoni was vandaag niet goed bij stem."
En trouwe opera-bezoekers, haar tegenstanders, voegden er bij:
"Als zij morgen zóó zingt, dan is 't met de Nouvel Opéra gedaan."
Alda kwam zeer ongerust t'huis, liet den dokter ontbieden, die haar een drankje voorschreef en afraadde morgen te zingen, maar de uitvoering mocht geen uitstel meer ondergaan.
De componist en de opera-directeur rekenden stellig op haar medewerking en dus kon ze slechts in den uItersten nood en te elfder ure zich ongesteld melden.
Haar ongerustheid bleek ijdel te zijn, want na een vrij kalmen nacht, verkwikt opgestaan, beproefde zij haar stem en vond ze reiner en helderder dan ooit; het viel haar gemakkelijk de hoogste noten te halen en gerustgesteld wachtte zij den avond af.
"'t Kwam gisteren door mijn aandoening," zoo troostte zij zich, "de oude herinneringen kwamen bij mij op, toen ik daar geknield lag; ik had willen schreien, maar met geweld drong ik mijn tranen terug, die staken me stellig in de keel."
's Avonds was het operagebouw tot in de nok gevuld door een uitgezocht publiek, dat een eerste voorstelling even hoog stelt als de primeurs der zomervruchten.

[275:]

"Maria Stuart" was het stuk, waarin Alda de titelrol zou vervullen; ofschoon deze partij voor haar geschreven was, had Renzoni dikwijls genoeg den componist er op gewezen, dat zijn dochter in de tragische rollen, waartoe die der ongelukkige koningin behoorde, lang zulk een schitterend figuur niet maakte dan als de dartele, schalksche Rosine of de naïeve Marguérite.
Morin had echter meer in haar schoonheid en vorstelijke houding het ideaal zijner koningin gezocht, dan in haar actie.
Deze verwachting werd dan ook niet bedrogen; toen Maria Stuart in haar statig, zwart fluweelen weduwekleed optrad, steeg een gemurmel van bewondering uit de zaal op, dat weldra overging in 't levendigste applaudissement.
De smart der laatste maanden had over Alda's bekoorlijke gratie een soort van droevigen sluier geworpen, die haar nu veel beter geschikt maakte voor een tragisch beeld dan tijdens het leven haars vaders; Morin had daarentegen de waarschuwing niet geheel in den wind geslagen.
Maria Stuart was voorgesteld in de dagen van haar eersten weduwrouw, toen de schoone Darnley indruk op haar hart begon te maken en om toch niets te kort te doen aan den smaak van het oogenblik en 't publiek gelegenheid te geven schitterende toiletten te bewonderen, werd in de tweede acte een gemaskerd bal voorgesteld, waaraan de koningin deelnam.
In het zeer korte eerste bedrijf had Alda slechts een kleine aria te zingen; eerst in het tweede zou zij haar eigenlijk debut maken met een groote solo; toen zij in haar kleedkamer terug kwam, zeer tevreden over de voorloopige stemming van het publiek, vond zij er een groot bloemstuk met het kaartje van prins Tchersky.
"Hij is mij weer gevolgd," en een brandend rood kleurde haar wangen,"als Reinout toch wist hoe oprecht die man mij bemint."

[276:]

Zij verkleedde zich in een wit baltoilet, meesterstuk van haar confectionneur, stijf van ouderwetsch zilverbrocaat en geheel er op gemaakt haar schoonheid in vollen glans te doen uitkomen; het klassieke paarlengarnituur van Maria Stuart werd in haar glanzende lokken gevlochten en zoo schoon als thans had zij zich nog nooit te voren in de psyche gezien.
Even bleef zij weifelen; zij moest een bouquet van witte bloemen in de hand houden; het was tot nu toe haar vaste gewoonte geweest, nimmer een van de bouquetten, die haar met visitekaartjes gezonden werden, op het tooneel te brengen, doch de orchideeën van prinsTchersky lokten haar aan. Zoo iemand een bewijs van waardeering verdiende, dan was hij 't zeker.
Reeds had zij de witte rozen, die tot haar kostuum behoorden, ter zijde geschoven en de hand uitgestoken naar het andere bouquet, toen zij plotseling van gedachte veranderde, haar eigen rozen opnam en een oogenblik later het publiek door haar optreden in verrukking bracht.
Het eerste duo werd zoo goed gezongen, dat de vijandelijke partij, die 't vooral op den ondernemer gericht had, zich reeds half overwonnen beschouwde.
Eindelijk kwam de tijd voor de lang verwachte aria, het glanspunt der opera, de spijker, waaraan het geheele stuk hing.
Heerlijk en vol klonken de eerste noten; ademlooze stilte heerschte in de zaal; prins Tchersky, ver over de balustrade van zijn loge gebogen, zeker van door de kunstenares opgemerkt te zijn, bedwelmde zich aan de schoonheid van haar gelaat en stem.
Een wolk trok over haar oogen; daar voelde zij die stekende pijn weer van gisteren; zij deed zich geweld aan, overwon het gevoel, verhief haar stem tot in de hoogste registers; een snijdend accoord brak los, onmiddellijk gevolgd door een zacht gesis, dat uit zekeren hoek voortkwam.
Verslagen stond Alda te midden der verschrikte

[277:]

figuranten; een onderdrukte gil trof haar oor met hartverscheurende helderheid. Morin, die zijn triomf in een nederlaag veranderd zag, had dien geslaakt.
Zij wilde opnieuw beginnen en te midden van doodsche stilte gelukte het haar, trots de brandende pijn in borst en keel, eenige lagere noten te zingen, maar nauwelijks moest zij hooger gaan, of hetzelfde valsche geluid, dat aan gebroken snaren deed denken, ontsnapte haar lippen. 't Gesis werd duidelijker en ging in gefluit over, toen de arme vrouw bewusteloos in elkander zakte. 't Scherm viel, het publiek siste en floot, of haastte zich het gebouw te ontruimen en
in den foyer der artisten lag Maria Stuart, nog altijd zonder bewustzijn, in de armen eener oudere actrice.
Haar schitterend wit kleed was van boven tot beneden met het bloed bevlekt, dat haar mond ontvloeide; bleek als een doode lag zij in haar vorstelijken tooi, met de eene hand nog het bouquet omklemmende, dat zij straks, zeker van haar triomf, ter hand genomen had.
De andere acteurs verdrongen zich om haar heen, luid redeneerend en heftige gebaren makend; een dokter had zich reeds aangemeld en gaf bevel de kamer te ontruimen. Niemand merkte den armen componist op, die in een hoek van 't vertrek schreide als een kind over de verijdeling van zijn hoop, het ineenstorten zijner schitterende luchtkasteelen.
De dokter, alleen gebleven met de zieke, wist niets beters te raden dan haar onmiddellijk naar huis te laten brengen, en zoo kwam la Renzoni diep in den nacht bewusteloos en schier stervend in haar hotel terug, waar men nog niets vermoedde van het ongeluk, dat haar toekomst vernietigde.


inhoud | vorige pagina | volgende pagina