doorzoek de gehele Leestrommel
Leestrommel
Leestrommel

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Melati van Java: Tante Betje. Toneelstukje in één bedrijf.
(Toneelstukjes voor Dames, 2e Serie, No. 3)
Culemborg: Bom & Olivierse, [1900 of 1901].


[23:]

VIERDE TOONEEL.

V o r i g e n. T a n t e B e t j e.

Tante Betje:
(dikke oude dame in donkerblauwe zijden kabaya en fijne zarong, op goedig huiselijken toon tot Mevr. Erlburg):

Nu Mevrouwtje niet bang zijn! Tante Bet zal wel opknappen. Njo gauw beter. Niets erg hoor. Maar dokters houden op sleeptouw met de menschen. - Astaga! Die Hetty! Zoo groot geworden, ja? En manies sekali! Kom hier. Geef een zoen aan tante Bet. Ik ken jou van zoo groot! En dat de Nonna Djipro [Nonna, juffrouw! Juffrouw, gouvernante.]. Altijd nog dezelfde?

Mevrouw Erlburg:

Ja, wij houden niet van verandering, tante Betje! Maar U komt ook nooit eens aan bij zulke oude kennissen.

Tante Betje:

Allah! Ik altijd zoo druk. Ik dikwijls geen tijd om te eten. Dokters foeteren maar op tante Bet. Apa boleh boeat? [Wat helpt het?] Als menschen noodig hebben tante Bet, zij laten opvliegen die dokter - dokter -

[24:]

Mevrouw Erlburg:

U is zoo gelukkig met uw genezingen! Nu pas die vrouw van den Raad van Indië. . . .

Tante Betje:

Tante Bet weet ook veel andere dingen dan die geleerde lui.

Mevrouw Erlburg:

Wil U even zitten, totdat de paarden gevoerd zijn?
(Mevrouw en tante Betje gaan op de wipstoelen zitten. Juffrouw Dumont nog altijd aan het dicteeren, maar zeer zacht, nu en dan alleen hoort men een klank).

Tante Betje:

Ik moet dadelijk weer verder.

Mevrouw Erlburg:

Zijn er dan zoovele zieken tegenwoordig.

Tante Betje:

Niet altijd zieken van hun lijf. Tante geef obat voor alles - ook voor attie [Hart.].

Mevrouw Erlburg:

O zoo!

Tante Betje:

Ja, pijn van de attie erger dan sakit peroet [Buikpijn.]. Geloof je niet?

[25:]

Mevrouw Erlburg:

(verstrooid naar achter ziende). Dat kan wel zijn.

Tante Betje:

Menschen met verliefde attie komen bij tante Bet om te maken de andere ook verlief!
Juffrouw Drumont en Hetty een en al ooren.

Mevrouw Elburg:

Maar zulke dingen doet U toch niet tante Betje. Wie gelooft daar nu aan?

Tante Betje:

Meer dan jij denkt, hoor! En niet alleen inlandsche kinderen maar echte totoks [Hollanders.] komen bij mij en vragen obat attie om te laten drinken door hun liefjes.

Mevrouw Erlburg:

Foei, wat 'n bijgeloof. Neen, ik dacht niet dat U aan zulke dwaasheden hechtte.

Tante Betje:

Ik geef ook niet aan jan en alleman. Alleen lui, die ik vertrouw zoo goeie kennissen maar jij hebt beste man, jij niet noodig - en Hetty als zij lange rokken draagt, dan dadelijk weg - ook niet noodig obat attie.

Mevrouw Erlburg:

Goddank niet! Ik zou er mij nooit aan wagen.

[26:]

Tante Betje:

Allah! Ik al zooveel trouwerij gemaakt en allemaal gelukkig, als je niet. . . .

Mevrouw Erlburg:

We storen U toch niet juffrouw.

Juffrouw Dumont:

O neen, mevrouw! We zijn druk bezig.
(De juffrouw dicteert weer. Hetty schrijft lusteloos door).

Tante Betje:

Ik zal je eens vertellen een historie van die obat en als je dan nog niet gelooft, jij nog erger als Thomas.

Mevrouw Erlburg:

(tot juffrouw Dumont). Och juffrouw! 't Is toch bij twaalven, wil U dan maar de boeken opruimen en de les eindigen.

Juffrouw Dumont:

Heel goed, Mevrouw.
(Zij beginnen langzaam de boeken bijeen te garen).


inhoud | vorige pagina | volgende pagina