Melati van Java: 'Miss Campbell' in: Miss Campbell en andere verhalen Schiedam: H.A.M. Roelants, 1902
Inhoudsopgave *
Een luxe-editie uit 1924, met fraai geel stofomslag. Nog altijd populair, 20 jaar na de eerste druk uit 1902.
I. Nederland. De Indische jongen Jacques Beachamp wacht tot (de Hollandse) Clementine Muller uit het gebouw van haar pensionaat komt. Liefdesverklaring, hij heeft goede vooruitzichten en zal dan naar Indië gaan. Clementine bedankt hem: zij heeft een goede positie liever alleen aan zichzelf te danken. Lezen
II. Clementine komt thuis bij tante Rosalie (Muller), die bezoek heeft van Alice Beauchamp, de moeder van Jacques. Zij schept op over haar rijke broer, die in Indië suikerlord is. Gesprek over Jacques en Clementine, over de familiebanden, wie aan wie op welke manier verwant is. Tante Rosalie is terughoudend, ook als er een brief arriveert. Lezen
III. De brief is voor Clementine, geschreven door haar doodgewaande vader. Hij is rijk, noemt zich John Campbell en verwacht haar bij zich in Batavia. Tante Rosalie gaat niet mee. Lezen
IV. Batavia. Brief aan tante Rosalie van Clementine. Zij heet nu Queenie Campbell. Korte beschrijving van de reis, hereniging met haar vader, logeren in Singapore, reis naar en aankomst in Batavia. Vader verbiedt Queenie elk contact met haar oude wereld, uitgezonderd tante Rosalie. Huis van vader aan het Koningsplein. Lezen
V. Een jaar later. Tante Rosalie schrijft minder. Queenie is uitgegroeid tot de ster van de beau monde. Haar vader wijst haar op het belang van een goed huwelijk. Hij begint zich in Batavia te vervelen. De kapitein der artillerie, Terborch, maakt haar het hof; hij heeft een Engelse moeder. Queenie hoort de stem van Jacques Beauchamp, die haar herkend heeft. Zij negeert hem, zoals haar vader wilde. Lezen
VI. Receptie. Terborch brengt Jacques mee; nog steeds laat ze niet merken dat ze hem kent. Terugblik. Jacques heeft met tante Rosalie over Clementine gesproken; hij houdt nog steeds van haar. In Batavia ziet hij haar paardrijden en twijfelt of zij het is; later weet hij het vrijwel zeker. Lezen
VII. Queenie geeft toe dat ze Clementine is en vraagt hem daarna schriftelijk haar geheim te bewaren. Lezen
VIII. Verloving Queenie en Terborch; het huwelijk zal over drie maanden plaatsvinden. Terborch komt opheldering vragen over een anonieme brief die hij kreeg over Queenie's achtergrond. Zij vertelt Hollands te zijn. In de brief leest ze dat haar vader een brandstichter en oplichter zou zijn, en dat haar moeder door verdriet over zijn slechte gedrag gestorven is. Terborch neemt afstand van Queenie. Lezen
IX. Queenie begrijpt met terugwerkende kracht meer. Ze denkt aan Jacques. Gesprek met vader over waarheid, leugen, de waarheid over zijn verleden en de schijnheiligheid van de maatschappij. Hij verdenkt Alice Beauchamp van de brief. Lezen
X. Terborch spreekt met haar vader, daarna met Queenie. Hij vraagt haar opnieuw ten huwelijk, zij weigert. Vader en Queenie verliezen een illusie, elk om een andere reden. Lezen
XI. Geroddel in Batavia over het verbroken engagement en over brandstichten in Nederland. Vader denkt terug aan zijn verleden in Nederland. Lezen
XII. Nederland. Tante Rosalie krijgt bezoek van Alice. Gesprek over het verleden; Alice blijkt alles te weten. Tante Rosalie smeekt om geheimhouding. Lezen
XIII. Enkele jaren later. Alice bericht tante Rosalie dat mr Campbell bankroet is, en met zijn dochter verdwenen is. Tante Rose gaat bidden voor haar pleegkind. Aankomst van Clementine, die haar treurige levenservaringen vertelt. Lezen
XIV. Tante en nichtje verhuizen naar een stil dorp; Clementine verdient geld met vertaalwerk. Jacques komt terug uit Atjeh, gewond. Ontknoping. Lezen
Verantwoording*
De inhoudsopgave is gebaseerd op Miss Campell (1902) Daarin zijn de hoofdstukken alleen genummerd. De cijfers tussen [vierkante haken] verwijzen naar de paginering in het boek, woorden tussen [vierkante haken] verwijzen naar de toelichting door Melati van Java.
Voor kennelijke fouten die aan mijn waarneming zijn ontsnapt, hou ik me aanbevolen.
Vilan van de Loo