Cornélie Noordwal: Het dagmeisje van den majoor
In: Een vergeten schuld. Novellen. Amsterdam: Van Holkema & Warendorf, 1897 (Warendorf's Novellen-Bibliotheek XV)

Inhoudsopgave *

I. Den Haag. In het deftige huishouden van de majoor Van Vlonderen, zijn echtgenote Emilie en hun zoon Albert komt een brief van de rijke tante Anna. Het feit dat zij uitstekend gezond is, stemt tot inzichten over hun geldelijke positie. Mevrouw houdt veel van Indië en weet nu dat de roman Noodlot recht van bestaan heeft. Neef Jan (gepensioneerd Indisch ambtenaar met zeven kinderen) klaagt mee. Er moet een dagmeisje komen, en de majoor zal haar vinden en drillen. Lezen

II. De majoor gaat adverteren in de Haagse Courant, al was Het Vaderland deftiger geweest. Op straat ontmoetingen met intimi, en opmerkingen over Atjeh. Hij wordt uitgescholden en beklaagt zich bij een straatagent. Thuiskomst en nieuw huiselijk malheur. Lezen

III. Confrontatie tussen de majoor en Emilie, en tussen de majoor en het dagmeisje Gerritje. De majoor faalt. Lezen

IV. Gerritje is uit, gekibbel over wie de deur moet opendoen. Parade van dagmeisjes die zich komen melden. Uitgebreide beschrijving van "Sjenetje" en haar moeder. Onmogelijk optreden van Albert, die de hond een hoofdrol toebedeeld. Neef Jan geniet van alles mee. Lezen

V. Ontknoping. Lezen

Verantwoording*

De inhoudsopgave is gebaseerd op Het dagmeisje van den majoor
zoals gepubliceerd in Een vergeten schuld. Novellen. Amsterdam: Van Holkema & Warendorf, 1897 (Warendorf's Novellen-Bibliotheek XV). Daarin zijn de hoofdstukken alleen genummerd. De cijfers tussen [vierkante haken] verwijzen naar de paginering in het boek. Voor kennelijke fouten die aan mijn waarneming zijn ontsnapt, hou ik me aanbevolen.

Vilan van de Loo