doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

P. (ps. Beata van Helsdingen-Schoevers): 'Causerieën uit de binnenlanden'
In: Soerabaiasch Handelsblad, 7 augustus 1908


Menigeen vraagt zichin deze tijden af: zou 't nòg, of zou 't alweer regentijd zijn? Het schijnt dat de atmosferische godheden totaal de kluts kwijt zijn, althans wij "kolong-langit" bewoners, geheel aan hun willekeur overgeleverd, worden er niet meer uit wijs! In Juli en Augustus volle westmoesson; heb je 't ooit zoo zout gegeten! Buien van 80 á 10 mM. zijn volstrekt geen zeldzaamheid; wij begrijpen er niets meer van. En dan nog niet eens plaatselijk, heel de residentie Kediri souffreert aan hetzelfde euvel, men kan ook in dit opzucht dem Guten zu viel krijgen!

De suiker schreeuwt moord en brand - wat ze trouwens elk jaar doet! - maar dit keer is het dan ook bar, zoo abnormaal als dit jaar schijnt het weer bij heugenis niet geweest te zijn. De Inlander waagt het hier en daar een tweede maal padi te planten, hoopende dat het zoo door moge gaan, god Fluvius hem genadig zal blijven, nu daar is heel veel kans op!

Maar, dan eene zijn brood, den ander zijn dood, de jeugdige riet aanplantingen gaan op deze manier vrij zeker naar de maan! Lestarie, het jonge gelukskind, huilt op 't moment tranen met tuiten, is dat ook pech hebben! het eerste jaar, de eerste aanplant, een installatie op komst van zulke capaciteiten... nu deze tegenvaller! En men staat zoo machteloos. Het blijft niet altijd couleur de rose!

En nog zal het bij deze misère niet blijven, als menschelijkerwijs berekend in December a.s. de regens, als consequent gevolg, uit zullen blijven, en de droogte dan op het meest ongelegen tijdstipp intreedt.

Zo staan de suikerzaken in het Kedirische. Een suikerman is op het moment de personificatie van ongenietbaarheid, waar men onder deze omstandigheden best in komen kan!

Van den eenen tal van industrie op den anderen is maar een klein sprongetje. De stoomrijstpellerijen n.l. schijnen over het algemeen genomen er wèl bij te varen. Het lijkt een winstgevend baantje te zijn, dat rijstpellen!

Te oordelen naar het feit, dat het gebruik in zang begint te komen en - grootscheeps - evenals de suikerfabrieken bij den aanvang der campagne een "maalfeest" te geven. Voor eenige jaren dácht men er niet aan, was blij als de boel draaide, en het zaakje marcheerde; tegenwoordig wijdt men den drukken tijd in met een klinkende fuif... Ik voor mij heb daar niets tegen!

Curiositeitshalve zal ik hier eens een beschrijving geven van zoo'n maalfeest, waarmede onlangs de stoomrijstpellerij te Ngandjoek haar campagne inluidde. Uit den aard der zaak is zoo'n fuif lang zoo grotesk niet als een dito, waarmede suikerfabrieken den werktijd plegen in te gaan...

Toch had het Ngandjoeksche fabriekje een hoogfeestelijk aanzien, was onder tot boven versierd met wuivend jeugdig klappergroen, en het nationaal driekleurig weefsel, dat bij zoo'n gelegenheid nimmer mag worden vergeten, slingerde zijn heldere tinten tusschen het teer lichtgroen der bladversieringen. Reeds van uit den trein aanschouwde men Ngandjoek's eenige inrichting op rijstgebied in vollen feestdos, omgeven door een haag van honderdtallen hunkerende Inlanders, schön ausgeputst, in "Pakéan deftig", zich spitsend op hetgeen de dag hun brengen zou.

Aan het station wacht ons reeds de (Chineesche) administrateur der rijstpellerij, terwijl we bij het intreden der fabriek worden welkom geheeten met een oorverscheurend maar nochtans goedgemeend "Wien Neerlandsch Bloed", ten gehoore gebracht door het locale orkesr te Ngandjoek, dat als een ongelukkig troepje verkouden musschen op de stoep van het gebouw zit te blazen, wit gebroekt en zwart gejast, maar voor deze bizondere gelegenheid in groot tenue, te oordeelen naar de kwistige kanarieele tressen-
versieringen, die de respectieve manneborsten iets krijgshaftigs verleenen.

