doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

P. (ps. Beata van Helsdingen-Schoevers): 'Causerieën uit de binnenlanden'
In: Soerabaiasch Handelsblad, 23 juli 1906


Ziezoo, daar is onze controleur weer eens overgeplaatst! Wij verwonderden ons er al over, zes maanden, zeggo een heel half jaar hebben we waarachtig nu al dan zelden. Ja, 't is een feit, je zou bijna zeggen een onrustbarend feit, we zijn heusch anders zooreel weelde niet gewend, bijna zeven maanden! En nu krijgen we dus weer een nderen controleur, om hem na een paar maanden weer te zien verdwijnen.... So geht es im schönen Kertosono!

Men schijnt anders wel van onze stad een tijdelijke pleisterplaats te willen maken, getuige nu alweer de benoeming van een hulpondorwijzeres, die de volgende maand haar ontsleg neemt. En dat, niettegenstaande bedoelde dame dadelijk bij haar overplaatsing kennis gaf van haar voornemen en intrekking vroeh.

Twee maanden te Kertosono, rrrts! weg weer. Zoo zie je ze, en zoo zie je ze niet! Wat zal het ouderwijs erbij floreeren! En dat, nu men reeds van April af doende is de "hooge oomes" te overtuigen, dat er hoogst noodzakelijk een onderwijskracht bij moet komen, aangezien het aantal heerlingen constant boven de zestig blijft. En men van de zijde der bovengenoemde oomes net doet, alsof er geen Kertosono en geen school bestaat. Doux pays, hè ? Daar staan nu die ongelukkige onderwijzers met z'n tweeën héél alleen voor oen school van +/- 85 kinderen, 't is een felicitatie waard! Enfin de holpouderwijzeres denkt waarschijnlijk ook; je m'en fiche; volgende maand verwissel ik toch de klas tegen wat beters, maar de hoofdonderwijzer! Nu moet men, als de tegenwoordige onderwijzeres is afgetreden, nog dralen met de benoeming van een opvolgster (zooals 't meestal gaat) dan staat het hoofd der school er al dien tijd alleen voor. Die zal zich bepaald amuseeren!

Het verreischt een elegant sprongetje om van de school en schoolbelangen ineens op het weer te komen. Maar het moet toch! De tegenwoordige weergesteldheid is reeds te belangrijk voor Kertosono en vooral voor de inwoners om haar onbesproken te laten.

We zijn weer aan het waaien: alles waait, boomen, planten, menschen zelfs, en stof, dat waait overal en den godganschelijken dag rond, in je eten, in je koffie, overal een laagje lekkere, dikke Kertosonosche stof. Waait het hier niet in den Oostmoesson, dan
liggen wij inwoners voor een oortje thuis: de heele kliek souffreert dan aan malaria.

Waait het hier wel, dan ligt driekwart inwonertal óók voor voor een oortje thuis in bed, maar dan met koortsen veroorzaakt door den wind... Nu zou je als leek zeggen, dat is nou krek precies eender. Maar daar is niets van aan. Luister maar. Ten eerste ligt niet héél Kertosono dan ziek, maar slechts driekwart gedeelte, dus dat scheelt alweer één vierde, ten tweede zijn koortsen nog lang geen malaria. Nou u, meneer, en dan ik. En daar zegt men gewoonlijk niet veel op terug. Dus, dat staat vast, de wind is bepaald nooodig voor het leven en welzijn van de Kertosorso'ors.

Zooveel is zeker, dat in dezen tijd van het jaar iedereen te Kertosono er een karakteristieke manier van gaan op na houdt, zoo ongeveer als een afgeleefde haast vil-fähige sleepersknol, die een zwaar bevrachte kar tegen een brug opsjouwt: hangende kop, voorover hangzakkend lichaam, beenen schrsp. richting schuin tegen de wind in, recht er tegen in gaat niet, als men tenminste de vijf en zeventig kilo niet haalt, anders waai je mee. Heeft men dat gewicht, dan komt men alleen maar geen stap vooruit, overigens niets, wegwaaien doe je dan tenminste niet.

Gaat men toevallig met dan wind mee, dan is men eerst recht voor z'n plezier uit! Dan gaat je hoed je meestal voor en jezelf rolt er in een niet te weerhouden zeven kilometer vaartje achteraan. En de menschen, die stilletjes thuis kunnen blijven en niets met den wind te maken hebben, lachen zich een kriek om je wanhoops-grimassen. Overigens is 't allemachtig aardig tegenwoordig uitstapjes te maken door Kertosono cn omstreken, dat raad ik alle toeristen aan...

Ik herinner me nog den tijd dat men met den "sneltrein" van hier naar Kediri gaande of omgekeerd bij elk der dier tusschenstations, waar niet gestopt wordt, door elkaar werd geklutst en gekarnd dat het een aard had en dat de meeste passagiers, die het traject voor het eerst maakten, overeind sprongen met de verschrikte vraag op de lippen: dérailleeren we? omdat de „blits" niet over het rechte spoor door mocht rijden, maar bij ieder station een omwegje moest maken, eerst over een wissel op een zijspoor, en van dit zijspoor met een wissel weer op de hoofdlijn.

