Cornélie Noordwal: Intra Nos Utrecht: A.W. Bruna & Zoon Uitgevers-Mij, zevende dr. en luxe-editie, 1925 (eerste dr. 1902)
[42:]
VIJFDE HOOFDSTUK [moet zijn: vierde]
,,Kinderen, gaat zitten,' maande Jessie aan, zich voor het koffieblad plaatsend. ,,Gaat 't goed met de zaken, Wybrandts?" ondervroeg de luitenant den ,,zwijgende", die hem altijd zoo benauwend doorboorde met die schat-tende, wikkende wegende, koudzwarte agaat-oogen. Richard was chef in een wijnhandel. Richard kneep de zwarte wenkbrauwen stijf bijeen. Hij werd thuis niet gaarne herinnerd aan zaken, vooral niet door iemand die er niets van wist als Kern, wiens vader toch een rijke brouwer geweest was. ,,Zoo tamelijk," mompelde hij, het hoofd naar de laagte, en keek toen eens naar Kern, die vergenoegd zijn blonde snorren zat op te draaien. ,,Wil ik je een krultangetje halen?" bood Phil halfluid aan. ,,Dat komt omdat jullie den wijn vervalschen, nietwaar Jess?" ,,Dan zou ik hem maar niet bij halve flesschen drinken!" keurde Ro af. Kern, die zich niet gaarne gewonnen gaf, wilde ,,dien schoolmeester" er eens ,,in" hebben, en vroeg hem te verklaren op zijn geweten af of de wijn van Verniers en Co. geen afschuwelijk bocht was. ,,Niet te drinken." ,,Aan al 't aardsche ontbreekt wat!" meende Olivier triestig, Kern vol in 't wat bolgezonde gezicht van mooien officier starend, alsof hij hem bedoelde. ,,Ja, dat zien we aan jou!" pruttelde Phil, die in haar vinger sneed in plaats van in heur broodje, en heur wrevel op op Olivier verhaalde, met een knik naar hem toe. Kern schaterde. Natuurlijk schudde Olivier het hoofd over vrouwen die het brein vol grootsche litteraire plannen hadden en niet eens behoorlijk brood konden snijden. Hetgeen in Richards zwarte pupillen een somber dreigen riep: hij wist wel wie hij brood zou leeren snijden. Tegelijkertijd haalde hij een boekje met miniatuur roze pleistertjes uit zijn zak, want anders bleef Phil, die slordevos, zoo met dien duim rondzwerven, kreeg zij een halve
[43:]
bloedvergiftiging, en hij, Richard, een hooge doktersrekening. ,,Hier... pak aan... " ,,Dank u, vader van 't gezin." ,,Wil ik anders nog even naar Amsterdam gaan om een duimspeciali-teit?" vroeg Kern. ,,Mein kind, du bist als gewonhlich schrecklich geistvoll, aber het is nicht noodig," beschermde Phil. lemand draaide met knersend ijzergeluid den sleutel in de nieuwe straat-deur om, en stootte haar open. Men hoorde een deur-slag en toen uit de don Juan fluiten: ,,Fin ch'an dal vino calda la testa", heel schel en snel. ,,Onze levenmaker!" zuchtte Jessie. Con rumoerde binnen, een cigaret in de eene, een pakje in de andere hand, met veel drukte van vroolijk zorgeloos jongmensch. Kleiner dan Richard, maar slanker, Jeek hij toch lang, ook omdat zijn costumes altijd zoo nauw aansloten als Kerns uniform. Con was de blondste Wybrandts en met Grace de eenige steilharige. Vlugge levendige nootbruine oogen had hij, wat onvast van uitdrukking; zijne trekken waren vief-fransch geschetst, en, lenig en kwiek als een haas, was hij voor zijn vijf-en-twintig jaar over-dreven dartel als een schooljongen. Zijn tenor schalde licht indisch, met keelgeluid blagueerend: ,,Zwager Gualtherus Kern, welkom in de schoone residentie. Olivier Cromwell, protector van Engeland dito! .... Meisjes! En jij Richard Leeuwenhart? staat je troon nog goed vast? Zeg jij nou 's wat, beul van Karel den Eerste. Laat nou 's wat van je hooren, he?" Con had een middag vrij, en was daarom niet te houden. ,,Dank je, dank je," stak de koel bedaarde stem van Olivier mat af tegen dat rumoerige. ,,Dank je voor je welkom." ,Ja, je bent heel dankbaar, zoo dankbaar als mijn kleine hond voor beentjes en wat brood. Ro, geef op de kadetjes, geef op, zeg ik je. Na zoo'n heelen ochtend op zoo'n beroerd kantoor in dat saaie Leiden, heb je honger " ,,Con, ga toch zitten, ja? Je maakt iemand zenuwachtig met je oproerigheid, en kies je woorden wat beter." Jessie lichtte de koffiekan van het spirituskomfoor, en blikte hoofdschuddend op naar de portretten hunner overleden ouders. Con keek een seconde, haar blik volgend, beteuterd. Toen riep hij: ,,Leve de vroolijkheid! Weg met de saaiheid! 't Motto van Leeuwenhart. Leeuwenhart, studeerde voor kanarie. Je bent zeker al op van 't lachen door hem, he Kern? De vent overfoopt gewoon van spirit." ,,Ja precies," verwaardigde Richard zich, tusschen twee happen door, terwijl Phil en Ro Con van ,,voedsel" voorzagen, en Kern al zijn best moest doen om geen klap te geven onder de aangereikte schaal met broodjes. Want alleen het gezicht van dien schoolmeester, als hij alle broodjes over
[44:]
tafel zag stuiven, zou hem een gulden waard zijn om te zien. Con tuurde minachtend neer op de gebakken eieren; oranjerondjes in hun gestold wit met lubberende bruine braadrandjes. ,,Dat zijn italiaansche eieren, zeg Jessie, minstens een halve eeuw oud." ,,Eet ze nu maar, want anders is er niets dan kaas en koud vleesch." ,,Als je zooveel pretenties hebt, stoppen we je ergens in Leiden op kamers!" dreigde Phil. ,,En mag je hier alleen komen als er iemand jarig is!" vonniste Ro. ,,Ik geef me gevangen, ik zal zoet zijn, maar ik weet dat er een smaakje aan is. Zeg Bronner, weet je hoe ik ons nieuwe huis gedoopt heb?" ,,Zottenburg?" veronderstelde Olivier gereedelijk en gelaten. ,,A1 te vriendelijk; dank je. Nee, Jong gesellen-oord. Typisch, he?" ,,Onwijs!" vond Olivier. Con vulde zijn linkerwang waterzuchtig op met een heel ei en een half kadetje en kon eindelijk na vijf minuten, kauwensmoe, zeggen: ,,Waarom nou?" ,,O, a propos," voorkwam Richard Olivier, op zijn gewikt-en-gewogen manier, ,,ik heb een boodschap voor jullie, meisjes, van jullie vriendin.... hoe heet ze ook weer.... dat meisje met dien raren naam Iris o ja, Iris....," Richard hield het hoofd schuin als verlegen, terwijl weer een glimlach kuilde in zijn wangen, en zijn oogen hardzwart liet. Hoe hij dat gedaan kreeg, was Phil een raadsel. Zij bestudeerde haar oudsten broer altijd. ,,Wat een aanstellerij dat niet weten hoe ze heet Je kent haar al eeuwen. Ik kan dat gehuichel niet uitstaan!" kwam zij op. ,,Cht! cht! Phil... ." verbood Jessie, bang voor Richard. ,,Wat zei Iris, Rieg?.... heb je 't briefje afgegeven?" vervolgde zij gretig. ,,Ik heb 't briefje bij haar afgegeven .... o ja.... maar 't is een zonderling