doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Nji-Sri: Een nonna
Feuilleton in het Bataviaasch Dagblad, juli-september 1902 aangevuld met romanuitgave bij Becht, 1902


[24-07-1902]

Tjarda klopte vluchtig aan en trad binnen. Mevrouw Heyse zat achterover op haar luierstoel. Za was verschrikkelijk afgevallen doch haar vermagerd gezicht had een vredige uitdrukking, er lag een glans over uitgespreid, zooals men het vaak bij herstellenden ziet.
"Massa! Te erg toch!" zoo weerde ze Tjarda's dankbetuigingen af. "Neen, ik ben blij dat u zoo gezond bent geworden.
"Zoo ségêr, ja? Veel beter dan toen u pas kwam."
"Dat doet de goede verpleging die ik hier genoot, mevrouw!"
"Loop heen, toch! Meen u het, betoel-betoel? Heeft nonnie u goed opgepast?"
"Uitstekend!" riep hij volmondig.
"Ja, kassian, die Non! De eerste dagen was ze zoo maloe. Ze verbeelde maar dat ze zoo dom was, zo was niet brani met zoo'n meneer, ja? En ze zegt, u kijkt haar aan, zoo boos, zoo streng! Zóó!" En mevrouw trachtte met een koddig verbolgen gezicht Tjarda's gebiedende mine na te bootsen. Hij lachte. Hoe werden zijn ernstige trekken ineens door dien zonnigen lach verhelderd!
"Maar u hebt haar toch de waarheid gezegd! Het was goed ook! Als een vreemde een zuur gezicht zet helpt het meer dan als ik den heelen dag knor! Allah! Wat is ze veranderd! Nooit meer driftig of ongeduldig! En nooit is haar iets te veel. Zie, hierop de balé-balé slaapt ze, dicht bij mijn bed. Elk uur van den nacht staat ze op soms nog mabok van den slaap. Kassian toch, ja?" Mevrouw Heyse sprak altijd in den tegenwoordigen tijd als ze goed op dreef was.
"Kassian!" klonk een echo uit den achtergrond. Tjarda keek onderzoekend rond. Daar in den hoek, in het halfdonker zaten twee vrouwen, de eene in kofiebruine peignoir, de andere in een donkerzijde overkabaya.
"Pardon, dames, ik wist niet-.." Hij was beleefd opgesprongen.
"Ja, ik vergeet heelemaal!" klaagde mevrouw Heyse. "U kent mijn zuster nog niet? Mevrouw Verheul! En hier mevrouw Smit. Zij woont hier in de buurt op een koffieland... Meneer Tjadas!"Tjarda van Ekringa!"verbeterde hij pedant.
"O, dan bent u zeker nog familie van den vroegeren directeur van finaneiën, die wel eens bij ons logeerde?" informeerde mevrouw Verheul.
"Zeker, dat was mijn oom, mevrouw, de tegenwoorwoordige minister van koloniën."
"Oh! Dat is wat waard, zoo'n oom!" meende zij, langzaam met het hoofd knikkende, met hoog opgetrokken wenkbrauwen.
Zo geleek veel op haar zuster doch was veel groolcr en slanker en trad ook zelfbewuster op. De gedurige omgang met beschaafde Europeanen had haar een zekere routine gegeven, die enorm bij de goedige onbeholpenheid der eenzaam levende weduwe afstak.
"Wanneer denkt u weder te vertrekken?" ging mevrouw Verheul belangstellend voort.
"Van morgen ben ik al naar Ardjasari terug gekeerd. Nu hoop ik van avond nog bij lichte maan door te gaan naar Daja Kollot, samen met mijn toekomstigen schoonvader, den resident Utenhove...."
"Het is waar ook," viel mevrouw Ileyse in, "de resident was van morgen hier om u te spreken, de reis gaat niet door, geloof ik."
"Dat zou een koopje zijn, mevrouw. Mijn aanstaande zou mij onmogelijk kunnen ontvangen, want de resident is weduwnaar, er is geen andere dame in huis."
"Nu, een paar dagen blijft u dan nog hier, ja?" verzocht mevrouw Heyse. "Wat zou Nonnic blij zijn als u de slamattan kon bijwonen die we Zondag zullen hebbeu om mijn herstel te vieren. Ze verzocht mij nog u te vragen! Zoo prettig, ja?"Mevrouw Verheul's gezicht betrok.
"Wat een onzin! Wat heeft meneer Tjarda nu aan een slamattan! U als controleur zult bossen van al die slamattans zijn! Het is toch maar een feestje voor de inlandsche bedienden en al de boedjangs die hier op het erf komen werken! Het wordt tijd dat Nonnie op Gedong Gedeh terugkomt, zo zou hier mooi verinlandschen. En u zult naar uw meisje verlangen! Is het niet, meneer?
"Natuurlijk!" lachte hij. "Doch, ik zou mij in uw plaats niet die soesah op den hals halen. Waarom moet de resident ook met u mee? Het bevalt hem juist zoo goed bij ons. Als u nog een paar dagen naar Gedong Gedeh was gekomen en hadt uw meisje geschreven om u daar te ontmoeten? Tjarda keek de slimme vrouw, met een guitig lachje aan.
"Dan hadt u evengoed hier kunnen blijven, meneer!" zei de weduwe gul.
"Kom Mimi! Bemoei jij je er nu niet mee! Je hebt er slag van om alles in het honderd te sturen. Ik begrijp er alles van. Als mijnheer hierlogeert, dan kan Nonnie niet gemist worden. En wij verlangen er hard naar dat zo terug komt! Wij zijn vreeselijk aan haar gehecht, moet u weten, mijn man en ik. Ja, als men zelf geen kinderen heeft... We zijn zoo gewoon haar elken dag te zien! Ze hoort nu eenmaal bij Gedong Gedeh. De patiënten zijn allemaal aan het mopperen gegaan. Overal missen ze haar. Nonnie schonk thee, Nonnie speelde croquet en tennis. Werden er uitstapjes ondernomen, de pret was niet volmaakt als de vroolijke non er niet bij was! En ze heeft er slag van met iedereen om te springen. De heeren weet ze zoo'n beetje aan het lijntje te houden, zonder dat iemand er scha bij heeft. Nu beginnen ze zich allen te vervelen en spreken van heengaan. De rest van hun verlof willen ze in het hotel te Tjibodas of op Buitenzorg doorbrengen, wat dichter bij Batavia. Met moeite zie ik de lui nog te paaien met het bal den 2ssten en de tableaux vivants."
"Dus Nonnie schijnt een voordeelig nichtje voor u te zijn!" meende Tjarda droogjes. "Een voordeelig nichtje! Ze mag God op haarbloote knieën danken dat ze óns hier heeft. Zonder Gedon Gedeh zou ze een echt anak kampong zijn gebleven! Bij ons heeft ze nog wat manieren geleerd. Wat was ze links en maloe toen julie hier kwamen, Mimi!"
Nu vatte de zachte mevrouw Heyse toch vuur. (Wordt vervolgd)


vorige pagina | inhoud | vorige pagina