doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Melati van Java: La Renzoni
Schiedam: H.A.M. Roelants, vierde druk [zr. jrtal].
Eerste druk 1881


V.

Toen Reinout den volgenden morgen wakker werd, wierp de herfstzon reeds een rijkdom van stralen in

[46:]

zijn kamer, die er nu, dank haar vijf ramen, zeer helder en vroolijk uitzag.
Hij stond op en moest zich eerst nog bezinnen waar hij was en wat de dag van gisteren had opgeleverd.
Schaamte en spijt over de wijze, waarop hij zich had aangesteld, vervulden hem geheel. Goddank! dat alleen die stomme meubelen het gezien hadden, en 't kwam hem voor dat de verloren zoon, die tusschen zijn ratten, bij wijze van zwijnen, zoo medelijdenwekkend gezeten was, een minder gek figuur maakte dan hij zelf.
Toch was hij nog verre van opgeruimd en voelde zich alles behalve frisch; pijn aan hoofd en oogen, gevolg van, zijn opgewondenheid en vasten, drukte hem neer.
Hij trok aan het breede, geborduurde schellekoord, verzocht om zijn ontbijt, waarna hij zich zoo snel mogelijk kleedde.
't Ontbijt zag er smakelijker uit dan 't middagmaal; het brood was versch, de boter goed, en de koffie meer dan redelijk, zoodat hij gelegenheid had zijn schade in te halen.
Versterkt door het maal besloot hij naar de stad te gaan en zich bij den heer Doekers aan te melden. De visite aan de familie Hagen stelde hij voorloopig uit, want onwillekeurig voelde hij zich niet gunstig jegens de familie gestemd, die hem een woning had uitgezocht klaarblijkelijk alleen bestemd om den jongen pretmaker ernstige gedachten in te boezemen.
Hij vond in den oud-professor een geschikt en verstandig mensch, die geen woord met hem over het verledene sprak, maar de lesuren regelde en hem eenige boeken opgaf, welke hij koopen moest.
De dag en avond werden door Reinout gewijd aan 't in orde brengen van zijh bibliotheek en cahiers. Soms kwam de melancholie hem weer bestormen, nu en dan had hij een mistroostige bui; met geestkracht streed hij er eerst tegen, totdat er weer een gelukkige herinne

[47:]

ring opkwam of een treurige blik in de toekomst en dan liet hij 't hoofd zakken en voelde geen moed meer in het werk afleiding en sterkte te vinden.
's Zondags was 't zooals gewoonlijk in Westveld somber weer; hij stond op het punt een bezoek te brengen bij de familie Hagen, maar liet het, deels omdat hem alle lust tot het uitvoeren van eenig plan ontbrak, deels om zijn vader de voldoening niet te geven, dat hij diens vrienden opzocht.
Onder het maal, waaraan hij weer zonder eetlust eenzaam en treurig neerzat, kreeg hij echter een brief van zijn moeder, die hem vermaande om harentwille papa niet te bedroeven en zich bij die familie te vertoonen.
"Zoo, men schijnt het overgebriefd te hebben dat ik hier bijna een week ben, zonder acte de présence te hebben gedaan. Nu, of ik me hier verveel, of daar, dat komt op hetzelfde neer, 't is toch overal dezelfde beroerde boel!"
En met het vaste voornemen dat ook bij de familie Hagen te vinden, schelde hij tegen zeven uur aan het groote, sombere huis en vroeg de meid, die, verwonderd over de onverwachte bel, opendeed - want mijnheer Bruisman was reeds binnen - of de familie thuis was.
"Dat was ze altijd en wie mijnheer was?"
Reinout gaf zijn kaartje en werd een poosje daarna binnengelaten in de huiskamer.
Reeds in de gang had hij het zeer middelmatige spel gehoord van Judith, die op de oude piano een potpourri van "Martha" ten beste gaf.
Zij speelde maar eens in de week en altijd dezelfde stukken, waarin Bruisman gewoonlijk gelegenheid vond voor stereotype aardigheden.
"Zou die dame dat nu werkelijk mooi vinden?" dacht Reinout, terwijl hij het salon binnentrad. "Ze begrijpt toch dat iedereen 't beter zou vinden als ze niet speelde dan wel."