Ik herinner me dien tijd nog, zeg ik, het zal een maand of zes geleden zijn. Eindelijk, voor een maand of vier kreeg een der spoorautoriteiten in een slapeloozen nacht een helderen inval (slapelooze nachten brengen de menschen altijd origineele ideëen.) Dezen heer nu bedacht, dat het toch veel verkieselijker en geriefelijker zou zijn, als men den doorgaanden trein Kertosono-Kediri niet meer over zoo godsgruwelijk veel wissels liet springen, maar gans einfach over het rechte spoor door.

Eureka! kraaide de autoriteit verrukt, draaide sich nog eens lekker om en sliep eindelijk zelf-tevreden over dat heerlijke idee in.

's Anderen daags begon hij dadelijk uitvoering ta geven aan zijn per-spoorreisend-publiek-lievend plan. Met een kleine verandering aan de wissels zou het euvel verholpen zijn. En zo geschiedde dat er een des betreffende order uitkwam... maar, er is een groot maar bij, die verandering geschiede slechts bij de eerste twee haltes van Kertosono af gerekend. De twee daarop volgenden? ja, zoover had de slaapelooze nacht en het heldere verstand des spoor-autoriteiten niet gereikt. Dat... bleef... maar... weeer... zooals... 't... was... O, heerlijk Insulinde. Dus klutsen we naar 4 maanden nòg, langs de haltes Mingirran en Soesoeban. En wachten nog altijd als zoete kindertjes tot een der spoor "oomes" weer eens een slapeloozen nacht en een niet-slaapmutsigen inval krijgt. Allah behoede ons in Indië voor al te voortvarende menschen! Dat geeft maar soesah!

Maar van soesah gesproken, misère schijnt het te zijn met den padioogst, hier wel niet, maar overal elders.

Van de halte Baron af en verder het Madioensche in tot aan Walikoekoen, moet alles mislukt zijn.lemand, die niet lang geleden Tjaroebao, Panorogo, Madioen en Ngawi doortrok, vernam uit den volksmond dat het daar treurig is met de opbrengst der sawahs.

De handelaars hier merken het ook, die klagen steen en been, volgens hun zeggen is er van die streken haast geen rijst meer te betrekken. Waar vorige jaren het product met waggonladingen werd geboden en geleverd, is er van het jaar niets te krijgen, wèl misère!

Te Kertosono en in de omstreken is de oogst al zoo goed als binnen, wel ziet men nog hier en daar snijden, doch de grootste drukte is voorbij. Over het algemeen stond de aanplant heel goed, en hoewel er soms over de z.g. beloh-ziekte geklaagd werd, te zien was daarvan niet veel. Maar bij den oogst kwam de aap uit de mouw. Toon er van bestuurswege proefsnitten werden gedaan, bleek het gewicht veel minder zelfs dan vorig jaar.

Toch moet het nog schitterend zijn in vergelijk met andere gewesten, getuige het feit, dat men van heinde on verre hier padi komt zoeken. De prijzen stijgon dan ook onrustbarend.

Uit Rembang en Bodjonegoro komt het volk bij troepen hier werk zoeken, en volgens hun
verhalen moet de nood in die streken hoog gestegen zijn. Geheele gezinnen komen met pak en zak over, om ginds niet van honger sterven.

Het bestuur te Bodjonegoro heeft, zoo zegt men, reeds duizenden picols padi opgekocht, doch natuurlijk weer tegen een spotsprijs, die het onmogelijk maakt iets goeds binnen te krijgen, gelet op de hooge padiprijzen en de transportkosten derwaarts!

Men beschouwt over het algemeen zoo'n levering aan het gouvernement als een geschikte gelegenheid om een flink quotum minderwaardig opgekocht product eens voor een mooien prijs van de hand te doen. Nat en onrijp, alles gaat er maar doorheen. Maar dan, als later de goejang openkomt! De kleine man, die zijn padi op schuld ontvangt, zegt niels, maar wonder is 't niet, als van zulk zaad weer een slechte oogst komt.

In zoo'n geval als thans te Bidjonegoro had men zich van de beste zaadpadi moeten voorzien, al was het dan ook tegen wat hoogere prijzen!

Onlangs vertelde men mij, dat eeni jaar of vier geleden de residentie Kediri in een dergelijk geval verkeerde. Van bestuurswege werden er toen vrij wat betere maatregelen getroffen.Men kocht bij de rijstpellerijen duizenden picols van de beste padi op, welke bos voor bos door den wedono en zijn ondergeschikten werd uitgezocht en naar de noodlijdenden dessa's gezondon. Zo kreeg men uitstekende zaadpadi, en de oogst was prachtig!

God geve dat het bestuur te Rembang ook tot het inzicht komt dat het met zijn halve maatregelen de "inzinking" nog slechts bevordert!


vorige pagina | inhoud | volgende pagina