doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Raden Adjeng Kartini: Door duisternis tot licht. Gedachten over en voor het Javaansche volk,
Den Haag 1912 (derde dr, eerste d. 1911)


[92:]

31 Januari 1901. (VIII).

Peinzend wendde ik mijn gelaat naar buiten, staarde naar de blauwe lucht, als verwachtte ik daar antwoord te vinden op de onstuimige vragen mijner ziel. Onbewust volgden mijne oogen de vaart der wolken door 't luchtruim; ze verdwenen achter wuivend klappergroen. Daar viel mijn blik op glinsterende, trillende blaadjes schitterend van zonnegoud - en plots flitste 't in me op: "vraagt men ooit, waarom de zonne schijnt? wie, wat zij haar stralen zendt ? O, mijn zon, mijn gouden zon, ik zal leven, dat ik waard ben door u beschenen te worden, bestraald, gekoesterd en verwarmd door uw bezielend, vermoeiend, edel licht! . . ."
Daarom dus niet getreurd, liefste, als de uitslag van 't request ongunstig mocht zijn, mijn leven is daarom immers nog niet verloren; daar is altijd nog wat moois van te maken - ik wil - ik zal het! Wie het Goede dient, leeft niet vergeefs - en - wie 't Goede zoekt, vindt zelf 't Geluk, 't ware: vrede van de ziel - en die is ook te vinden op Modjowarno - wie weet, daar misschien eerder dan ergens anders. Wees niet bedroefd! Wij zijn al zóó dankbaar dat in ieder geval de grondtoon van ons verlangen verkregen wordt: vrij, zelfstandig, onafhankelijk zijn - en - als accoucheuse, kunnen wij ons zoo nuttig maken.


inhoud | vorige pagina | volgende pagina