menschje....... een bijdehandje...... " ,,Had ze niet een vervaarlijk grooten hoed op?" vroeg Olivier, die anders nooit op zulke dingen lette. ,,lk wou haar nog groeten, ik zag haar in een omnibus stappen, maar ze zag mij niet." "Natuurlijk niet, mij ook nooit. Ik kom haar nooit tegen, alleen Rieg heeft dat voorrecht!" betreurde Con, die een groote bewonderaar was van Iris. ,,Eer er wat uit is bij dien langzamen Leeuwenhart, loop je van hier naar het ververschingskanaal. Vertel op nou van de mooie Iris! Wat had ze, wat zei ze, wat sprak ze, enfin...." ,,O niets, totaal niets ze komt niet morgenavond .... c'est tout " kondigde Richard achteloos aan, zijn gezicht, geler, een gemelijk gekrinkel over Cons kwajongensdrukte. ,,Seur nou niet." ,,He!" riepen de meisjes en Con hun teleurstelling uit; koud de leegte voorvoelend van Iris' afwezigheid. Het was als doofde zich een gezellig lichtje, wachtend aan hun morgenavond-hemel. ,,He, wat is dat nou saai,"
[45:]
vond Jessie droef, ,,ik had er al zoo op gerekend. En ik begrijp er niets van; gaf ze reden op? Gaf je.... maar Rieg? dat briefje dan... " Jessie ging haar woorden van hartelijkheid aan Iris nog even na, een beetje gekrenkt. ,,O, dat hield hij toen natuurlijk in zijn zak!" snaterde Phil, ,,net iets voor Rieg. 't Kan hem niet schelen, dat ze niet komt. Hij denkt altijd maar om zichzelf." Jessie was bang dat Richard zich driftig ging maken, want als hij dit eens een enkelen keer deed, was het verschrikkelijk. Maar Richards trotsch flegma verhinderde hem boos te worden over een luttele aangelegenheid als deze. Hij keek Phil eens scherp aan. Toen tastend over de borstzakken van zijn zwartblauwen colbert, als zocht hij iets: ,,lk kan weer zoo echt sien " Richard z's versisten zich meestal indisch tot s) .... ,,dat ik met een kleingeestig dwaas meisje te doen heb, die een ander, nog dwazer, door dik en dun wil verdedigen. Ik kan niet helpen, dat jullie zoo'n wispelturig mensch tot vriendin hebt. Verkies jullie 't relaas van de ontmoeting, hier is 't." En hij deed verslag kort, droog, zakelijk. Zij, Iris, had zich in zijn weg gesteld in een elan, hij had gegroet, en toen was ze ineens spinnijdig geworden.... Wat dat nou te beduiden had?" hij haalde even de schouders op. En naderhand, hij had door haar bruuste manier van doen niet aan 't briefje gedacht, had hij 't bij haar in de bus gedaan, juist om geen soesah hier te hebben. En verder verkoos hij van verwijten, vooral van zijn derde zuster, verschoond te blijven; met een hard somberen blik naar Phil, die weerbarstig keek. Jessie had haar verwonderd gewelfde wenkbrauwen nog meer opgetrokken in bedenking: ,,Zie je wel, Phil, dan is 't toch ook Riegs schuld niet ik bedoel: vreemd van Iris." ,,Grillen van een verwend rijkeluiskind," bromde Olivier, die meer degelijkheid had gezocht achter Iris, in spijt van de japonnen en hoeden te chique in zijn oogen. En dat zij eindigden met het vreemd, heel vreemd te vinden; behalve Phil, die als bij instinct raadde hoe Richard gekeken had, en dat hij hun iets, onzegbaars trouwens, verborg. Want in spijt van heur jongensachtigheid, toonde Phil dikwijls meer vrouwelijke