Melati van Java: Tante Betje. Toneelstukje in één bedrijf. (Toneelstukjes voor Dames, 2e Serie, No. 3) Culemborg: Bom & Olivierse, [1900 of 1901].
TIENDE TONEEL
T a n t e B e t j e, M e v r o u w E r l b u r g.
Tante Betje:
(schaterlachend) Allah! Tibat! Die kinders toch!
Mevrouw Erlburg:
Maar wat bedoelt u?
Kom hier! Ik zal vertellen met jou. Zoo even ik merk wel aan jou ik praat mijn mond voorbij. Tante Betje dikwijls zoo! Soeda! Ik vergeet heelemaal die kinderen daar en als je praat van attie en verlief - zij zetten zoo wijdwagen de ooren open.
Ja, ik vond het wel een beetje onvoorzichtig van U - om U de waarheid te zeggen. Ik weet wel dat die dingen gebeuren en er gekke menschen genoeg in de wereld zijn om daaraan te hechten maar Hetty is nog zoo jong. Ik ben misschien heel ouderwetsch op dat punt, maar ik tracht haar zoo lang mogelijk onschuldig te houden, (zuchtend), dikwijls heel moeilijk in dit land en dezen tijd. - De juffrouw zal het niet hinderen - die weet wat er in de wereld rondgaat. Bovendien is zij zoo preutsch en zoo koud als ijs voor zulke dingen.
[38:] Tante Betje:
(spottend). Jij kent je Nonna Djipro! Nu zal ik wat vertellen met jou. Allebei, soeda! Zij kom bij mij en zij vraagt obat attie.
(verschrikt). Wat de juffrouw. - Neen! Dat kan niet! Zij is zoo anti-Indisch. .En Hetty! Tante U fopt mij.
Neen, betoel! [Werkelijk] Allebei zij komen vragen.
Maar Hetty! Ik heb niets gemerkt van haar dat zij op iemand idee had - wie is het, wie!
Baik! {goed.] houd nu maar stil. Hetty vraag voor de juf - niet voor haar eigen.
En de juffrouw!
Ja, ietoe! Die vraag wel voor zich zelf.
En de gelukkige!
Een man, Satoe [Een] meneer Philipsen.
[39:] Mevrouw Erlburg:
Och! Heer! Daarom kwam de juffrouw in de keuken, wat ze anders nooit doet. En U heeft het haar gegeven?
(knikt lachend). Pesti! [Zeker.] Ik geef met gaar.
(verontwaardigd). O, tante! Dat had ik nooit van U gedacht. De kinderen versterken in hun bijgeloof en zulk goed in eten laten doen dat uit mijn keuken komt, dat ik zend aan den vriend van mijn man. (vliegt op).
(sussend haar tegenhoudend). Diam! [Stil.] Blijf hier! Ik alles zeggen met jou als je even luistert. Ik geef ze niets als djamoe, kan geen kwaad - proef ook niets in de sajor - maar nu jij maakt straks groot spektakel - meneer Philipsen moet ziek, erg ziek kramp in zijn peroet [Buik.]. - Jij ongerust, Erlburg bang - roep dokter en dan je zult zien.
Ja, ja dat is goed. Een flinke straf voor haar.
Nu, ik ga weg. Daar komt Nonna Djipro aan.
inhoud | vorige pagina | volgende pagina