mevrouw E. Overduyn-Heyligers: Warm bloed Utrecht: Bruna, 1904
Inhoudsopgave *
Twee pagina's van Warm bloed.
I. Ze was in Brussel op kostschool geweest, vier jaren lang. Het had heel wat tranen gekost eer het besluit was genomen haar weg te zenden, verweg naar Europa, waarvan haar moeder zich geen flauw denkbeeld kon maken, en waarvan de vader niets meer had overgehouden dan een vluchtige herinnering aan armoe en bekrompenheid zijner ouderlijke woning, waar het tweemaal-omkeeren-van-een dubbeltje-eer-het-uit-te-geven noodzakelijk was geweest om niet in schulden te komen en ieder, op den duur, het zijne te kunnen geven. Lezen
II. 't Was avond bitteruurtje op de Harmonie, Batavia's burger-societeit. Langs de witte balustrade zaten de heeren, wippend in de stoelen, die in lange rij heen en weer bewogen. Blauwe wolkjes sigarendamp stegen langzaam op. bleven even weifelend hangen om dan te vervagen in 't avondduister. "Kom, ik ga d'r van door," zei een van 't gezelschap bruusk zijn stoel verschuivend achteruit. Lezen
III. Reeds kondigde hanengekraai en het eentonig geluid van het rijstblok der aanbrekene ochtend en begon het gerij van grobaks, die koopwaren vervoerden zich te vermengen met het gedruisch van den naderenden dag, toen ma Ngalim met een kop koffie toegang verzocht in de kamer van haar jongere meesteres. Eerst nadat ze telkens haar zacht tikken herhaald had, ontwaakte Diana uit de verdooving waarin ze vervallen was. Lezen
IV. "Non, ik wil je spreken, kom even in mijn kamer," zei Roos na 't ontbijt. "O mama, zeker om mij weer te waarschuwen! Ik ben er beu van. Stel u maar gerust." Toornige gloed steeg op over Roos haar gelaat . Lezen
V. "Heb je 't gehoord, er komt een groote partij bij de de Kanters ter eere van Diana's huwelijk; er is een prachtig vuurwerk besteld van Singapore, 't is de eenige liefhebberij van mevrouw de Kanter, zij moet er dol op zijn," zei een van de heeren onder het bitteruurtje op Concordia. Lezen
VI. "Vreeselijk man, mijn hoofd loopt om; als we niet al die sappeurs hadden gehad om groen te maken, zou ik geen raad geweten hebben," zuchtte mevrouw de Kanter, met haar fijnen batisten zakdoek zich de zweetdruppelen van het voorhoofd wisschend. Lezen
VII. Drie weken had Jansen verlof aangevraagd voor zijn huwelijksreis. 't Leek hem een oneindige zaligheid die door te brengen in de Preanger, in de zuivere verreinde atmosfeer van hoog gebergte en voortstuwendeluchten, die als waze waden neerhingen en materieloos vervaagden in de kamers van het hotel. Lezen
VII. Ze kreeg er langzamerhand behoefte aan menschen te zien, uit te gaan en te schitteren in Insulinde's hoofdstad, waar zij zich wist geEntoureerd door Java's aristocratie, waarvoor ze innerlijk een groote vereering had. Ze genóót als ze zich bewoog te midden van schitterende toiletten, een zaligheid als 't haar was mee te dingen naar den schoonheidspalm, dien zij herhaaldelijk wist behaald te hebben. Lezen
IX. Eenige weken waren voorbijgegaan. Een leven van recepties en visites maken en ontvangen wisselde zich af. Na een ernstig onderhoud met haar vader beloofde Diana niet meer zonder Herman naar de muziek te gaan luisteren en hun huwelijks hemel werd opnieuw helder alsof nooit een ernstig onweer dien bedreigd had. Lezen
X. Toen Jansen thuis kwam om te ontbijten, zat zijn vrouw reeds aan tafel. Ze zag schuw naar hem op, terwijl hij verhit van de exercitie op haar toetrad met een poging om goed te maken, 't geen hij den vorigen avond meende misdaan te hebben. Lezen
XI. Na groote toebereidselen en voorbereiding hadden de feesten een aanvang genomen. Zoals gewoonlijk bij dergelijke gelegenheden, ging Batavia vóór in 't organiseeren van een schitterend programma. Allen verkeerden in feeststemming, die door het enthousiasme voor de jonge koningin met den dag toenam. Lezen
XII. Trillend aan al haar leden was Diana doostil in het rijtuig blijven zitten, ongemerkt haar masker losstrikkend in angstige spannin over de dingen die komen zouden. Liever had ze een stroom van verwijten over haar hoofd hooren losbarsten dan deze angstwekkende stilte, die haar letterlijk verstikte. Hem toespreken durfde ze niet. Lezen
XIII. Droomend van spontaan geluk na dagen van spanning voelde Diana weer nieuwe levenskracht haar aderen doorvloeien. Zijn brief bevatte een formeel aanzoek om haar hand. Ze was dus geëngageerd nu. Lezen
XIV."Non, mag ik binnenkomen?" Mevrouw de Kanter stond aan de deur. "Wacht even ma, ik zal open doen." Diana voelde iets van pijn toen ze haar moeder voor zich zag staan in de geopende deur. Wat zag ze er uit. Bijna wit was heur haar geworden, en die donkere kringen onder haar oogen.... Lezen
XV. Een van de paleizen van Koningsplein was schitterend verlicht; een stoet van bedienden bewoog zich geruischloos door de ruime zalen, waar door Venetiaanse spiegels de rijke gaskronen en luxe voorwerpen duizendvoudig werden weerkaatst. Lezen
XVI. Doodmoe had Diana, dadelijk na het vertrek van haar bezoekers, bevel gegeven om de lichten uit te doen en haar lijfmeid bij zich laten roepen. De jonge Ngalim, wier echtgenoot de betrekking van huisjongen bij de jonggehuwden had aangenomen, was Diana als lijfmeid gevolgd. Lezen
XVII. Ze woonde nu al een half jaar in het mooie huis aan het Koningsplein. 't Leek Diana een eeuwigheid. Het leven van futiele genietingen begon al den glans van het nieuwe voor haar te verliezen. Eerst als herboren uit haar afzondering van zooveel maanden, had ze zich geworpen te midden van de vermakelijkheden, die Batavia haar zoo ruimschoots bood. Lezen
XVIII. In de kleine voorgalerij van het paviljoen brandde met rozig schijnsel de hanglamp, omgeven door een ballon van Venetiaansch glas. Oploopend langs en op de steenen trappen en rondom langs de balustraden, stonden chevelures in fijne chineesche potten op hooge voetstukken. Lezen
XIX Ngalim kwam binnen met thee. "Nja," vleide zij, haar meesteres vindend ter prooi aan de grootste droefheid. "Is 't al vier uren Ngim?" vroeg Diana haar hoofd opheffend. "Al mevrouw." De meid kreeg tranen in haar ogen. Lezen
XX Roerloos was Diana neergevallen in haar couchette, doof voor wat zich afwisselde om haar heen. Gerinkel van kettingen en gesjor van touwen, het gekras van boven haar hoofd weggeschoven stoelen bereikten haar oor niet. Lezen
Verantwoording*
De inhoudsopgave is gebaseerd op de roman Warm bloed (Bruna, 1904). De cijfers tussen [vierkante haken] verwijzen naar de paginering in het boek
Voor kennelijke fouten die aan mijn waarneming zijn ontsnapt, hou ik me aanbevolen.
Vilan van de Loo