scherpziendheid en intuitie dan zachte Jessie of kloeke blijmoedige Ro. Uit Richards stekenden nadruk hier en daar, hoorde zij hatelijke gedachten, waartegen haar trotsch van vrouw opkwam. Heelemaal zwijgen was meer dan Phil kon, al wilde zij geen kwestie met ,Riegard'. ,,Wat kom je daar laat mee aan, Riegard, je bent al een uur thuis." ,,O.... is 't soms zoo gewichtig?" vroeg hij ijzig-rustig. Jessie belde Antje, die haar koffie en brood kwam weghalen, en Jessie tegelijkertijd een briefje overreikte. Nauwelijks had de meid de deur achter zich dicht, of Con vroeg, zich de handen wrijvend, vergenoegd aan de
[46:]
gasten: ,,Wat zeg je van onze Antje, he? Is ze niet een frissche, aardige klant, met 'n individueel uiterlijk? Heeft ze niet een expressief snoetje? Wat?" ,,Goeie marketenster!" verzekerde Kern .... ,,'n kraan ...." ,,Stil toch, vent!" legde Jessie, die het brief je las met blij gelaat, hem het zwijgen op. ,,Dit is van iris, ze komt wel." En zij las het voor, met de waarschuwing van het niet mogen komen onder mannenoogen en al, en zij klaarden er alien van op, en lachten. ,,Zelfs Richard rekte zijn bovenlip met geweld krom in, om niet te laten merken dat hij er schik in had," zei Phil, die glom van blijdschap. ,,Och!" zei Richard, de oogen nuchter op-slaand? ,,Wat ontdek jij altijd veel dingen in mij. In elk geval neem ik geen woord terug van wat ik gesegd heb je vriendin is een echt capricieus schepseltje en dat bewijst dit briefje. Er was geen reden hoegenaamd om tegen mij zoo kattig uit te vallen.... ze wist dat ze toch zou komen " Het agaat van zijn oogballen werd even verzinnelijkt door een hoon-flikkering van den pupil: elke iris een kwaad triomfantelijk sterretje. ,,Ja, jullie mannen zijn zulke verrukkelijkheden. leder meisje moet altijd lief, zacht en teer zijn tegen jullie, om te bewijzen dat ze doodelijk van jullie is," veroordeelde Phil zeer uit de hoogte. ,Ja, dat is waar!" stond Ro haastig bij. ,,En als er soms een enkele onder ons op jullie verlieft, is dat een eer voor je, die je nooit genoeg waardeeren kunt." ,,He, ik wou dat een lief meisje smoor van mij was!" riep Con met vuur, ik zou haar ...." hij breidde de armen uit, Olivier veronderstelde ,,worgen" en Phil ,,ophangen" van liefde. ,,Jess is smoor van mij, he Jess?" vroeg Kern, met een weeke intonatie in zijn stem, die Jessie streelde, Olivier wee, en Phil woedend maakte. ,,God, Kern!" ontsnapte Phil bits. ,,Philippine!" oordeelde Richard noodig in het openbaar te bestraffen: ,,Ik vind dat jij beter deed niet zoo 't hoogste woord te voeren. Als je 't hier met de menschen niet kunt vinden, is je eigen kamer altijd er nog om ...." ,,Monologen te houden, soedah...." vulde Con ongeduldig Richards bezadigd gepraat aan. ,,Waar blijft dat kind toch, Jess?" ,,Ik weet 't niet, zeker weer schoolblijven...." Jessie keek bezorgd. ,,Dat gebeurt tegenwoordig, geloof ik, iederen keer '' bestrafte Richard. ,,Daar heb je haar " Con hief de hand op, ,,onze Gratia, de verpersoonlijkte gratie!" Er werd gebiedend en luide gescheld, als stond het huis in brand. Broers en zusters keken elkaar aan. ,,Hemeltje!" zei Ro, de hand even tegen haar oor.
