doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Tante Etiquette: In Optima Forma. Brieven over vormen in Indië
Bandoeng: G. Kolff & Co, 1904


BATAVIA, 25 Juli.

LIEVE DOLLY,

't Zijn drukke dagen geweest en Batavia is warm voor iemand, die pas uit Holland komt.

[13:]

Hoe zal ik je beschrijven, wat ik voelde toen ik al die bekende plekjes terug zag; FRlTS beweerde zelfs dat er een glans van verheerlijking over mijn gezicht lag, toen ik de lange loodsen van Priok voorbtj liep.
De aankomst te Batavia of liever te Weltevreden was zoo hartelijk mogelijk, FRITS en JEANNE bewonen een mooi huis op Kebon Sirih en hadden hun paviljoen geheel voor mij in orde gebracht.

Voorloopig zal ik eenige weken bij hen blijven, dan eens een kijkje nemen in de Preanger en daarna stoom ik op een goeden dag naar Toentang om een heele poos te blijven bij je lieve ouders. Aardig om Salatiga terug te zien, waar ieder huis en iedere boom me van zoovele lieve herinneringen spreken.
Je moet me maar flink wat boodschappen opgeven Dolly-lief, JEANNE gaat een enkel keertje 's morgens uit en, ik houd veel van winkelen als er wat moois te zien is, en 't niet te warm is.
's Avonds gaan we veel uit, mijn lieve gastvrouw en haar man hebben veel kennissen en ik ben helaas aan den wereldschen kant en zie graag allerlei menschen in hun verschillende manier van zich te amuseeren of daar althans den schijn van aan te nemen.
Laatst waren we op een Zaterdag-avond naar Concordia gegaan, ik had 't programma gelezen en daar zooveel moois op gezien, dat ik volgaarne vergat, dat 't een warme avond was en dat mijn japon toch niet berekend bleek op 75° temperatuur na tafel. Maar de avond was eigenlijk in veel opzichten eene teleurstelling voor me; O ja,

[14:]

ik vond 't een alleraardigst gezicht al die mooie toiletjes en opgewekte menschen te zien; de helder verlichte tuin maakte een prettigen indruk, maar wat werd er weinig naar de toch zoo goede muziek geluisterd. Naast ons had zich een heele kring gevormd van enkele families bij elkaar, maar ach Dolly-lief wat een voortdurend gefluister en gelach en gegigel zonder eind en nog wel terwijl de "Tannhäuser" zoo bizonder goed ten gehoore werd gebracht.
Ik zat dos-à-dos met twee dames, blijkbaar de gelukkige moeders van een paar der snaterende gansjes en juist terwijl ik aandachtig luisterde naar 't mooie lied van de "Abendstern" hoorde ik achter mij heel duidelijk in kleuren en geuren vertellen, dat 't toch meer dan erg was zooals PHINE zich met dien GÉRARD aanstelde. Weg illusie! Wie die PHINE was, wist ik natuurlijk niet, denkelijk de intieme vriendin van een der dames.
Ik vroeg later aan FRITS of dat altijd zoo was, en hij vertelde mij, dat hij en JEANNE daarom dikwijls buiten in hun rijtuig gingen luisteren; de nontonners buiten 't hek hielden blijkbaar meer van muziek dan de bevoorrechte leden van Concor daarbinnen, althans ze hielden zich stil gedurende de uitvoeringen.
Voor de meeste menschen waren die Zaterdagavonden een genoegelijk soort vanity-fair waar men elkaars toiletten bewonderde of afbrak, elkaars reputaties een beetje verfonfaaide en dan als er wat tijd overschoot ook nog wel eens naar de muziek luisterde. En juist dat praten was zoo hinderlijk voor hen, die na een week van

