doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Annie Foore: Wederzien
Utrecht: A.W. Bruna & Zoon, zr. jr.


III

Tot de dames, die het liefst gezien werden in de toko's van Soerabaja, behoorde mevrouw Bloem.
Ze was zoo nederig, zoo bescheiden, alsof ze in haar hart de juffertjes, die haar bedienden, verschooning vroeg voor het feit dat zij, die zelve jaren lang achter de toonbank gestaan had, nu de winkels kwam

[18:]

binnenstappen - als een groote madam, gelijk zij 't noemde.
Er was echter nog een andere reden, waarom de vrouw van den aannemer Bloem daar met meer pleizier ontvangen werd dan menige hooggeplaatste dame; zij betaalde, en niet na veel afdingen of lang manen, maar dadelijk, en zoo welgemoed alsof ze geen aangenamer bezigheid kende dan tokohouders te verrijken.
Nu zou men meenen dat, bij zulke ongewone eigenschappen in een kalant, het beste wat Soerabaja opleverde voor die klant bestemd werd?
Integendeel.
Als er eens iets heel duurs, heel opzichtigs of heel wansmakelijks was, dan werd het voor mevrouw Bloem terzijde gelegd; - hier dient echter, ter eere van de menschheid in het algemeen en de toko-menscheid in het bijzonder, bijgevoegd, dat zij dat opzichtige en wansmakelijke mooi vond, ja nooit gelukkiger was, dan wanneer ze in het bezit kon geraken van hetgeen zij aanduidde als "zoo'n echt ouderwetsch fleurig, kleurig patroontje."
Gedost in een dier onmogelijke matinée's, waarvan zij het geheim bezat; gewapend met een reusachtigen waaier, die haar alles eer scheen toe te wuiven dan koelte; met een hoed op of liever naast het hoofd, die door zijn wapperende vederbossen haar opgezet gezicht

[19:]

op dat van een roodhuid deed gelijken, ging ze op zekeren morgen coommissies doen.
Allereerst liet ze haar coupé stil houden voor het magazijn van Kiehl.
Als een visch op het aas, zo schoot een calicot toe; ze werd naar binnen geloodst en gaf op de haar eigen bescheiden wijze het doel van haar komst te kennen: ze wilde ameublementen zien.
"'t Is voor een boudewaartje," zegt ze, terwijl een gelukkige lach haar gelaat verheldert, "een boudewaartje voor een jonge dame."
Er was een ameublement: groene bloemen op een lila fond; omdat het in Holland zoo'n horreur gevonden was, had men het maar naar Indië gestuurd, maar hier zelfs wilde niemand het koopen.
Mevrouw Bloem vindt het prachtig. Toch aarzelt ze, toch blijven haar vederbossen weigerend wuiven.
"Het is u misschien wat te bont?" vraagt de employé.
"Neen, dat niet! Maar ziet u, ik wou maar weten: kan men bij dit ameublement roode portières gebruiken?"
"Waarom niet?" antwoordt het jonge meisje met een moed, een betere zaak waardig. "Als u daarop gesteld zijt?"
"Ja, natuurlijk. Rood vind ik altijd zoo'n mooie kleur; u niet?"

[20:]

"Zeker, zeker. We hebben heel mooi rood. Reps damast… of prefereert u misschien satijn?"
"Damast, dunkt me… Groote grut! ja, dat is waar ook… ik geloof toch dat het beter is geen rood te nemen. Want weet u, ik zag gisteren bij den Chinees zoo'n erg mooi alkatief - blauwe bequetten op een lichtgrijzen grond - en dat heb ik maar vast gekocht."
"Dus wilt u blauwe portières?" herneemt het heerschap, verbaasd over zooveel weifeling bij iemand, die er anders maar op los koopt.
"Blauw…? Ja, ik weet eigenlijk niet. Zou dat wel fijn staan, blauw bij paars? want, fijn moet het wezen!"
Het heertje zwijgt. Die vraag bevestigend te beantwoorden, dat is zelfs hèm te kras.
Nu komt een aardig winkeljuffertje tusschenbeide.
"Als u wat fijns verlangt, mevrouw, dan geloof ik dat dit ameublement u minder passen zal. We hebben misschien wel iets, dat u bevalt… wilt u eens zien"
De bediende maakt zich uit de voeten en verklaart zijn collega's, dat hij niet begrijpt wat mevrouw Bloem mankeert vandaag; men kan in het geheel niet met haar opschieten.
Mevrouw Bloem keert zich tot het meisje of 't een reddende engel geweest ware.
"U hebt vast last van dien hoed, mevrouw. Zal ik hem wat recht zetten?" vraagt deze vriendelijk.

[21:]

"Dank u! Dat malle ding! 't Zit altijd te dansen op mijn hoofd alsof 't dronken was. Daar! ik zet hem af en ik ben een boon als ik hem ooit weer opzet."
Nu, niet langer getergd door de vederbossen, verfrischt door een glas limonade, geheel op haar gemak met het voorkomend juffertje, begint mevrouw Bloem trouwhartig:
"Nu moet u me eens goed terecht helpen, hoor! U komt pas uit Holland, niet waar? Dus u weet zeker wel hoe de jonge meisjes dáár haar kamers inrichten?"
"Ja wel, mevrouw."
"U begrijpt me? 't Moet alles heel hollandsch zijn… want de jonge dame… Och, ik zal 't u maar zeggen, 't is voor mijn dochter! Ze komt uit!"
"Dat heb ik gehoord, mevrouw."
"Groote grut! Hebt u dat al gehoord? En van wien?"
Het meisje bedwingt met moeite een glimlach.
"U hebt het me verteld toen u verleden week hier in de toko waart."
"Zoo? Ja, ja, dat kan wel wezen. Waar het hart van vol is…"
"Loopt de mond van over. Ziet u eens, wat dunkt u van dat licht grijs? Of vindt u dat bruin met goud mooier?"
"Dat bruin met goud? - Hoor eens, juffrouw,

[22:]

ik zal u wat zeggen: ik vind ze allebei leelijk, niet fleurig genoeg, begrijpt u? Maar dat doet er niets toe, hoe ik het vind…"
"Mevrouw!"
"Neen, wezenlijk! Om u de waarhied te zeggen, ik heb geen vendutie meer in mijn eigen keus. U moet weten, laatst heb ik twee dames - vriendinnen van me, dus 't was niet uit hatelijkheid - hooren zeggen, dat ik zoo'n slechten smaak had."
"Wel foei, mevrouw! Hoe is 't mogelijk?" En het juffertje slaat haastig de bruine kijkers neer om de ondeugende flikkering daarin te verbergen.
"Nu, kind, het is zoo erg niet! 't Heeft mijn man nooit gehinderd, en mij ook niet. Maar nu zit ik er toch mee. Want als… het niet in de puntjes was…"
"Mag ik eens probeeren of ik u helpen kan?"
"Graag! Wacht, ik moet u nog wat zeggen: het geld komt er niet op aan!"
"Dat weet ik. Maar - het duurste is niet altijd het mooiste."
"O, juffrouw! u moet niet denken dat ik het zeg om te bluffen. God bewaar me! Maar - ziet u, het is onze eenigste - en ze is zes jaar weg geweest… en ik heb zoo'n gevoel of we haar niets kunnen geven, dat goed of mooi of duur genoeg voor haar is."


inhoud | vorige pagina | volgende pagina