[47:]
,,Leer dat kind toch dat gelui af," vermaande Richard gezaghebbend, met een misnoegden blik naar zijn zusters. Jessie zuchtte: ,,Spreek jij dan eens met haar, Rieg. je schuift alles op mijn schouders. Ze wordt hoe langer hoe erger!" ,,Pleit voor jullie!" bromde Olivier, achterover wippend met zijn stoel, de handen in de broekzakken, de oogen naar de zoldering. Richard vond dat zulke dingen zijn zusters aangingen. Als hij van kantoor kwam, moest hij voor bullebak spelen. Hij bedankte er eenvoudig voor. ,,Zijn jullie met je vieren nu niet in staat een nest van twaalf op te voeden?" ,,O laat mi] er alsjeblieft buiten!" verzocht Con met nadruk. ,,Ten eerste is paedagogie mijn fort niet, ten tweede ben ik net als jij den heelen dag absent." Cht," waarschuwde Phil, ,,ze hoeft niet te weten dat wij zulke suk-kels zijn," ,Jullie geeft haar anders volop gelegenheid 't te merken," viel Olivier plomp-droogjes in. ,,Ik verzoek jullie beleefd nu geen van allen iets te zeggen!" gebood Richard met iets onrustigs. De huiskamerdeur woei als door een stormwind open, en er achter woei binnen: Grace, ,,onze jongste"; heur hoed half op het bossige rosbruine haar, uitstaand om haar bleek gezichtje; heur schooltasch in de hand. Plots, ais gestuit in heur vaart, stond ze stil, liet haar brutale, roodbruine, heelemaal-geen-Wybrandts-oogen weiden over de koffietafel en aanzit-tenden, en streek met kort dikkig bruin handje over haar breed gerugd neusje; schel lachend met korte giecheluithaaltjes: ,,Zoo'n dolle pret gehad op school. Ik heb lekker gezegd tegen de juffrouw, je bent 'n onrechtvaardig mensch. En toen moest ik blijven kon me niks schelen.... dan moet ze maar niet zoo valsch doen " Kern en Con lachten, maar niemand antwoordde. Toen werd Grace opeens bevangen door een knik- en buigwoede, als een Chinees op audientie, en begroette zij allervriendelijkst en uitgelaten spottend ieder in 't bijzonder: ,,Dag! dag! dag! dag!" Phil had grooten lust het uit te gillen, in spijt van Richards voorhoofdfronsen tegen Gual Kern, die in beschermend omvatten den arm uitstak. ,,Doe de deur dicht en kom sitten!" beval de oudste broer kort, zijn zwarte oogen koel op de kleine meid. Strenge maatregelen nu; al te lang toegegeven. ,,Doe eerst je hoed af, Grace, hang 'm aan de porte-manteau, ja?" gebood Jessie, wier muzikaal geluid zich vergeefs trachtte te verbarschen. Jessie /elf wist dat zij niet geboren was om te heerschen. ,,O; ik zie 't al," een onverschillige smak van Grace's lippen, ,,jullie zijn weer kwaad op me. Met jullie verkeerde been 't bed uitgestapt zeker?"