[48:]

Om de tafel zaten de beide zusters, hun broer en mijnheer Dorus, die het een recht buitenkansje vond, van Steeland's eerste visite te kunnen bijwonen en de indrukken kersversch te vernemen, welke hij had opgedaan in zijn verkwikkelijk kwartier.
De betaalrneester kon het niet laten Reinout te doen voelen, dat hij eerder diens bezoek had verwacht.
Tante Theresia, wegens den Zondag in een blauw moiré japon gestoken, die zij nieuw had gekregen toen zij in Den Haag ging logeeren, ontving hem zeer deftig, iets uit de hoogte, maar toch met een zweem van de christelijke welwillendheid, die men tegenover berouwhebbende zondaars toonen moet.
Tante Johanna maakte een zeer linksche buiging, welke haar zuster ongetwijfeld aanleiding zou geven tot een opmerking over haar weinigen tact om zich tegenover de menschen te gedragen.
Judith verliet de piano en begroette den gast eenvoudig, maar vriendelijk; zij had 's Zondags steeds het opzicht over de theetafel en nam nog voor het stuk uit was haar plaats in.
De eerste vraag gold natuurlijk hoe Westveld Reinout beviel.
"Zeer goed," antwoordde hij zonder blikken of blozen, vast besloten niet te klagen.
"En uw kamers?" vroeg Bruisman met een valschen lach.
"Uitstekend."
"Werkelijk?" en de andere voelde zich teleurgesteld.
"Er valt niets van te zeggen. Ze zijn netjes en de menschen zijn zeer behoorlijk."
"Mijnheer van Steeland is niet moeilijk voor een Hagenaar," merkte tante Theresia op, "wat een verchil tusschen hier en den Haag. 't Is al een poosje geleden, sedert ik er 't laatst gelogeerd heb; toen ben ik wel eens bij kennissen van me op gemeubelde kamers geweest, en daar was 't reeds zoo gedistingeerd."

[49:]

"Ik kan volstrekt niet over mijn kamers klagen."
"Ze zijn zeer luchtig, niet waar?"
"O ja, lucht en licht heeft. men er in overvloed en dat is voor mij het voornaamste."
"En hoe vindt u het uitzicht?" ging Dorus voort, hoe langer hoe meer teleurgesteld.
"Charmant! 't Kerkhof ziet er uit als een pittoreske tuin en aan den anderen kant het open veld en de rivier. Ik kan me voorstellen, dat het er in de lente en in den zomer een waar paradijs moet zijn."
"Zou hij 't meenen?" dacht Bruisman.
"'t Is een goede eigenschap van u, jonge heer, alles van den besten kant op te nemen," sprak de oude Hagen, "zoo was uw vader niet."
"Neen, papa is nogal zwaartillend."
"Heeft hij u daarom hier zoo op zwart zaad gezet?" vroeg mijnheer Dorus, die er niet aan scheen te denken dat van Steeland onbekend was met het voorrecht, door hem in Westveld genoten, van namelijk alles te mogen zeggen of vragen, zonder dat iemand het hem kwalijk durfde nemen.
"Of dat een uitvloeisel is van papa's zwaartillendheid, weet ik niet, maar zeker is de maatregel zeer verstandig. Nergens zal ik me zoo op mijn examen kunnen toeleggen als hier onder de verstandige leiding van mijnheer Doekers."
"Die jongen is zoo kwaad niet," was "t stilzwijgend oordeel van den betaalmeester.
"Hij bevalt mij," dacht tante Theresia, "wat een goede opvoeding al niet doet!"
Maar mijnheer Dorus had er niet genoeg van; hij moest dat jonge mensch toch op zijn plaats zetten en een ander er bij.
"Zeker, zeker! Westveld is een zeer geschikte plaats voor zware studiën; men heeft er niets dat afleidt, en daarbij 't schijnt in de lucht te liggen. Zelfs de vrouwen worden hier geleerd."
Judith, die zijn kleine oogen op haar gericht voelde,

[50:]

schonk water op den theepot, hopende een opkomenden blos door die bezigheid te verbergen.
"Een opmerkelijk verschijnsel," lachte Reinout.
"Ja, je behoeft Minerva's tempel niet ver te zoeken. Als mijnheer uw vader geweten had, welke schatten van geleerdheid in 't huis van zijn vriend schuilden, hij had den waardigen Doekers niet in den arm genomen."
"Zoo," en Reinouts oogen vestigden zich onwillekeurig op tante Theresia, die van de drie vrouwen 't meest aanspraak scheen te maken op een geleerd uiterlijk.
"Neen, neen! zie mama maar niet zoo aan, mijn jonge vriend Steedorp."
"Steeland!"
"Zoo, dat doet er niet toe, het dorpt of landt toch! Mama Theresia kent slechts een studie: menschen, voornamelijk vrouwen, te vormen, maar die kunst verstaat ze dan ook uitnemend, buitengewoon."
"Foei Dorus, je bent weer aan den gang."
"En mijn zusje Johanna behoef je ook niet zoo door en door te bekijken, tot er niets meer van over blijft. Als je eens de eer geniet hier op diner te worden gevraagd, dan zult ge eens zien, wat haar hoofdstudie is. Pasteitjes, mijnheer, ragoûts, zoo vind je ze niet bij Van der Pijl, maar om op de Westveldsche Anna Maria Schuurman, min de spinnekoppen terug te komen, daar zit ze achter den theeketel, in plaats van op den katheder, waar eigenlijk haar plaats is."
Voor 't eerst zag Reinout de onbeduidende piano-speelster een weinig oplettender aan.
Veel was er niet aan haar te zien. Een gewoon, donkergrijs japonnetje met een helroode strik, vrij regelmatige trekken, die nu door een hoogen blos niet tot hun voordeel overtrokken waren, donker, eenvoudig opgestoken haar; niets dat de savante of de buitengewone vrouw verried.
"Berg je blanketsel maar weg, juffrouw Sara, of

