doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Marguerite: 'Door duisternis tot licht. Indische novelle'.
In: Bataviaasch Nieuwschblad, vrijdag 10 december 1897


[31:]

III.

Zwijgend wandelenden wij een wijle naast elkander voort, toen in de schaduw der boomen gekomen, waar de tuin het minst verlicht was, greep hij mijn hand en drukte die zacht tegen zijn borst aan.
O Paul, stil toch, smeekte ik angstig.
Ja Minnie, 't is slecht van mij, slecht dat ik 't je heb laten merken, zeide hij.
Ik heb er toch zoo tegen gestreden, omdat ik 't laf en laag van mij vond de vrouw van eeen vriend, die mij mij in zijn huis ontvangt, lief te hebben.
Mijn liefde was echter sterker dan 't plichtsgevoel.
Je wet niet hoe ik er onder geleden heb; toen je hem aannam, en toch is onze vriendschap niet verkoeld.
Ik had je lief, zóó lief, dat ik zwijgend kon verdragen; je de vrouw van een ander te zien worden.
Toen ik je gelukkig gezichtje zag, bloedde mijn hart hevig onder die slag, maar uw geluk was mij heilig!
Ik huwde niet lang na u, zooals ge weet en hoewel ik mijn vrouw niet liefhad met de liefde, die zij van mij verwachten mocht, achtte ik haar zeer hoog en die kalme genegenheid nam zij aan; zij wist, dat ik haar niets anders aan te bieden had!
Haar edele liefde, haar zachte leiding brachten de rust terug in mijn geschokt gemoed.
Mijn huwelijk was gelukkig, ik erken 't gaarne, maar 't is toch nooit dat geweest, wat 't had kunnen zijn. als gij de mijne waart geworden.
Toen ik je terug zag, ook op dien avond, toen je voor t eerst weer speelde, weet je 't wel, zag ik met schrik, dat de oude liefde opnieuw ontwaakte!
Ik sidderde en reeds kwam 't plan bij me op uw huis niet meer te betreden, toen Fred mijn strijdlust wakker riep door de woorden, dat wij ons gerust samen kondsn meten; of ik den strijd soms niet aandurfde?
Dat gaf den doorslag.
Eens heb ik kunnen zwijgen, dacht ik.
Zou ik 't thans niet kunnen, nu ik duizend maal meer verplichting aan hen heb, nu zij een gelukkige vrouw en moeder is?
Was ik toen maar weggebleven, mijn lieveling, ik had je rust niet verstoord; want Minnie, mijn schat, je hebt me ook lief.
Noem het niet pedant van me, dat ik 't je zeggen durf, maar reeds lang hebben je oogen en duizend kleinigheden je onbewust verraden.
Ik was niet sterk genoeg mij willig afstand te doen van de zoo lang en vurig begeerde liefde.
De wetenschap, dat ik je dierbaar was gewordem vervulde mij met innige dankbaarheid en vreugde.
Ik paste er echter wel op, je door woord of blik ons geheim, waarvan ge u niet eens bewust waart, te verraden.
O Minnie, vergeef het mij, dat ik je dit alles zeggen Ik zal er je nooit meer lastig mee vallen, maar dankbaar en tevreden zijn, als je me niet afstoot, als ik je dagelijks zien en spreken mag, als de heerlijke toestand waarin wij zoolang verkeerd nebben, tusschen ons kan voortbestaan, zeg ja, o zeg ja, en beloof mij dit eéne:
dans nooit meer; ik kan het niet dulden, dat elk vreemden arm om mijn Minnie heen mag slaan, mijn schat mag bewonderen en er misschen even doodelijk van wordt als ik..
"Wil je 't me belooven?
Zeg ja Minnie, denk er aan, welke helsche pijnen ik reeds doorstaan moest, je de vrouw van een ander te zien; in plaats van mijn eigen aangebeden vrouwtje.
Als een stroom vloeiden deze woorden hem van de lippen, en als een stroom sleepten zij mij mee in hun vaart.
Ik kon niet geregeld meer denken, zóó snel volgden al mijn gedachten elkander op. Ik bedekte myn gelaat met de handen en snikte zacht.
O, Paul, waarom kon je toch niet zwijgen? mij in mijjn onwetendheid laten?
Nu moet ik afstand doen van u, van de heerlijke troost, die uw bijzijn mij gaf! (Wordt vervolgd.)


vorige pagina | inhoud | volgende pagina