[15:]

veel arbeid binnen of buitenshuis zich eens wilden ontspannen en verfrisschen met hetgeen stafmuziek hen te genieten gaf.
FRITS voegde er bij, dat juist zij 't hardst babbelden en de andere bezoekers het meest hinderden, die altijd den mond vol hadden van 't droevige gemis aan kunst in Indië, en 't groote verschil tusschen Indië en Holland wat bijv. muziek betrof.
Den volgenden Zaterdag bleven we stil thuis. JEANNE, die enorm vooruitgegaan is, speelde een paar uur voor me en ik genoot werkelijk van haar artistiek spel. Aardig, ze studeert nog trouw elken dag twee uur en toen ik haar daarover mijn bewondering te kennen gaf, zei ze lachend- "ach tantetje, ik heb uw recept alleen maar opgevolgd, 's morgens vroeg op, voor alles den vasten tijd genomen, nooit 's morgens visites maken, alleen een enkel maal als 't noodig is boodschappen doen, en zoo zijn mijn ochtenden lang en kan ik altijd mijn twee uurtjes vinden om te studeeren".
Ja die ochtend visites, die waren vroeger en zijn nog altijd mij een ergernis en ik vraag me ook altijd weer af, hoe 't mogelijk is, dat eene goede, ijverige en plichtmatige huisvrouw daar tijd voor vinden kan; de morgenuren zijn toch zoo kostbaar in Indië en men heeft er ieder oogenblikje zoo noodig van:
Heeft men een klein huis, weinig bedienden, hoe veel valt er dan niet te doen: hier en daar opruimen, stof afnemen, 't goed nakijken en luchten, kokki helpen, naaien en verstellen en die duizende kleinigheden verrichten, die zelfs de best gedresseerde jongen ons niet afnemen kan.
En heeft men 't voorrecht een groot huis te

[16:]

kunnen bewonen en er veel bedienden op na te kunnen houden (een twijfelachtig voorrecht tusschen haakjes) dan is voortdurend toezicht en onafgebroken controle zeker noodig.
En dan, men verwaarloost niet alleen willekeurig zijn huishouden door die vele morgen-bezoeken, maar een grooter kwaad is er het gevolg van. Heb jij wel eens twee of drie dames aanhoudend bijeen gezien, zonder dat ze over elkaars kennissen of bedienden spraken? Nu, kind, ik nog heel zelden. Dezelfde dames, die zich schamen zouden in bijzijn van hun echtvrienden elkaar zoo over den hekel te halen, gaan lustig hun gang, als ze zoo knusjes bij elkaar in de achtergalerij zitten en hoeveel kwaad, onherstelbaar kwaad er in die morgenuurtjes gesticht wordt, beseffen slechts enkelen. En waarvoor is 't noodig? Ik hoorde eens iemand zeggen: als ge iets kwaads van iemand wilt zeggen, vraag u dan eerst eens af, of ge het zeker weet, en als ge het zeker weet, vraag u zelf dan eens af, waarom ge het eigenlijk zoudt vertellen.
Als ik in de Fliegende Blätter zoo'n typisch plaatje zie van eenige meestal heel malgracieus uitziende dames met " Kaffeeschlacht" er onder, dan denk ik wel eens aan onze stroop- en limonade-praatjes in Indië en zou dan wel willen, dat ze door een ieder op den index geplaatst werden.
En 't is niet welopgevoed, 't is niet ladylike of gentlemanlike om eens twee vreemde woorden te gebruiken. Een waarlijk welopgevoede vrouw of man doet niet mee aan kwaadsprekerij, of ze in een klein huis of in een paleis mogen verblijf

[17:]

houden. 't Is zoo in-onbarmhartig en vaak zoo onrechtvaardig, en juist goedheid in de hooge beteekenis van het woord - geen schapendeugd bedoel ik - goedheid is een oumisbaar deel van hetgeen ik een volmaakt wel-opgevoed mensch noem.
Iemand, die zich in gezelschap onberispelijk gedraagt, doch hare of zijne vrienden achter hun rug belastert is niet welopgevoed, is niet ladylike en dat willen we allen toch zoo gaarne heeten.
't Is wel eens moeilijk om tegen den stroom op te roeien met al dergelijke ingewortelde gewoonten, maar niet waar Dolly-lief, 't ls we eenmaal overtuigd zijn van 't geen we doen moeten dan durven we ter wille 'van dat goede wel eens een boos of spottend gezicht trotseeren.
En nu ga ik je voor ditmaal verlaten. Aanstaanden Zaterdag is t'r een groote danspartij bij de familie Zevenbergen ter gelegenheid van hun zilveren bruiloft en daar hoop ik je alles eens van te vertellen.Tot zoolang gegroet door je tante
ETIQUETTE.


inhoud | vorige pagina | volgende pagina