[51:]

Noémi, of hoe heet je ook weer! Mooi staat het je toch niet en luister naar mijn voorstelling, Steeveld, deze jonge dame heet Judith, maar verwar haar niet met de oude, je weet wel, die beter met het zwaard dan het vouwbeen kon omgaan."
"Ach, mijnheer Dorus, wat is u weer aan den gang."
"Zij heeft, je kunt me op mijn woord gelooven, nog nooit een mensch het hoofd af, maar van des te meer boeken de bladen doorgesneden. Ze kent alle mogelijke nieuwe en oude talen."
"Mijnheer Dorus, ik bid u!"
"Zij leest alle schrijvers en dichters in 't oorspronkelijke; zij is een wandelende grammaire, dictionnaire en encylopédie; in één woord, als je haar in jouw plaats naar Leiden kon sturen om 't examen te doen, dan zou jij in de eerste plaats goed af zijn en je papa had volop reden tot tevredenheid. Een kopje thee, als 't je belieft, Agar!"
Reinout was verbitterd.
"Wat een ploert," dacht hij, "en wat een onverdragelijke blauwkous, als het ten minste waar is, doch ik geloof 't niet. Zij ziet er veel te onnoozel voor uit, ofschoon bijzonder handig is zij niet in het theeschenken. Ze zullen mij hier niet dikwijls zien."
Tante Theresia en Johanna lachten beiden en riepen hoofdschuddend in koor:
"O, die Dorus!"
Hagen glimlachte eveneens en zeide tot zijn dochter:
"Zie je nu, Judith! Wat heb je aan al die geleerdheid. Ze plagen er je maar meer."
"Och, papa! Ik weet ook niet wat mijnheer Dorus vanavond mankeert. Ieder zijn eigen liefhebberij; hij zal Pauline Trakkers toch niet gaan plagen, omdat zij zoo van pianospelen houdt."
"t Schijnt toch waar te zijn," dacht Reinout, "foei, wat een onuitstaanbaar schepsel! Een wandelende dictionnaire," en bij het uitdrinken van zijn kopje thee verbeeldde hij zich, dat het klare inkt was, maar

[52:]

om Bruisman, aan wien hij reeds een vinnigen hekel had, geen voldoening te geven, zeide hij losweg:
"Die verwisseling, waarvan u zoo even sprak, mijnheer Bruisman, schijnt mij zeer aanlokkelijk, maar juffrouw, ik weet waarlijk niet of ik Agar, Noémi dan wel Minerva moet zeggen, zal dit examen liever voor haar eigen eer en plezier doen. Dames, die aan onze universiteiten studeeren, behooren echter, helaas! in ons land nog tot de groote zeldzaamheden."
"En ik zal de zeldzaamheden niet vermeerderen, mijnheer van Steeland," haar hand beefde merkbaar toen zij haar tante een kopje thee overreikte, "ik geloof, dat u toch geen onvoorwaardelijk geloof zal hechten aan iemand, die ik nooit tot vertrouwde van mijn studiën heb gemaakt?"
"Ik zal er het mijne van gelooven, juffrouw Hagen," en dan kan u zeker zijn, dat dit niet, overeenkomt met datgene, wat mijnheer durft zeggen."
"Studeeren in Den Haag de dames ook zoo hard?" vroeg Dorus alweer, "of neen! daar hebben ze er geen tijd voor, daar gaan ze naar het Bosch, en naar Scheveningen en naar de komedie- pardon, ne parle pas de la corde dans la maison d'un pendu."
Tante Theresia vond nu toch ook, dat mijnheer Dorus een wat al te ruim gebruik maakte van de vrijheid, hem geschonken, en vrij bits hernam zij:
"O, ik ben zeer dikwijls, toen ik in Den Haag logeerde, naar de opera geweest. Wacht, hoe heette de forte chanteuse ook?"
En op het hoofdstuk van haar Haagsche reis gekomen, verflauwde het gesprek, waarvan tante Theresia de leiding op zich had genomen, zoo spoedig niet en Dorus had weinig gelegenheid meer in Reinouts oogen met zijn originaliteit en vernuft te schitteren.


inhoud | vorige pagina | volgende pagina