In de fabriek is alles leven en bedrijvigheid. De ketel staat gloeiend gestookt, één handgreep, en de machine zal (officieel!) haar eerste slagen doen in dit campagnejaar. De helderwitte muren zijn gesmukt met vroolijkdoende bloemversieringen, groene guirlandes slingeren zich van paal tot paal, afgewisseld door vlaggedoek en oranje. Ergens, goed zichtbaar tegen den muur hangt, door een lauwerkrans gekroosd, het fotografisch conterfeitsel van den oprichter dezer inrichting. In zijn veldheersblik die ons van achter het glas schijn te volgen, lijkt iets triomfeerende te zijn op dezen dag, nu zijn creatie, het kind van zijn denken en werken, het nieuwe campagnejaar met zulk een vreugde begroeten gaat...

Een zer groot vertrek (in het gewone leven de padigoedang, vermoed ik,) is voor deze gelegenheid ontruimd en in feestzaal gemetamorforseerd. De oneffenheden in den weing - gelijken! - marmer vertoonenden vloer zijn liefderijk bedekt met rottanmatten, wat dadelijk een gezellig aanzien geeft. De gemakkelijke stoelen zijn tot een aardig zitje gegroepeerd, maar voorloopig hebben wij gasten iets anders te doen dan ons neer te vlijen.

De gamelan, achter in de fabriek gelegerd, heeft bij ons binnentreden in razende cadans het nationale welkomstlied aangeheven, de sonore klanken zijn, hoewel monotoon, heusch nog een verademing na het valsch gekrijsch van den wouldbe Sonna-band.

Als nu evenwel de eerewijn in de glazen parelt en de machine in majestueuze bedaardheid haar eerste slagen doen gaat, worden wij verrast door een improvisatie van gamelan muziekcorps te samen, die aldus in entente cordiale een verwoede attacque doen op onze zenuwgestellen, ik dank den hemel dat ik niet met zulk een teer sentiment begiftigd ben als bijvoorbeeld Louis Couperus.

Enfin, wij komen er zonder uitzondering levend en ongeschonden doorheen. De machine draait met forsche slagen, de eerste rijst wordt van het jaar gehuld, besproeid door de noodige Roederer en de noodige toasten en heilwenschen. Vervolgens wordt de aandacht
verzocht voor een "ode aan de rijst" (vermoed ik), gezongen door mademoiselle Karsina of Ramina, - of iets dergelijks, - danseuze javanaise met nationaal gamelanaccompagnement. Nadat wij tot in de diepste vezelen onzer ziel geroerd zijn door de vertolking dezer poësie, en nadat wij, met Henri Borel, genoten hebben van de expressieve danskunst dezer Terpsichore -priesteres, zijn wij verder getuige een na een toepasselijk woord den hunkerende bruinen broeder een diner wordt geboden in den vorm eener klinkende slametan, die dan ook met de meest dankbaren appetijt wordt gesavoueerd. Onder de bedrijven knallen de champagnekurken, worden speechen geslagen op alles wat maar eenigszins bespeechbaar is... zooals het behoort bij zulk een gelegenheid. Als buiten in de open lucht de slametan is overgegaan in een geanimeerde tandakpartij, heeft in de feestzaal onder de gasten de vroolijkheid haar culminatiepunt bereikt. Zelfs de prestaties der Ngandjoeksche toonkunstbeoefenaars
worden nu geapprecieerd... en dat wil wat zeggen! Als straks onder de lunch (met "muziek over tafel"!) een camera de feestdisch vereeuwigt op de gevoelige glasplaat is het voor den photograaf een heelen toer zijn rumoerige sujetten één moment kalm te krijgen, en traditioneel "vriendelijk" te laten kijken...

Dat teekent de situatie!

Als wij eindelijk en ten langen leste na een wel-doorfuifden dag opbreken om per spoor huis-toe te trekken, is het niet dan met de muziek voorop (die venijnig een Souss-marsch vermoordt,) en half het dorp achter ons aan, een niet te onderschatten escorte, als men rekent dat de straatjeugd te Ngandjoek een belangrijk contigent der bevolking schijnt uit te maken.

Op het miniatuurstationnetje blazen onze muzikanten ons dan nog, onder belangstelling van gansch het stedeke, een aandoenlijk vaarwel toe als wij, opgeslokt door het zwarte monster, langzaam maar zeker
medegevoerd worden.

Alzoo zijn de fuifgenietingen op een stoomrijstpellerij-maalfeest.

Ik geloof dat ik het voorrecht had een der eersten in dit soort bij te wonen een stille wensch welt in mij op; moge dit niet de laatste zijn! Want zoo intens-gezellig fuiven, daar is zelfs een uitgedroogde krantenschrijver voor te vinden!


vorige pagina | inhoud | volgende pagina