[48:]
De lange kindergestalte ging over den drempel, en een arm rukte de deur weer in den karnermuur. ,,Klein nest!" beklaagde Kern in een opwelling van nadenkende goedhartigheid. ,,Jullie legt 't heelemaal verkeerd met haar aan. Zoo krijg je haar niet beter. Als ze mijn zusje was... " ,,Was ze misschien nog erger!" prevelden Oliviers lippen. ,,He, wat?" wilde Kern weten, iets snijdends bannend net weeke uit zijn stem, met een ruk van het hoofd naar Olivier. ,,0livier zei iets van 't weer, Gual," kwam Rosalie haastig verschrikt tusschenbeide. ,,Weet jullie bij wie Grace altijd heel lief is bij Iris; en mevrouw van Rhenen roept altijd over haar als ze er eens een dagje is geweest." ,Ja natuurlijk, ze bederven haar daar in den grond.... proppen haar vol met lekkers " gispte Richard, ,,en dan trekt ze den neus op voor onze eenvoudige tafel, Mevrouw van Rhenen is een achterlijk mensch.... honderd jaar ten achter iemand die hoegenaamd geen begrip heeft van kinderopvoeding." ,,Jij hebt 't zeker well" dacht Phil, terwijl Ro's oogen twinkelden, en Jessie geloovig het hoofd boog. ,,'t Is de ruine van dat kind daar onophoudelijk heen te gaan!" vol-tooide Richard met weemoed in zijn diepe stem, doodkalm. ,,De ruine." Phil keek snel op, in protest tegen deze overdrijving ,,Seker. Als iemand anders er wat minder kwam, zou 't ook heel heilzaam voor haar wezen, dan zou ze misschien haar tijd nuttiger be-steden." ,,Daar is onze lieve zuster weerom!" Ro gaf Phil, die boos keek, een bemoedigend knipoogje. Grace, totaal alles vergeten, huppelde in zielsgoed humeur weer naar binnen, sloeg de deur met harden slag dicht, kwade-meidachtig zwaaiend met de armen. ,,O, wat heb ik een honger! Heerlijk, eieren, ik heb een dollen honger!" Daarop trok zij brutaal famliliaar Con en Kern aan de ooren; Olivier schijnbaar niet ziende, tot zij hem plots gewaar werd met een brutale optinteling van heur vurige kastanje oog-ballen, en zijn persoon aanviel met de gretigheid van een vechtzieken kleinen spreeuw. ,,O dag meneer Twist, dag Olivier Twist, bent u hier ook? wat vind ik dat naar...." Daarna met een onnavolgbare radheid tot Kern, die om een zoen had gevraagd: ,,Zie maar dat je 'm krijgt, goeie morgen ik hou niet van jou, ik hou alleen van Riegard, nietwaar dot?" En nu innerlijk in popelenden angst voor het standje van Richard, wiens oogen woedend in het hoofd stonden, smoorde ze hem in een omhelzing; haar zoenen wild op zijn voorhoofd, zijn wangen, zijn zwartbruine snor; terwijl hij zich wanhopend weerde, schermend met de armen als molen-wieken, een doosje lucifers in de eene, een sigaar in de andere hand. ,,Ge-
[49:]
noeg, genoeg, nest, wil je uitscheiden? Nee, ik houd toch niets van je. Neem haar weg, een van jullie ...." ,,O, Riegard, verrukkelijke Indiaan, hoe kan je dat zeggen tegen je jongste zus? Ben je dan niet mijn zwarte doggie? Blaf nu maar niet meer, zoete doggie, wees maar koest!" ,,O, ik kan niet meer!" gilde Phil, haar oogen afdrogend, terwiji Ro genoeglijk kirde. ,,Bespottelijk kind, waar haalt ze de gekheid varidaan?" ,,Van jou en Rosalie en Constant natuurlijk!" vonniste Richard. ,,Wacht even," zei Ro knipoogend, ,,we zullen haar eens wat zeggen: Grace, je weet wel dat Iris morgenavond zou komen?" »Ja!" gretig hoorden de ooren, lichtten de kastanjebruine oogballen. ,,Heerlijke lieve mollige Iris!" ,,Mollig" drukte Grace's hoogste bewonde-ring uit. Bezoek was het heerlijkste in Grace's leven. ,,Ze komt niet...." ,,O!" het kind werd bijna bleek ,,he, en waarom niet dat vind ik gemeen, gemeen he god.... dat vind ik geméén, en