Truus: 'Een heele zondag. Indische schets'. In: Nederland. Verzameling van oorspronkelijke bijdragen door Nederlandsche letterkundigen. Red. Mr. M.G.L. van Loghem. Amsterdam: Loman & Funke, 1902, derde deel, p. 417-462
Inhoudsopgave *
De eerste twee bladzijden van de schets.
Aflevering I: De heer Pothoff bewoont met zijne echtgenoote en hun zesjarig zoontje een klein paviljoen in een commensalenhuis op Noordwijk te Batavia. Voor een poosje in een commensalenhuis wonen is wel erg leuk vindt mevrouw; men heeft dan geen gezanik van bedienden en kan daarbij zoo uit het naaiwerk komen; maar behelpen is het wel en vooral met zoo'n man als Pothoff, die zoo lastig kan zijn, in het bijzonder des Zondags, als waneer drukke Njootje [jongenheertje] er ook bij komt en dan alleen en alles in zulk eene beperkte ruimte. Lezen
Aflevering II:Het is 's avonds zeven uur van den hiervoren bedoelden Zaterdag. Njootje is reeds lang te voren gebaad en gekleed. Hij heeft wat gewandeld met de andere kinderen uit het commensalenhuis en met hen geravot, want kijk, zijn kieltje zit geheel uit het fatsoen getrokken en hij, Eddy, heeft een kleur als een roode roos. Lezen
Aflevering III: Juist is de stafmuziek begonnen het tweede nummer van haar concert te spelen als de heer en mevrouw Pothoff in den tuin van Concordia komen. Het is daar reeds vol, de meeste zitplaatsen zijn al bezet. De heer Pothoff is wel wat boos dat het zoo laat is geworden; hij ziet zoekend rond naar een goed plaatsje. Kijk, daar heeft zijn vrouw er een ontdekt en nu gaan zij daar vlug op af. Een lummelachtige soosjongen met een voor hem veel te kort wit buisje, met rood afgezet, en dito pantalon, komt op hen toeschieten met zijn bundel bonnetjes bij zich. Lezen
Aflevering IV: Wel klein, doch lief is het door de Pothoffs bewoond paviljoentje. Het voorgalerijtje vooral is echt lief en gezellig, omringd van netjes geverfde tonnen met mooie groote palmen, en van helwitte potten met veelkleurige, bloeiende planten. En nu, in den tooverglans van den tropischen maneschijn is het daar nog aantrekkelijker en gezelliger dan anders. Ook Lies treft dit aspect als zij het galerijtje betreedt. Lezen
Aflevering V: Het was des Zondags ochtends ongeveer half zes toen mevrouw Pothoff door Eddy wakker gemaakt werd. Hij deed dat altijd als hij het kon en wel door haar zachte kleine kusjes te drukken op mond en oogen; eene gewoonte welke hij zijne moeder had afgezien als zij hem wakker maakte. Lezen
Aflevering VI: Het is nu acht uur 's morgens; de zon staat reeds hoog; het belooft een warme dag te zullen worden. Mevrouw Pothoff komt langzaam, sloffend, naar voren. Ze ziet zoo recht lief en frisch er uit met haar van het slapen nog wat rozige wangen en het mooi roodbruin prachtig golvend loshangend haar en hare hagelwitte fijne kabaai met het aardig kantje heel hoog tegen haar hals gespeld.. Lezen
Aflevering VII: Toen de heer en mevrouw Pothoff met Njootje aan het ontbijt zaten kwam baboe binnen om de kamer verder op te redderen. Bij het schoonmaken van het waschstel brak ze bij ongeluk de kan. Njootje had wel geen knorren van zijn pa gekregen, doch hij moest stil binnen blijven spelen. Lezen
Verantwoording*
De inhoudsopgave is gebaseerd op het bovengenoemde feuilleton, dat in dezelfde aflevering van Nederland verscheen, als een doorlopend verhaal. De voetnoten met woorduitleg heb ik voor het overzicht in de tekst geplaatst.
Voor kennelijke fouten die aan mijn waarneming zijn ontsnapt, hou ik me aanbevolen.
Vilan van de Loo