Raden Adjeng Kartini: Door duisternis tot licht. Gedachten over en voor het Javaansche volk, Den Haag 1912 (derde dr, eerste d. 1911)
l Augustus 1901. (VIII.)
Bloemen en wierook zijn nu eenmaal ons Javanen onmisbaar bij alles en alles. O! wat een wereld van gedachten en gewaarwordingen roept die Inlandsche bloemen- en doepageur in me op, telkens als ik hem inadem flüj doet langvervlogen dagen weder opleven in mijn herrinnering, en mij sterk 't Javaansche bloed voelen dat mijn aderen vult. O! ziel van mijn volk, die oorspronkelijk zoo mooi was, één gratie, poëzie, deemoed en nederigheid - wat is er van u geworden? wat hebben de eeuwen, de sleur van u gemaakt? Men beweert zoo dikwijls dat wij meer Europeesch dan JavaaVisch zijn in ons hart. Weemoedige gedachte! Wij kunnen dan geheel doortrokken worden en zijn van Europeesche gedachten en gevoelens - maar dat bloed, dat Javaansche bloed, dat leeft en warm stroomt door onze aderen, kan niét doodgezwegen worden. Wij voelen het bij wierook en bloemengeuren, bij game-lantonen, bij 't suizelen van den wind door klapperkruinen, bij 't gekir van berkoetoets. [Berkoetoet = tortelduif] bij 't gefluit op padihalmen, bij 't gestamp op padiblokken [Padi = rijst in den bolster. Van den bolster wordt de padi ontdaan door daarop te stampen in een uitgehold stuk hout. Dit geeft in de desa's een eigenaardige cadans.] Niet voor niets zullen we een menschenleven lang vertoefd hebben in eene omgeving, die van louter vormen aan elkaar hangt; maar wij hebben de leegheid dier vormen leeren inzien, diep, diep 't gemis van inhoud gevoeld, en de klacht, de wanhoopskreet onzer ziel vernomen en verstaan: "Wat is vorm zonder inhoud?" Vorm moet volmaken, maar inhoud is hoofdzaak. Toch zit er veel goeds in 't Javaansche volk. O, wat zouden wij u zielsgraag bij ons willen hebben om u al 't mooie te laten zien, dat van ons volk is. Als ik iets moois zie, dat specifiek Javaansch is, denk ik steeds: "wat zou ik Mevrouw A. graag bij ons hebben. Zij zou 't zoo aardig vinden dat alles te zien, en iemand er bij te hebben, die haar 't een en ander kan uitleggen dat voor haar misschien raadsel en mysterie is. Zij zou er van genieten en hetgeen wij bewonderen, kunnen waardeeren, zij, die zoo'n open oog heeft voor al wat schoon is." Ons Javaantje, houtsnijder-artist, zooals u hem noemt, heeft weer iets heel moois voortgebracht, 't Is een doos, met een heel
[107:]
wajang-verhaal besneden, wajangfiguren op 't deksel aan den; boven- en binnenkant, en op alle vier wanden; er is een koker bij, ook met wajangfiguren versierd, bestemd om er een of ander in te bewaren. De doos-ga ik aan den binnenkant met oranjesatijn capitonneeren en plisseeren en met een zilveren randje afzetten - ook Inlandsch maaksel. Het mag ook wel heel mooi worden, want 't is bestemd om de portretten van de regenten van Java en Madoera te bevatten, die der Koningin zullen worden aangeboden. Een aardig idee, dat huldeblijk, 't is van den besteller-van de doos, den Regent van Garoet, uitgegaan. Men heeft mij vrij spel gelaten, ik mag voor beide voorwerpen zooveel uitgeven als ik wil, als zij maar mooi worden.
inhoud | vorige pagina | volgende pagina