waarom komt ze niet? He mijn lief, snoezig, verrukkelijk Irisje. ... veel liever, veel liever dan een van jullie... " ,,Kijk dat malle kind zich eens opwinden. Jullie mag dat natuurtje wel temperen, hoor " raadde Olivier aan. Het gepruil hield op. ,,O," klonk de brutaalheldere metaalstem: ,,Meneer Olivier Twist moet weer twist maken, goeie naam voor hem, Olivier Twist.... lekker, ik geef toch niks om u .... lekker ja? " Nu werd het toch te erg. Jessie schelde Antje om den boel af te ruimen, en Grace mocht niet binnen blijven, maar werd ,,voor den heelen dag, hoor je, Grace?" verbannen naar de keuken. Een luid geschrei drijnde door de kamer. Antje pakte met houten beslistheid Grace's boterhammen op, deed met haar linkerhand een uitval naar Grace's halsboordje, dwong het kind op te staan.... ,,Kom, alia!" en staple als een marionette-politie-agent, in mechanische passen achter de weerspannige aan,t die, verbluft door het nuchterkalme van dit optreden, met die twee ruwe vingers in haar nek vooruitschoof als een lammetje, snikkend: ,,O, wat zijn jullie toch valsch, net zoo valsch als de juffrouw van morgen! Maar 't kan me niks schelen dat ik in de keuken moet eten, want mijn Irisje komt toch niet morgen avond. O Rieg, doggie, hoe vind jij 't dat ze niet komt ?" ,,Meheer Kerstant, wil u effentjes de deur open doen?" vroeg Antje, trotsch op haar tact en beleid. Con gooide lachend de deur wagenwijd open, en Antje bracht haar gevangene verder naar ,,'t bero", terwiji die uit de kamer het tweetal nastaarden, tot het om den hoek links verdween. ,,Bravo! met Antje begint de victorie!" schreeuwde Con. ,,Nee, bij Alkmaar!" gilde Grace in droefheid uit de geschiedenis op, want geschiedenis
[50:]
was de eenige les die haar interesseerde, en zij kon niet goed velen dat iemand fouten maakte. Zij lachten alien, zelfs Richard meesmuilde. ,,Laat dat kind maar heelemaal aan Antje over, Antje is jullie honderd jaar vooruit!" besliste Olivier. ,,Maar Olivier!" kwam Jessie daar ontzet tegen op. ,,'t Is eigenlijk mijn schuld!" verweet Ro zich, plots een beetje verschrikt. ,,Ik heb haar geplaagd ik, een eerzame schooljuffrouw, die dat in mijn leerlingen moet afkeuren " ,,Zie je wel, ik heb altijd wel gezegd dat jij tot stil-ondeugende dingen in staat bent!" zei Kern. "Jij bent geen schooljuffrouw, wel een wegge-loopen pensionnaire ...." Toen zij eindelijk van tafel op wilden staan, Richard in een plotselinge haast-aandrift, ging de deur open, en Grace, voorzichtig dragend haar bordje met boterhammen en de poes, die met den kop onder haar arm dóórkeek, kwam binnen alsof er niets gebeurd was. ,,Anders vind ik het veel leuker om bij Antje te eten dan bij jullie, maar 't stinkt zoo vreeselijk naar poetsgoed in de keuken, dat mijn boterham er ook naar smaakt," begon ze met een stem nu toonioos van het huilen. Toen viel ze driftig uit: ,,Niemand zal vandaag wel goed op me worden, hoe gemeen! Blijf jullie nu allemaal den heelen dag kwaad? Jullie hebt 't makkelijk, jullie bent met je velen, maar ik ben maar alleen, ik heb niemand dan Antje! Ik wou dat ik bij Iris in huis was, en dan keek ik jullie nooit meer aan lekker.... Gaat doggie naar kantoor?" eindigde ze in een verteedering, hem droevig aanziend. Er kwam een zachte gloed in Richards oogballen, als een blauwige dauwover het harde zwart. Kassian, kleine schelm, hij was toch haar vader tot ze trouwde. En hij zei: ,,O-och nou, kom dan maar weer bij ons." ,,Doggie, ik zal aan Iris zeggen dat jij nog de beste bent uit dit nare onwijze huishouden."
inhoud | vorige pagina | volgende pagina