Melati van Java: Tante Betje. Toneelstukje in één bedrijf. (Toneelstukjes voor Dames, 2e Serie, No. 3) Culemborg: Bom & Olivierse, [1900 of 1901].
[17:]
TWEEDE TOONEEL.
V o r i g e n, M e v r o u w E r I b u r g.
Juffrouw Dumont:
U bedoelt zeker den Rijn, Hetty!
Mevrouw Erlburg:
En hoe gaat het met de studie, juffrouw Dumont? Is U tevreden over uwe élève?
't Schikt nogal, Mevrouw! Zij is een beetje onder den indruk van het bal, waarop zij niet geweest is.
Och, dat ongelukkige bal. 't Spijt mij dat ik er heengegaan ben; de kleine jongen heeft zoo'n slechten nacht gehad. Ik had hem niet alleen moeten laten.
En hij was gisteren zoo wel.
Anders was ik zeker niet uitgegaan.
[18:]
Is de dokter er geweest?
Neen, dat is het juist; daar krijg ik net bericht dat de dokter ongesteld is en niet kan komen en nu - nu - heb ik een besluit genomen een beetje tegen den zin van Erlburg, maar hij vindt het toch ook dat het veel te lang duurt en dat de visites van den dokter niets helpen.
Hetty:
Hé ja! Njotje is al zoo lang ziek.
Daarom heb ik mevrouw Harders laten komen.
Tante Betje?
Ja, zoo wordt zij meestal genoemd. Van alle kanten hoort men haar roemen als een specialiteit in ingewandsziekten, nog onlangs heeft zij het kind van den generaal, dat door alle dokters was opgegeven, binnen korten tijd genezen. U lacht juffrouw Dumont, gelooft U mij niet?
O mevrouw! Ook bij ons in Holland zijn er kwakzalvers in overvloed, met veel toeloop.
[19:]
Dan zijn het geen kwakzalvers maar dokters zonder diploma. Mevrouw Harders heeft beproefde recepten van Indische kruiden die onze Hollandsche dokters niet kennen. Zij doet het ook niet om het geld want zij heeft als de weduwe van een hoofdambtenaar een goed pensioen.
Maar zij neemt toch geld aan.
Nu ja, zooveel men geven wil, voor de moeite en de onkosten. Waarlijk 't is niet veel. U weet men vergeet niets zoo gauw als een bewezen dienst. Daar hoor ik het rijtuig. Juffrouw Dumont, ik heb U reeds te lang gestoord. Haalt U de les nu maar spoedig in! (af.)
inhoud | vorige pagina | volgende pagina